Afgelopen zondag ontstond er in het televisieprogramma Media Inside een beetje mot tussen Marcel van Roosmalen, Bas Heijne en Alexander Klöpping over de gevaren van TikTok. Aanleiding was een compilatie van radicaal-rechtse groepen die tegenwoordig zelf (amateuristische) talkshows en tv-programma’s maken. Er werd om gelachen, natuurlijk, het ziet er allemaal nogal onbeholpen uit. Vooral Bas Heijne zag de lol er wel van in.
TikTok is niet langer alleen maar een platform vol dansjes, maar een plek waar een jonge generatie nieuws vandaan haalt. Terwijl maar weinig gerenommeerde journalisten zich op het platform uitspreken, in Nederland. Wordt het daar niet tijd voor? We praten erover met onderzoeksjournalisten en TikTok-kenners Marieke Kuypers (27) en Timo Nijssen (27).
Maar Klöpping ruikt onraad: “Je maakt grapjes over hoe het eruitziet, maar ik zou zeggen: tel je zegeningen [...] want zij gaan heel goed worden in het bespelen van algoritmes.” Hij haalt TikTok erbij, wat tegenwoordig een nieuwswalhalla is voor mensen onder de 35 jaar, en spreekt zijn zorgen uit. Want juist op TikTok kunnen “wappies” nog weleens meester worden in mensen bereiken. Van Roosmalen maakt zich totaal niet druk, want TikTok is voor kattenfilmpjes.
Het zit vanzelfsprekend niet in de aard van geintjesprogramma Media Inside om de mogelijke gevaren van TikTok ‘ns flink uit te diepen, dus belden we zelf maar even met* onderzoeksjournalisten en TikTok-kenners Timo Nijssen (27) en Marieke Kuypers (27). Nijssen werkte afgelopen lente drie maanden undercover bij TikTok voor RTL Nieuws en Kuypers probeert zoveel mogelijk nepnieuws en complottheorieën onschadelijk te maken op TikTok. Kunnen we het gevaar van TikTok trotseren en welke rol heeft de journalistiek hierin?
Kuypers vertelt dat ze sinds 2020 ‘verslaafd’ is aan het platform. Toen al verschenen er af en toe complottheorieën op haar feed. Ze besloot naast haar eigen account een nieuw account aan te maken om te zien waar het algoritme haar naartoe zou brengen als ze extremere video’s zou uitkijken. “Dat ging heel snel van video’s met licht seksistische content naar intensere homofobische, antisemitische en racistische video’s tot QAnon en nazi-video’s,” vertelt ze. “Die video’s worden soms honderdduizenden tot miljoenen keren bekeken.” Ze noemt bijvoorbeeld een video waarin Andrew Tate, een influencer die bekend staat om zijn misogyne uitspraken, waarschuwt voor een toekomst waarin we allemaal microchips in ons lijf zouden krijgen.
Want op TikTok kan je, anders dan bij Facebook of YouTube, razendsnel geconfronteerd worden met hilarische, maar ook radicale content, zonder dat je daar zelf al te veel voor hoeft te doen, vertelt ook Nijssen. “Het algoritme schotelt je iets voor, en je hoeft daarvoor niemand te volgen, te liken of door te klikken. Als je de app opent krijg je een video te zien waarvan het algoritme heeft gedacht: hier heb je zin in. Dat kan van alles zijn, da’s niet per se van iemand die je kent of een influencer die je volgt. Als je dan een video uitkijkt van radicaal gedachtegoed, omdat je het ermee eens bent, of juist totaal oneens, dan krijg je meer van dat te zien, gewoon, door omhoog te swipen. Je kan er dus hoe dan ook mee geconfronteerd worden.” Nijssen noemt het voorbeeld van Joodse activist Dave Rich, die een paar dagen geleden op Twitter liet zien hoe zijn zoon opeens een zwerm antisemitische video’s kreeg aangeraden.
“Volgers hebben is bovendien geen voorwaarde om je video populair te laten worden. Het algoritme van TikTok is zo geregeld dat een video eerst door een klein groepje wordt gezien, en als dat een succes is, de video wordt uitgeserveerd aan grotere groepen. Als je ‘interessante’ content maakt, kan het dus zomaar door heel veel mensen bekeken worden, ongeacht je eigen activiteit op het platform,” voegt Kuypers toe. “Het is nou eenmaal makkelijker om de aandacht te grijpen met heftigere statements, of met boodschappen die emoties of angst oproepen. Dat gebeurt vaak op een heel persoonlijke manier, mensen vertellen gepassioneerd recht in de camera. Die video’s werken het best, en worden het meest doorgestuurd.”
