Net zo goed een vorm van silencing is dat rondom de Black Lives Matter-protesten in Nederland het vaak over andere dingen ging. Jones: “In de discussie over het protest op de Dam werd gezegd dat het niet in het algemeen belang was dat er zoveel mensen bij elkaar kwamen, omdat er een coronacrisis was. Terwijl je ook kunt zeggen dat er een crisis van systemisch racisme in de Nederlandse samenleving is. Door te focussen op de procedure van de demonstratie, verdween die dimensie in de politieke discussie naar de achtergrond.”
Zeefuik onderschrijft die stelling. “Wanneer een groep opgeschoten witte mannen op een of ander strand een boa aanvallen, maakt niemand zich druk of ze wel anderhalve meter afstand houden van elkaar. Maar wanneer het over racisme gaat, gaan we het hebben over de veiligheid, zodat we het niet over racisme hoeven te hebben.”
In reactie op de suggestie dat het hierbij om cynisme gaat, stelt Jones: “Dit is geen cynisme. Als je iemand cynisch noemt, zeg je eigenlijk dat die persoon niet constructief bezig is. Maatschappijkritiek is niet cynisch, het is juist constructief zijn. Het gaat om bouwen aan een samenleving, waarvan je een beeld hebt hoe die moet zijn. Het drukt juist een sterke mate van betrokkenheid uit.”
Bovendien, vult Zeefuik aan, aan wie stel je die vraag. “Vaak wordt aan Zwarte mensen gevraagd: ‘Hoe voorkom je dat je cynisch of boos wordt’. Terwijl het voorkomen van boos worden om racisme niet bij degene ligt die zich ertegen moet wapenen. De vraag is eigenlijk: Hoe zorg je er als persoon van de dominante groep voor dat je niet racistisch bent? Op die manier voorkom je boosheid.”
Jones vult aan: “Het probleem wordt verlegd naar de schouders die direct worden geraakt door racisme, terwijl je het eigenlijk zou moeten hebben over dominantie. Dominantie is het probleem.”