Niet alleen is er een gebrek aan diversiteit in Europese instituties, zegt ze, er moet ook prioriteit gemaakt worden van het bestrijden van ongelijkheid, racisme en discriminatie in Europa: "In essentie gaat alles over het krijgen van gelijke kansen." Een gesprek over uitsluiting, het nieuwe EU-plan tegen racisme, en het boek dat je nu moet lezen.
Zoeken was het, voor D66-politica Samira Rafaela toen ze vorig jaar lid werd van het Europees Parlement, naar mensen die op haar leken. Die net als zij zijn: een jonge vrouw van kleur.
Afgelopen vrijdag kwam de Europese Commissie met een actieplan tegen racisme
"De afgelopen maanden, in navolging op de dood van George Floyd, hebben we veel overleg gehad met de Europese Commissie over de zorgen die we hebben over racisme en discriminatie in Europa. Ik ben een van de voorzitters van de Anti-racisme en diversiteit werkgroep van het Europese Parlement. Voor de zomer is er een resolutie aangenomen in het parlement, waarin we ons sterk uitspreken tegen racisme en oproepen om snel plannen te maken om racisme te bestrijden.
Met het actieplan dat er nu ligt, kunnen de Europese instellingen en de lidstaten binnenkort verantwoordelijk gehouden worden voor de manier waarop ze aan de slag gaan met maatregelen tegen racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, in het onderwijs, de gezondheidssector, zelfs in de digitale wereld. Racisme is een van mijn grootste prioriteiten, dus dit is een grote mijlpaal."
Want hoe is het gesteld met racisme in Europa?
"Heel slecht, anders zouden dit actieplan niet nodig zijn. Uit onderzoeken, uit statistieken van het Agency for Fundamental Rights, maar ook van Amnesty International blijkt dat mensen met een migratieachtergrond, mensen van kleur, de Roma gemeenschap, de Joodse gemeenschap en moslims in Europa, significant meer worden benadeeld vanwege afkomst of ras. Dat zijn slechte cijfers. En we hebben dat serieus te nemen. Nooit eerder is er op zo'n hoog politiek en institutioneel niveau erkend dat institutioneel racisme bestaat en dat mensen last hebben van de manier waarop onze instellingen, overheden, en de politiek omgaan met groepen mensen in de samenleving."
Tegelijk vond Rutte het maar ingewikkeld, dat institutioneel racisme
"Het goede aan dit actieplan is dat het de lidstaten sterk verantwoordelijk houdt en een expliciet beroep op hen doet om in actie te komen. Het zal lastig zijn om hier omheen te gaan. En Rutte is ook wel tot inkeer gekomen. Hij heeft met verschillende groepen die het aangaat gesproken over racisme. Hij heeft publiekelijk gezegd dat hij hun boodschap gehoord heeft en begrijpt, dat er geen plek is voor racisme in de samenleving. Maar, het is wel een beetje laat.
Ik ben blij dat we tot inkeer komen, ook in Nederland, maar je zit wel met een generatie jongeren die beschadigd is. Tegen wie je wel kunt zeggen dat ze zich maar moeten invechten, maar dat werkt niet als je te maken hebt met institutioneel racisme en uitsluiting. Het is niet makkelijk om je te verzetten tegen zo'n machtige dynamiek."
Eigenlijk kwam de discussie pas op gang na de dood van George Floyd
"Dat frustreert mij wel, want er zijn tal van onderzoeken en rapporten van de afgelopen jaren, waaruit blijkt dat het slecht gesteld is met racisme en discriminatie in Europa. Het is verschrikkelijk dat het dan een leven moet kosten om wakker geschud te worden.
Ik hoop dat dat niet meer voor hoeft te komen, voor we besluiten om op een hele serieuze manier aan de slag te gaan met dit onderwerp. Ik vind het moedig dat er een jonge generatie de straat op is gegaan, dat Black Lives Matter er is, maar waarom is dat de taak van deze jonge mensen geweest, terwijl al die bewijzen er al waren? Terwijl we eigenlijk hadden moeten werken aan de veiligheid van deze jongeren, moeten zorgen dat zij een veilig en comfortabel leven hebben."
Wat is er concreet afgesproken?
