Gaat Nederland dit jaar de verplichte vermindering van CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 halen? We bespraken het met Pieter Boot, sectorhoofd Klimaat, Lucht en Energie bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

De CO2-uitstoot moest in 2020 met 25 procent dalen ten opzichte van de uitstoot in 1990. Dat was de uitspraak van de rechter in de zaak die Urgenda tegen de Nederlandse Staat had aangespannen. Het ziet er nu naar uit dat het de regering niet is gelukt dit voor elkaar te krijgen: de uitstoot daalde met ongeveer 24,5 procent, zo laten voorlopige cijfers van het CBS zien. Dit percentage lijkt dichtbij het verplichte doel te liggen, maar een deel van deze daling was te danken aan de (economische) gevolgen van de coronacrisis en dus niet structureel.

De vraag is nu: gaan we de daling van 25 procent dit jaar wel halen? En wat zijn essentiële stappen die we voor deze emissiereductie moeten nemen? HUMAN sprak hierover met Pieter Boot, hoofd Klimaat, Lucht en Energie bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Toenemende uitstoot

Ieder jaar komt het PBL eind oktober met een rapport over het gevoerde klimaatbeleid en de verwachte effecten daarvan. Pas tegen die tijd kan het PBL officiële uitspraken doen over of de jaarlijkse klimaatdoelen gehaald gaan worden, en ook dan moeten de laatste maanden van het jaar uiteraard nog komen.

"Maar je hoeft geen genie te zijn om te zien dat de emissie dit jaar, tot nu toe, juist toeneemt," zegt Boot. "Vorig jaar hadden we vanwege corona dik een half jaar met minder automobiliteit. Het autoverkeer zien we dit jaar weer toenemen. Dit voorjaar was kouder dan vorig jaar. Mensen hielden langer de verwarming aan, dus ook daar zien we een opwaartse factor voor de emissies. En in 2020 hadden we in de eerste helft van het jaar veel zon en wind, waarmee we groene energie kunnen opwekken. Dat is dit jaar tot nu toe al minder."

Een belangrijke onzekere factor voor de uitstoot van Nederland in 2021 zit in de elektriciteitsvoorziening. De uitstoot van die sector hangt namelijk voor een groot deel af van de gasprijs. In Nederland hebben we veel gascentrales. Als de gasprijs laag is, produceert Nederland meer energie voor het buitenland. Een gascentrale heeft bij lage gasprijs een betere concurrentiepositie dan een kolencentrale. "Dat is natuurlijk hartstikke fijn voor Europa, want dan draaien de kolencentrales minder," zegt Boot. "Maar het is minder fijn voor Nederland qua nationale uitstoot, want onze gascentrales draaien dan dus juist meer."

Met z’n allen hard gaan, naar nul uitstoot

Als de uitstoot in totaal omlaag gaat, waarom houden we dan zo vast aan die nationale emissiereductie? Want als Nederland door maatregelen ervoor zorgt dat Duitsland minder CO2 uitstoot, dan maakt dat voor het totaal niet uit, zou je kunnen zeggen.

"Aan de ene kant is het een beetje gek dat je nationale doelen formuleert binnen de Europese markt," beaamt Boot. "Maar aan de andere kant is het natuurlijk zo dat we in Europa per land de wetten maken, dus er zijn weinig andere opties dan dat je je aan deze nationale verplichtingen houdt."

Daarnaast maakt het volgens Boot op de lange termijn ook niet zoveel uit. "Het is echt een overgangsprobleem, want in 2050 moet iedereen in Europa zijn uitstoot van broeikasgassen op nul hebben. En daarnaast heft het elkaar ook weer op.

Wij hebben tien jaar geprofiteerd van de import van elektriciteit uit Duitsland bijvoorbeeld. Nu lopen wij weer in met de elektriciteitsproductie van onze windmolens, die Duitsland nodig gaat hebben omdat daar de kerncentrales gaan sluiten. Dus soms profiteer je een beetje van de inspanning van een ander land, en soms heb je daar pech mee. Zolang de Europese landen naar hetzelfde streven, gaan we met z’n allen heel hard."

Dapper beleid

Om dit jaar als Nederland wel een nationale emissiereductie van 25 procent ten opzichte van 1990 te behalen, kan voor Nederland het sluiten van kolencentrales (of het minder laten draaien ervan) een belangrijke rol spelen. Voor deze maatregelen is echter verandering in de wetgeving nodig en het kost tijd om dat door te voeren. Het is nog niet bekend of dat in dit jaar gaat lukken.

Zo zijn er nog meer plannen die de emissies aanzienlijk omlaag zouden kunnen brengen, maar waarvan nog niet bekend is wanneer ze precies worden uitgevoerd. Binnen de industrie, de grootste uitstoter in Nederland, hoopt de regering bijvoorbeeld dat bedrijven de komende jaren schone investeringen gaan doen.

"Wat de industrie betreft heeft Nederland eigenlijk best dapper beleid gevoerd," zegt Boot. "Er is wetgeving ingevoerd waardoor bedrijven meer voor hun CO2-uitstoot moeten gaan betalen. De prijs voor de uitstoot is hoger dan de Europese prijs, maar Nederland wilde niet op de rest wachten. Tegelijkertijd biedt de Nederlandse overheid subsidies aan voor het doen van duurzame investeringen, meer dan bijvoorbeeld Duitsland doet. Nederland hoopt met die subsidies dat bedrijven ondanks de kosten voor hun CO2-uitstoot toch hier gaan investeren."

