Haatboodschappen komen volgens Pieters voort uit angst of afkeer tegen bepaalde groepen mensen, ook als het zich op individuen richt. “De haatspraak kan gericht zijn op één persoon, maar het heeft vaak betrekking op een groep met dezelfde kenmerken,” zegt Pieters. “Als iemand bijvoorbeeld iets vrouwonvriendelijks zegt als: ‘met zulke kleren vraag je erom verkracht te worden,’ is dat tegelijkertijd een hatelijke uitspraak over andere vrouwen die zich zo kleden.”
Maar wat doen al dat soort nare uitspraken met je? Als iemand constant een stroom aan negatieve berichten over zich heen krijgt, dan heeft dat mentaal ernstige gevolgen, stelt Pieters. “Psychologisch kan online haatspraak zware negatieve effecten hebben op mensen. Iemand krijgt het gevoel dat een grote groep hem of haar niet aanvaardt, want ze vallen buiten de boot. Soms worden mensen boos, soms sluiten ze zich af van de wereld en het kan zelfs zo ver gaan dat iemand niet meer verder wil leven.”
Volgens Pieters is online haatzaaien niet alleen schadelijk voor het slachtoffer, maar ook voor de maatschappij. Het zorgt namelijk voor een onveiligere omgeving voor iedereen. “Aan de ene kant kunnen mensen voorzichtiger worden, uit angst om slachtoffer te worden van online haat,” zegt Pieters.
“Aan de andere kant is het gevaar dat mensen gaan denken dat de haatspraak terecht is of klopt," zegt Pieters. "Als je bijvoorbeeld maar vaak genoeg hoort: ‘We moeten al die vluchtelingen terugsturen, want ze zijn hier alleen om van ons te profiteren,’ dan gaan mensen dat op een gegeven moment geloven. Zo ontstaan vooroordelen en krijgen bepaalde groepen geen kans meer in de samenleving."