De Nederlandse overheid streeft naar een aantal belangrijke klimaatdoelen. Zo zijn er VN-verdragen, waarin met de hele wereld is afgesproken de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. CO2 is zo'n broeikasgas, maar ook methaan en lachgas vallen onder die noemer. Het meest recente verdrag is het VN-Klimaatakkoord van Parijs. De afspraak daarin: in 2030 moet de EU gezamenlijk minimaal veertig procent minder broeikasgassen uitstoten.
Nederland heeft eigen landelijke doelen gesteld. Zo moeten we in 2050 uiteindelijk 95 procent minder broeikasgassen uitstoten, ten opzichte van 1990. Om dat doel te bereiken heeft de overheid een tussendoel gesteld: 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030.
De rechter besliste in 2015 bovendien dat de overheid meer moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. De Staat moet ervoor zorgen dat de uitstoot in Nederland aan het eind van 2020 ten minste 25 procent lager is dan in 1990. Dit werd in 2018 bevestigd in hoger beroep. Urgenda had de rechter om deze uitspraak verzocht, en dit doel is zodoende bekend komen te staan als het Urgenda-doel. Uiteindelijk hield de Hoge Raad eind 2019 het vonnis in stand, waarmee het definitief is geworden. Hoger beroep is niet mogelijk.
Bent u er nog?
Mooi, want naast de doelen die uitstoot betreffen, wil het kabinet ook een doel halen wat betreft energie. Eind 2020 moet veertien procent van de verbruikte energie duurzaam zijn opgewekt, en moet ons totale energieverbruik honderd petajoule lager zijn dan in 2013.