"De Europese Commissie heeft aangegeven dat ze bestaande wetgeving gaat evalueren en onderzoeken hoe lidstaten zich de afgelopen jaren hebben beziggehouden met wetgeving die mensen moet beschermen tegen discriminatie en racisme. Als dat niet voldoende is gebeurd, dan wordt er actie ondernemen tegen die lidstaten. Dat is een belangrijke en sterke actie. In 2022 moeten alle lidstaten met een nationaal actieplan komen, dat een jaar later geëvalueerd zal worden. En de commissie gaat zelf ook aan de slag om meer diversiteit aan te trekken binnen de eigen instelling.
Ook zullen de steden in Europa uitgelicht gaan worden die het best werken aan diversiteit en inclusie, en komt er een top die gaat over deze onderwerpen, waarop lokale, regionale, nationale en Europese vertegenwoordigers samenkomen om tot een aanpak te komen. Mooie zaken, waarvan ik denk dat het goed is dat het gebeurt. Tegelijk ga ik kritisch kijken naar de targets waarmee gewerkt wordt, naar de manier waarop de lidstaten worden aangesproken. Verder wil ik dat er veel meer data en casuïstiek verzameld gaat worden, waarmee institutioneel racisme en institutionele discriminatie aan het licht gebracht kunnen worden."
In het actieplan wordt de hand in eigen boezem gestoken: ook de Europese instellingen moeten meer divers
"De eerste dag dat ik hier binnenliep, ben ik op zoek gegaan naar mensen die op mij lijken. Halleluja, dacht ik, toen ik iemand tegenkwam. Dat is niet per se een normale reactie. Met andere woorden: er is weinig diversiteit binnen het Europees Parlement. Het begin een beetje te komen. Ik zie dat zelf ook: ik zit er nu, als jonge vrouw van kleur, en heb me hard gemaakt voor dit onderwerp. Dan merk je direct wat het effect van representatie kan zijn. Maar je ziet dat individuen hard moeten werken om erkenning te krijgen voor deze onderwerpen.
Te vaak nog krijg je het gehoor niet, omdat je met te weinig bent. Dat werkt ondermijnend voor de kwaliteit van nieuwe wetgeving, voor de rechtsstaat. Als je fundamentele rechten van individuen wilt beschermen, dan moet je zorgen dat die individuen een plek hebben binnen de instellingen waar besluitvorming tot stand komt. En als ik om me heen kijk, krijg ik niet het idee dat dit de juiste representatie is van Europa. Dat moet echt anders."
Waar zit dat in?
"Het zit al in de verkiezingsprogramma's van politieke partijen. Ik ben erg blij dat mijn eigen partij een belangrijk punt heeft gemaakt van het bestrijden van racisme en het tegengaan van sociale en economische ongelijkheid. Met die inhoud ga je mensen trekken die zich kunnen verhouden tot die onderwerpen, die daar in hun dagelijks leven mee te maken hebben. Dan gaat het vervolgens om wie er in de politieke arena staat. Als je dat bekijkt, met name in Nederland, dan is dat niet de juiste representatie.
Er moet meer diversiteit komen in de verkiezingslijsten. Dat moet ook van onderaf gebeuren: kom je in de buurthuizen, kom je in de scholen, kom je op de voetbalvelden, kom je op plekken waar je diversiteit gaat vinden? Dan heb je ook te maken met een generatie die last heeft van uitsluiting, discriminatie en racisme.
Ik heb daar zelf ook last van gehad. Ik kan daarover meepraten en weet welk effect het op je heeft als je geen vangnet hebt, geen mensen met wie je deze problemen kunt delen, geen mentoren in je omgeving. Al die zaken spelen mee in de manier waarop mensen uiteindelijk besluiten om kansen te pakken, door te gaan, of zich in dit geval aan te sluiten bij een politieke partij. Je moet mensen empoweren, ze aanmoedigen om hun hand op te steken."
Ik kan me ook voorstellen dat uitsluiting zorgt dat je je vertrouwen verliest in politieke instituties
"Natuurlijk is dat ondermijnend aan het draagvlak, aan de legitimiteit van instituties. Ik heb bij de politie gewerkt en geadviseerd over het onderwerp inclusie. Om je draagvlak in de samenleving niet te verliezen, is het cruciaal om te werken aan inclusie. Dat geldt voor de politie, dat geldt voor de overheid, voor de politiek. Je zult het vertrouwen van mensen moeten hebben, willen die mensen accepteren dat wat jij doet, ook het goede is. Als je mensen op institutioneel niveau uitsluit, dan is dat een bedreiging voor je samenleving."
