Nadat Ester Gould het woord heeft genomen, begeleidt Hoessein Alkisaei het gesprek. Vandaag doen zo'n driehonderd mensen mee, dus een strakke regie is nodig, wil niet iedereen door elkaar praten. Door een virtuele hand op te steken, geeft Alkisaei mensen het woord.
In het gesprek komt al snel aan bod dat bij veel kinderen een heftige thuissituatie realiteit is en dat ze op school dan ook nog moeten opboksen tegen hun kansrijke klasgenoten. Als klap op de vuurpijl wordt die vervelende thuissituatie soms ook nog gebruikt als excuus voor tegenvallende onderwijsresultaten. “Het is belangrijk dat leraren voor je strijden,” zegt een deelnemer. “Een onderwijskracht moet meer doen dan noodzakelijk. Anders wordt een leerling dubbel gestraft: én een slechte thuissituatie én lage verwachtingen.”
Regisseur Gould voegt hier aan toe dat we van nature de neiging hebben het kind de schuld te geven. “Het is het kind dat niet wil leren, het kind gedraagt zich niet, het kind heeft een slechte thuissituatie. En als het niet aan het kind ligt, dan ligt het aan de ouders. Wanneer kijken leraren naar hun eigen rol?”
Juf Jolanda zegt in Klassen: “Er is geen kind dat niet wil leren.” De crux is dat de motivatie blijvend aangewakkerd moet worden. Dat doe je door alle kinderen serieus te nemen en voor vol aan te zien. Kijk en luister naar wat ze nodig hebben. “In Nederland minachten we kinderen te vaak,” zegt een deelnemer. “En zo verliezen ze hun natuurlijke leergierigheid, want er wordt niet naar ze geluisterd of ze worden niet serieus genomen.”