Ook al is radicale content, of drek, zoals Nijssen het noemt, al vanaf het begin van het internet online te vinden, het komt op TikTok naar jou en elke willekeurige gebruiker toe. Wat ook anders is: wetenschappers en journalisten zijn nog nauwelijks op TikTok te vinden. In Nederland zijn maar een handjevol mediabedrijven actief op het platform, waaronder NOS, Pointer en Nu.nl. En daar maken zowel Nijssen als Kuypers zich zorgen om, omdat TikTok de snelst groeiende nieuwsbron is voor jongeren tot 24 jaar. Bovendien blijkt TikTok al van invloed op politieke verkiezingen, zoals in de Verenigde Staten twee jaar geleden, en nu tijdens de midtermverkiezingen.
“Journalisten weten niet wat er speelt op TikTok, hebben er weinig zicht op. Terwijl het juist zo belangrijk is dat mensen echt begrijpen dat dit geen dansjesapp meer is, dit is een app waar mensen hun nieuws vandaan halen en beïnvloed worden door allerlei desinformatie die er gedeeld wordt,” zegt Kuypers.
TikTok modereert zijn content niet of nauwelijks. Ook Europese of wereldwijde regelgeving die het verspreiden van desinformatie of schadelijke berichten zou moeten tegengaan ontbreekt. “De journalistiek en de wetenschap zouden op dit moment tegenwicht kunnen bieden, door video’s te maken waarin ze factchecken en debunken, de juiste informatie verstrekken en hun eigen nieuwsaanbod delen, zodat gebruikers ook betrouwbare nieuwsbronnen te zien krijgen en er een balans is.” Want volgens Kuypers is die balans nu hartstikke zoek: “Op honderd complottheorieën zit nu bij wijze van spreken één journalist.”
Journalistiek tegenwicht vindt ook Nijssen absoluut een oplossing, maar, zegt hij, “het is niet alsof mediabedrijven een goed doel zijn die dit klusje gratis voor de grote techbedrijven moeten oplossen. Techbedrijven moeten zelf een veel actievere rol spelen, en de politiek kan stappen nemen om moderatie te kunnen afdwingen. En je wil je als redactie ook weer niet afhankelijk maken van de grillen van zo'n algoritme en wat er in het bestuur van zo'n bedrijf wordt besloten. Als zij denken: iets anders dan journalistieke video's werkt beter en levert meer advertentiegeld op, dan schakelen ze daar gewoon op over.”
Kunnen we het gevaar dan niet veel beter trotseren door TikTok dan maar gewoon te verbieden, waar Alexander Klöpping stiekem van droomde in Media Inside? Nee, vindt Kuypers. “Hoewel TikToks algoritme en werkwijze ondoorzichtig is, en er een hoop heel nare content op verschijnt, kan je er ook op een positieve manier publiek mee bereiken. Voor wetenschappers en journalisten ligt daar echt een kans, vooral nu er minder vertrouwen is in de politiek en journalistiek. De jongeren zitten er, dat is een feit, en een deel haalt hun nieuws ervandaan. Als je er slim gebruik van maakt, kan je je publiek bekend maken met je nieuwsmerk en website, nieuws brengen en nieuws halen. Er wordt veel gezegd op TikTok dat waardevol is voor journalisten. Door het gebruik van hashtags kan je bijvoorbeeld heel gemakkelijk profielen van mensen vinden voor je verhaal. Het algoritme doet dat voor je.”
Nijssen vindt dat zowel de journalistiek als de politiek (“ook de wat oudere figuren”) moeten weten wat er speelt op TikTok, en jongeren mediawijsheid moeten bijbrengen: waar moet je op letten, hoe kun je controleren of iets wel of niet klopt en hoe raadpleeg je meerdere bronnen? Ook vindt hij meer grip vanuit de overheid op de aanbevelingsalgoritmes een goed idee, maar gokt tegelijkertijd dat techbedrijven daartegen in verweer zullen gaan. “Zij hebben altijd gezegd: wij zijn een communicatieplatform, geen mediabedrijf, en daarom niet verantwoordelijk voor de inhoud.”
*We hebben uiteraard ook Alexander Klöpping benaderd, maar die gaf aan zijn eigen podcast te hebben om dit onderwerp te behandelen. Op 3 november schoof hij aan bij Jinek om over dit onderwerp te praten.
Opinievorming onder de loep
Elke zaterdag rond 22:10 uur op NPO 2
Bij Mediastorm worden elke zaterdagavond de gebeurtenissen van de afgelopen week in de wereld van media, opiniemakers en beeldbepalers besproken. Presentatoren Roos Abelman en Tim de Wit buigen zich over kwesties als: hoe komt de publieke opinie tot stand? Hoe wordt die opinie gevoed door de mainstream media, sociale media, de politiek en het lobbycircuit? Wat zien en horen we? Maar misschien nog wel belangrijker: wat zien en horen we allemaal niet?