Je zegt dat je zelf ook met uitsluiting te maken hebt gehad, maar bent toch de politiek ingegaan
"Wat ik zelf heb meegemaakt aan onrecht en wat ik om mij heen zag, dat is mijn grootste drijfveer. Ik heb altijd een vechtersmentaliteit gehad en me verzet tegen onrecht, maar ik had ook een omgeving waarmee ik daarover kon praten. Ik werd thuis opgevangen, dat is een hele belangrijke voorwaarde, zeker voor een jongere, om overeind te blijven.
Maar ik heb ook ondervonden dat onrecht iets deed met mijn zelfvertrouwen, met de manier waarop ik naar mezelf keek. Dat is een nare emotie. Ik kon daar mijn veerkracht in vinden, maar ik zag ook dat andere jongeren niet om konden gaan met de beschadiging van hun zelfbeeld die hen werd aangedaan. Dat is voor mij de reden geweest om de politiek in te gaan, om in die arena de problemen aan te kunnen kaarten. En nog steeds krijg ik wel eens de vraag of ik niet te veel met discriminatie bezig ben. Daar kan ik me zo aan irriteren."
Want je kunt er niet genoeg aandacht aan besteden?
"Of we het nu hebben over iedereen mee willen krijgen in klimaatmaatregelen, over de arbeidsmarkt, migratie, of over handel: in essentie gaat alles over het krijgen van gelijke kansen. Je kunt hele grote plannen hebben, maar als je mensen geen gelijke kansen geeft, dan kun je ze ook niet meenemen in de mooie ontwikkelingen die je voor elkaar probeert te krijgen. Als politica probeer ik dat aan het licht te brengen. Werken aan sociale en economische gelijkheid, dat is waar het om gaat."
Je hebt een boek gekozen dat we nu moeten lezen, welke is het?
Morgen komt geen dag te laat: Hoe de pandemie Europa verandert, van Ivan Krastev. Een tijd geleden liep ik op het station een boekwinkel binnen, daar zag ik het liggen. Het praatte tegen me, de titel sprak me enorm aan, als Europarlementariër middenin de coronacrisis. Het boek gaat over de ingewikkelde dilemma's waar politici mee te maken kregen tijdens de pandemie.
Als sociaalliberaal kijk ik naar de balans die liberale democratieën moeten vinden tussen het bewaken van individuele vrijheden van mensen en het toepassen van de noodmaatregelen, die weer raken aan die vrijheden. Zeker aan het begin van de crisis hebben we nationalistische tendensen gezien. Grenzen gingen dicht, reizigersverkeer was niet meer mogelijk, handel werd lange tijd stilgelegd.
Het boek is een confronterende reflectie op de rol die de EU in het begin van de crisis heeft gespeeld, hoe lidstaten zich onderling niet altijd begrepen voelden en zich afvroegen hoe het nu eigenlijk zat met de gezamenlijkheid, met de solidariteit."
Laat de pandemie zien dat we zonder de EU kunnen, of het tegendeel?
"Er is een aantal scenario's mogelijk, waarvan voor mij de meest interessante is dat de EU zich ontwikkelt tot een sterke, strategische, autonome kracht in de wereld. Tot een Europese bond, omdat we gezien hebben hoe afhankelijk we van elkaar zijn in het bestrijden van een crisis als deze, maar ook als het gaat om zaken als gezondheidszorg, handel, klimaat. Krastev gaat in op de nationalistische reflexen, en laat zien dat het kantje boord was en dat als die nationalistische reflexen zich blijven voordoen, dat een bedreiging is voor de EU. Maar hij laat ook zien dat het tij gekeerd kan worden.
De pandemie heeft juist ook de onderlinge afhankelijkheid benadrukt. Denk aan de medische middelen die werden uitgewisseld, patiënten die over nationale grenzen heen werden opgenomen in ziekenhuizen. Protectionisme kan, en dat vind ik een mooi inzicht, maar dan wel op Europese schaal. We moeten nu werken aan een sterke EU, die zich verhoudt tot andere grootmachten en geopolitieke ontwikkelingen in de wereld. Ik heb Krastev gelezen als een aanmoediging, maar ook als een hele scherpe waarschuwing. De EU staat op een kruispunt: maak er wat van."
Onder vrienden van Human verloten we vijf exemplaren van Morgen komt geen dag te laat: Hoe de pandemie Europa verandert. Meer informatie over de winactie vind je hier. Reageer vóór 19 oktober 2020 om kans te maken.