We treffen Nicole van Vessum vroeg in de ochtend in Amsterdam, in de Staalhuisvilla in de Tolhuistuin, waar de organisatie van de Parade zit. Ze zit achter een flinke mok koffie (die tijdens het gesprek van een uur niet leeg gaat) en ze heeft ongeveer drie kwartier, want ze moet zo met de trein. De Parade is amper een week achter de rug, maar de directeur is alweer bezig met de editie 2020 en wat daarna komt. Zo moet ze dadelijk naar een afspraak om te onderzoeken of de Parade een vijfde stad kan aandoen in de nabije toekomst.
Nadat de laatste stekker uit het terrein in Amsterdam werd getrokken 25 augustus, kwam er een einde aan Parade 2019. Samen met directeur Nicole van Vessum kijken we terug op 'het jaar dat alles klopte'.
Drie kwartier moet genoeg zijn om samen met mediapartner Human terug te blikken op de afgelopen editie van de Parade - of zoals Van Vessum het vaak noemt: “dat ding”. Twee maanden lang toerde “dat ding” weer door Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Zelf staat Van Vessum ook met een caravan backstage, hoewel ze een ander ritme aanhoudt dan de meeste medewerkers, die twee maanden lang in een bubbel leven.
Van Vessum hanteert een ritme van drie dagen Parade, twee dagen thuis. 'Ik denk dat het gezond is om er af en toe een beetje boven te hangen en te kijken wat er nog meer is in de wereld. Maar ik moet daar wel zijn, ik moet weten wat er gebeurt. Ik ben zeven maanden aan het voorbereiden, dus ik wil met mijn eigen ogen zien of het inderdaad is wat we dachten dat het zou zijn.'
Voor het eerst dat alles klopte
Als Van Vessum met een optimistische bril de afgelopen twee maanden bekijkt, kan ze niet anders concluderen dan dat Parade 2019 een succes was. 'Twaalf jaar geleden begon ik als directeur en dit is de eerste keer dat ik het gevoel heb dat alles klopte. Het is natuurlijk altijd zoeken naar de perfecte balans van grote voorstellingen, kleine voorstellingen en wat je nog meer wil laten zien. Ik wil andere jaren niet tenietdoen, maar alles klopte op de één of andere manier. Dat zag je ook aan de reactie van het publiek en de pers. Dat is dan toch de kroon op mijn werk.'
Hoe ze dan nu tegenover ons zit in de lege vergaderruimte op de eerste verdieping van de Staalhuisvilla? Voldaan? Vol energie of juist uitgeput? 'Nou, niet per se uitgeput, maar wel blij dat het er weer op zit. De afgelopen maanden heb ik een overkill aan mensen gehad, en nu het seizoen erop zit, kan ik me even gedeeltelijk terugtrekken, kan ik even kluizenaar zijn. In oktober ga ik nog dan nog tien dagen naar Portugal - hoewel mijn telefoon dan altijd aan staat - en daarna gaan we weer vol voor 2020.'
Typische vervelende Nederlander
Kijkt ze met een pessimistische bril naar de afgelopen editie, dan betreurt ze dat de Parade ondanks alles zo kwetsbaar blijft. 'We hadden een goed team medewerkers, goeie artiesten, goeie kritieken, maar we blijven afhankelijk van zoiets als het weer. Een hittegolf in Utrecht, maar in Amsterdam en Den Haag heel veel regen. Er werken vierhonderd man elke dag, die niet veel maar toch iets betaald krijgen, die met een tentje moeten kunnen staan, die moeten eten en drinken elke dag, de tenten moeten worden gehuurd, etcetera. Dat geld moet ergens vandaan komen.'