Zulke investeringen zijn alleen niet zomaar gedaan, ziet Boot. "Stel je bent een raffinaderij. Dan doe je één keer in de zes à zeven jaar een grote revisie, waarvoor je je bedrijf twee maanden stillegt. Op zo’n moment kun je ook je vernieuwingen doorvoeren. Alleen het hangt er voor de nationale uitstoot natuurlijk helemaal vanaf wanneer zo’n bedrijf dat in de komende periode gaat doen. Je kunt niet afdwingen dat dat dit jaar gebeurt."

Het zou nu kunnen klinken alsof de 25 procent reductie in beginsel al een onmogelijke opdracht was. Maar al in 2015 deed de rechter in de zaak die Urgenda had aangespannen een uitspraak waarin de staat verplicht werd om in 2020 de emissies met een kwart omlaag te brengen. "Als de toenmalige regering dat serieus had genomen, dan hadden raffinaderijen de afgelopen periode al één keer zo’n revisie gehad.

"Alleen dat deed de regering toen niet. Pas de huidige regering is het probleem echt serieus gaan nemen. Dus ik begrijp wel dat Urgenda zegt: 'Jongens, we hebben lang genoeg gewacht.' In een rechtsstaat moet een rechterlijk vonnis immers gewoon nageleefd worden, zeker als een vonnis aan de overheid gericht is."

Betrokken burgers

Naast aanpassingen in de industrie, zijn er ook veranderingen nodig in andere sectoren om uitstoot omlaag te krijgen. Het gaat dan om onze mobiliteit, landbouw, elektriciteitsvoorziening en woningen. Daarvoor zijn aanpassingen nodig, die ook direct burgers raken. En daar zitten mensen vaak niet op te wachten, ziet Boot.

"Vaak zien we dat de burger veel begrip heeft voor verduurzaming, zolang het hem zelf niet raakt. Dat Shell heeft verloren in de rechtszaak die Milieudefensie ertegen had aangespannen, vinden veel mensen bijvoorbeeld prachtig. Maar het probleem ontstaat wanneer je er zelf last van krijgt, bijvoorbeeld omdat je nog maar honderd mag rijden op de snelweg."

Volgens Boot is het belangrijk om de betrokkenheid van burgers te vergroten door hen inspraak te geven in wat er gebeurt. Daarom vindt het PBL dat we kunnen leren van zogeheten burgerfora uit omringende landen. "Dergelijke fora hebben ze in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk al opgericht," zegt Boot.

"Zo’n forum bestaat uit tussen de honderd en honderdvijftig mensen die samen een representatieve groep vormen. Daarbij moet je denken aan bijvoorbeeld afkomst, leeftijd, opleidingsniveau en of je cynisch tegenover klimaatverandering staat of juist niet. Die groep heeft dan als doel om advies te geven aan de overheid, in dit geval over hoe we klimaatverandering tegen moeten gaan."

De uitkomsten van deze fora kunnen voor verrassingen zorgen, zo bleek in het Verenigd Koninkrjk. "De Britse regering was van plan om zeer fors in te zetten op het opslaan van CO2-uitstoot, in plaats van de uitstoot te verminderen. Toen heeft het burgerforum gezegd: van ons mag je de landbouw harder aanpakken en meer inzetten op gedragsverandering van burgers. Wat je daarmee aan uitstoot vermindert, hoeft dan niet te worden opgeslagen onder de grond. Dat was een bijzondere uitspraak, afkomstig van een representatieve groep burgers."

Natuurlijk is voor het goed functioneren van deze burgerfora wel een aantal voorwaarden belangrijk. Eén van de belangrijkste is volgens Boot dat van tevoren wordt afgesproken wat de regering met het advies gaat doen. Een goed voorbeeld daarvan is Frankrijk. "In Frankrijk had president Emmanuel Macron van tevoren gezegd dat hij alle voorstellen van het burgerforum zou behandelen, op drie veto’s na. En daar heeft hij zich min of meer aan gehouden, ook toen hij uiteindelijk 149 voorstellen kreeg voorgedragen."

Regeerakkoord

Hoe de klimaataanpak er in Nederland precies uit gaat zien, is nog niet te voorspellen. Boot gaat er in ieder geval vanuit dat de komende regering de nodige aanpassingen gaat doorvoeren, ongeacht hoe de samenstelling ervan precies gaat zijn.

"De Klimaatwet is met een grote meerderheid aangenomen en daarin staat dat we in 2050 minimaal 95 procent minder moeten uitstoten dan in 1990. Als al die partijen die voor de Klimaatwet stemden zich gewoon houden aan wat ze zelf gezegd hebben, dan maak ik mij niet zoveel zorgen over wie er in de regering komt wat de reductiedoelen betreft. Of partijen in het regeerakkoord niet gaan vergeten waarvoor ze zelf bij de Klimaatwet hebben gestemd? Dat zullen we moeten bekijken als het er ligt."  

Kijk De Grote Klimaatkwis

Zelf weten wat je kunt doen voor een beter klimaat? Kijk De Grote Klimaatkwis op terug op NPO Start. Harm Edens test met Anna Gimbrère wat BN'ers al weten van het klimaat en laat zien wat beter kan.

Meer over de klimaatransitie