“Ik heb een tijdje voor de regionale omroep verslaggeving gedaan voor een human-interest-programma. Dan moest ik twee keer per dag een halfuur live op pad vanuit de provincie. Daar waar hét gebeurde, was dan het idee. Maar er gebeurt natuurlijk helemaal niks in de provincie om elf uur ’s morgens. Dus dan ga je op zoek naar waar mensen zijn. En die vind je dan op allerlei interessante plekken, in fabrieken bijvoorbeeld. Dan stond ik ineens het proces van het maken van zuurkool te volgen. Door dit soort klussen heb ik goed leren improviseren en daarbij gebruik te maken van beeld.”
Als echte radiotijger presenteerde Roos Abelman vier jaar de dagelijkse nieuwsshows Spitsuur en In de Middag op BNR Nieuwsradio. Op dit moment is ze te horen als presentator van Spraakmakers op NPO Radio 1. Na wat klussen voor televisie, voor en achter de schermen, maakt ze nu haar debuut als presentator voor het nieuwe seizoen van Mediastorm. HUMAN spreekt haar over deze overgang van radio naar televisie en over het groeiend wantrouwen jegens de media.
Welke televisie-ervaring neem je al mee naar Mediastorm?
En dan nu voor het eerst presenteren op televisie, wat verwacht je daarvan?
“Ik ben vooral nieuwsgierig naar de andere vorm waarin ik mijn werk nu ga gieten. Radio is echt een heel ander medium dan tv, dus daar moet ik mij aan aanpassen. Maar dat vind ik dus juist leuk: af en toe dingen doen waar ik nog niet zo comfortabel mee ben. Daar kijk ik dan ook naar uit.”
Welke aspecten van het televisiemaken voelen voor jou nog oncomfortabel?
“Bij televisie ligt natuurlijk veel nadruk op het beeld. En daar ben ik me niet altijd van bewust. In de radiostudio maak ik altijd veel gebruik van mijn armen. Ik maak het liefst grote, brede armbewegingen terwijl ik praat, zoals je nu ook wel kunt merken. Op tv kan dat niet. Dus daar moet ik op gaan letten.“
Waarom vind jij het belangrijk dat een programma als Mediastorm bestaat?
“Ik denk dat het belangrijk is mensen meer inzicht te geven in de dynamiek van media. Vaak gaat het nu over de mainstream media alsof het één organisch geheel is. Dat werkt natuurlijk niet zo. Ten eerste zijn alle omroepen anders, alle redacties zijn anders en ten slotte zijn ook nog alle mensen die op die redacties werken weer anders. Je kunt dat niet over een kam scheren.
Nieuwsconsumenten zijn kritischer geworden, zij kunnen zelf heel goed hun nieuws vinden en hebben daar vragen bij. Bij de formulering van berichten tot aan vragen over waarom een onderwerp wel of niet besproken wordt. Journalisten moeten zich daar ook aan aanpassen, je wordt daardoor gedwongen beter over je werkproces na te denken. Mediastorm helpt bij dit proces, denk ik. De consument krijgt een kijkje in de keuken en journalisten kijken met een kritische blik naar hun eigen werk en de gevolgen daarvan. Dit is iets wat Mediastorm goed doet.”
Wat zijn voor jou belangrijke media-onderwerpen om te bespreken?
“Hoe media omgaan met het groeiende wantrouwen tegen journalisten of de journalistiek in zijn geheel. Je ziet bijvoorbeeld al dat media vaker uitleg geven over de totstandkoming van een verhaal, om maar een voorbeeld te noemen. In hoeverre helpt dat? Of is er meer voor nodig? Ik hoop met Mediastorm het gesprek daarover aan te gaan en inzicht te geven in hoe mechanismen werken.”
Hoe probeer jij zelf als journalist dat wantrouwen richting de media te verkleinen?
“In ieder geval door mijn bijdrage te leveren aan dit programma. En ook door mezelf constant de vraag te stellen: doe ik het nog wel goed? Klopt het wat ik zeg? Snap ik wat er leeft en hoe vertaal je dat? Ben ik kritisch genoeg? Ben ik voldoende buiten mijn bubbel? Dat doe ik ook op de sociale media. Mijn tijdlijn op Twitter is heel divers: ik krijg van alle kanten input. Verder zorg ik ervoor dat ik ook buiten mijn werk met iedereen een praatje maak. Zo leer ik ook andere mensen kennen die zich buiten mijn vriendenkring en ‘bubbel’ bevinden om zo een breder zicht te krijgen op de publieke opinie.”
Hoe blijf jij zelf tijdens het consumeren van nieuws kritisch?
“Door in ieder geval altijd meer dan één medium te lezen, kijken of luisteren. Zo probeer ik te controleren of het klopt. Maar het is soms wel een zoektocht, want van sommige onderwerpen heb je weinig achtergrondkennis. Neem nu de stikstofcrisis. Ik vind dat een ingewikkeld thema. Een generalist, zoals ik ben, is nooit expert op één bepaald gebied, dus je moet afgaan op mensen die daar verstand van hebben.
Gelukkig zijn een hoop collega’s wel expert, daar ga ik dan op af. Daarnaast moet je op zoek naar deskundigen, het liefst onafhankelijke deskundigen, en meer dan een zodat je kunt vergelijken. En als je die niet kunt vinden moet je altijd onthouden dat diegene jou van informatie voorziet met een bepaalde intentie. Het kan kloppen wat iemand zegt, maar hij of zij legt de nadruk net ergens anders, of laat cijfers weg, zodat het beter klinkt voor hun doel. Dat is dan hun werk en daar moet je scherp op zijn. Ook moet je altijd oog houden voor de dwarse denkers die de boel dan weer overhoop gooien. Voor mij gaat daar de meeste tijd in zitten op een dag. Heel veel lezen, luisteren en kijken.”
Waar kijk je het meeste naar uit in je presentatiedebuut bij Mediastorm?
“Ik vind het heerlijk om over media te praten. Ik zit nu al 25 jaar in het vak en het blijft divers en aan verandering onderhevig omdat technieken veranderen. En de samenleving staat ook niet stil. Daarnaast ben ik heel erg benieuwd hoe zo’n mediaprogramma vormgegeven gaat worden op televisie in plaats van radio.”
Opinievorming onder de loep
Vanaf 1 oktober om 22:10 op NPO 2
Bij Mediastorm worden elke zaterdagavond de gebeurtenissen van de afgelopen week in de wereld van media, opiniemakers en beeldbepalers besproken. Presentatoren Roos Abelman en Tim de Wit buigen zich over kwesties als: hoe komt de publieke opinie tot stand? Hoe wordt die opinie gevoed door de mainstream media, sociale media, de politiek en het lobbycircuit? Wat zien en horen we? Maar misschien nog wel belangrijker: wat zien en horen we allemaal niet?
Kijk Mediastorm vanaf 1 oktober elke zaterdag om 22:10 uur op NPO 2.