Meer weten over de hoofdpersonen uit seizoen 2 van Roosen & Borst? Je vindt het op deze pagina.

Alle hoofdpersonen op een rij

Chrisje Comvalius en Leander Baas

Chrisje is 75 jaar en weet al heel lang dat ze euthanasie wil als dat op een dag nodig is. En nu ze, naast een hartkwaal, ook de diagnose Alzheimer heeft, moet ze gaan handelen. Haar zoon Leander steunt haar in haar wens, maar het ‘regelen’ van die euthanasie gaat niet van de ene dag op de andere. Is ze nog op tijd? Ze oogt jong en sterk, maar ze zou de eerste niet zijn bij wie de ziekte ineens harder gaat dan gehoopt en de euthanasieprocedure inhaalt. En dat terwijl ze het hospice al geregeld heeft en ook de regie over haar uitvaart niet uit handen geeft… 

Henk en Nina Blanken

Journalist Henk Blanken, parkinsonpatiënt, schrijft al jaren over zijn gedroomde levenseinde, waarin hij zijn naasten een grotere rol toe zou willen kennen. Maar met zijn dochter Nina, ook journalist, heeft hij de heikele kwesties in hun relatie nauwelijks nog besproken. Ondanks zijn fysieke kwetsbaarheid en de grote kans op dementie, is zijn geest nog glashelder. Op het scherpst van de snede maar ook liefdevol, voert Adelheid het gesprek met hen over hoe hij zijn vaderschap heeft vormgegeven.

Roel en Suzanna Louissen

Roel, die lijdt aan Lewy Body Dementie, wordt vanuit het verpleeghuis wekelijks opgehaald door zijn goede vriend, boer Jan. Samen zorgen ze dan voor de paarden en schillen ze appels en peren. Jan zorgt liefdevol voor zijn oude vriend, zoals die dat ooit deed voor de ouders van Jan. Hoe lieflijk dit ook klinkt, de realiteit is toch ook hard: Roel wordt geteisterd door hallucinaties, die bij deze vorm van dementie aan de orde van de dag zijn. Zijn dochter Suzanna probeert het voor hem wat ‘lichter’ te maken, door bezoekjes aan de kerk en andere uitjes. Maar Roel heeft er steeds minder lol in.

Frits Kools en zijn kinderen Anja, Trees, Miranda en Jos

De zussen Anja, Miranda en Trees bezoeken dagelijks hun oude vader Frits in het verpleeghuis - met zeer gemengde gevoelens, maar ze gaan. En ze praten met elkaar veel óver hem, maar niet mèt hem - althans niet over de belangrijke zaken van het leven. Terwijl Frits weliswaar dementie heeft, maar nog wel wilsbekwaam wordt geacht. Wat drijft die zussen? En wat is er allemaal voorgevallen in het leven van de familie Kools dat de band tussen Frits en zijn kinderen zo weinig vanzelfsprekend is? Ook met broer Jos verloopt het stroefjes. Aan het eind van de rit komt het toch op 1 ding neer: de ‘zegen’ van hun vader. Maar gaat hij ze die ooit nog geven? 

Conny en Dirk-Arie Markesteijn

Conny is vijftig jaar en heeft FTD, een erfelijke vorm van dementie. Ze is heel vrolijk en op het eerste gezicht lijkt er niks met haar aan de hand, ook al lacht ze wel heel veel en zegt ze heel vaak ‘lekker hor’ en ‘pinguïn’. Haar kinderen zijn net geen pubers meer als de vraag zich opdringt of Conny nog wel thuis kan wonen, nu ze zoveel verzorging nodig heeft. Haar man Dirk-Arie, verzorgt haar, met hulp van vrienden, familie en de kinderen, heel liefdevol, maar er zit een grens aan zijn kunnen en willen. Conny heeft het gesprek over haar dood niet meer kunnen voeren -ze was al te ver heen. Samen proberen ze datgene te doen, waarvan ze denken dat Conny dat zou hebben gewild. Maar, zoals haar zoon Lars het verwoordt: “dat staat nergens”. 

Franc en Mayke Janssen

Voor Franc is de toekomst ongewis: die kan nog heel lang duren, of juist te kort. Hij kreeg vier jaar geleden de diagnose Alzheimer; op het oog is er niks aan de hand. Ja, hij zoekt wat naar woorden en verdwaalt soms. En hij moest afscheid nemen van zijn folk band, want twee of drie dingen tegelijk doen, dat kan hij niet meer. Hij vindt het een ondraaglijke gedachte dat hij op een dag zijn ‘waardigheid’ gaat verliezen, dus wil hij euthanasie, maar dan moet hij wel kunnen blijven verwoorden dat hij dat wil, en dat gaat hem steeds moeilijker af. Zijn vrouw Mayke zit met het dilemma dat ze Franc wil steunen in zijn euthanasiewens, en wil waarschuwen als hij daarvoor te laat dreigt te zijn, maar ze mag er niet aan denken om hem, al is het dan uit liefde, de dood in te praten.

Mihri en Ufuk en hun ouders

Mihri’s ouders lijden allebei aan dementie: ze heeft ze op één dag samen naar het verpleeghuis moeten brengen, toen haar toen nog thuiswonende broer Ufuk tijdelijk niet voor ze kon zorgen. In de Turkse cultuur praat je niet over de dood; op een dag is het gewoon zo ver. En als kinderen, in Nederland opgegroeid, kan je dan behoorlijk in dubio zitten over de laatste levensfase van je ouders. Want: hoe wilden ze eigenlijk begraven worden? En waar?  Als je ouders dat zelf niet meer kunnen vertellen, heb je gelukkig de geestelijk verzorgers nog, die in elk geval weten hoe het ‘hoort’. Mihri hoopt gerustgesteld te worden en zo haar schuldgevoel te beperken.