En dus houdt Van Vessum twee maanden lang dagelijks Buienradar in de gaten, de app die haar humeur kan maken of breken. 'Ik ben in die zin een typische vervelende Nederlander. Je kunt er niks aan doen, het weer, maar het beïnvloedt me. Tuurlijk gaan mensen ook als het regent naar een voorstelling, maar die zitten niet op een terras. Bij ons draait het om de entree, de theaterkaarten en de horeca. Daardoor blijft anders overeind. Maar als heel veel mensen naar theater gaan en niet naar de horeca, dan verdienen we te weinig aan horeca en zijn we niet rendabel. Staan daar tweehonderd man achter een bar niks te doen, bij wijze van spreken.
'Daar maak ik me zorgen om, hoe kwetsbaar we zijn. Veel mensen denken dat we een grote commerciële machine zijn, maar dan vergeten ze hoeveel mensen er bij ons werken en hoeveel het kost om zo’n dorp alleen maar neer te zetten. In die zin kan ik nooit echt op mijn lauweren rusten.'
Middelpuntvliedende kracht
Sinds haar achttiende is Van Vessum betrokken bij de Parade, hoewel dat destijds nog Boulevard of Broken Dreams heette en zij tenten bouwde namens het Werkteater. Met de Boulevard reisde ze vier jaar mee tot het faillissement eind jaren tachtig. Dat was het moment dat Van Vessum op eigen benen ging staan en een uitstap maakte naar de Uitmarkt. Maar zoals dat gaat met middelpuntvliedende kracht, kwam ze in 2000 terug bij geestelijk vader Terts Brinkhoff, die inmiddels al tien jaar met de Parade door Nederland trok. Tot 2007 programmeerde ze samen met Terts - 'mensen kenden mij niet en dachten dat ik de blonde assistente was van Terts' - om daarna alleen als artistiek directeur verder te gaan.
'Als je dan directeur bent, wil je dingen veranderen, wil je zo’n festival eigen maken. En dat is best spannend. De eerste tien jaar zat ik in een overlevingsmodus. Zo van: het moet goed gaan, het moet lukken, we mogen geen verlies draaien, compleet hysterisch altijd. Vijf jaar geleden had ik voor het eerst dat ik rondliep over het terrein en dacht: Dit is allemaal van mij en ik kan doen wat ik wil. Ik zag voor het eerst wat een bijzonder ding het toch is. Dat er dove medewerkers gewoon meewerken in het geheel, dat er mooie voorstellingen zijn, dat iedereen te eten en te drinken heeft en kan slapen, dat het een gigantische organisatie is, terwijl iedereen denkt dat we een soort hippiefestival zijn. Sinds dat jaar zie ik de schoonheid van het festival en mijn rol daarin, met dit jaar dus als ultiem jaar, waarin alles klopte.'
Nog steeds relevant
Elk jaar moet ze tachtig gezelschappen teleurstellen, dat zal nooit wennen, want het liefst laat ze iedereen toe op de Parade. Van de circa vierhonderd aanmeldingen kiest Van Vessum er 150 uit, die tussen oktober en maart op gesprek mogen komen bij haar en medeprogrammeurs John de Weerd en Ray van Santen. Uiteindelijk blijven daar zeventig voorstellingen van over.
'Inmiddels zeggen we mensen af via een brief, waar we dat voorheen nog telefonisch deden. Maar het went nooit. Toch moeten we streng zijn, daar schuilt ook de kracht van "dat ding" en is de reden dat we na al die jaren nog steeds relevant zijn. Als je op het festival komt, zie je allemaal mooie tenten, gezellige lampjes, leuke mensen, lekkere muziek; een soort vrijstaat. Maar als je dan een tent in gaat, tref je vaak iets anders dan die leuke buitenkant doet vermoeden. Dat is de stille opdracht die we onszelf gaven. Je ziet soms mensen geschrokkeneen voorstelling uit komen. Dat het echt iets met ze doet en ze als een ander mens het hek uitlopen.'
Artiesten zijn soms eng
In tegenstelling tot haar voorganger Terts Brinkhoff beschouwt Van Vessum zich niet als één van de makers. 'De artiesten zijn eigenheimers, die niet de gebaande paden kiezen. Dat vind ik heel erg leuk, maar ik vind ze daarom soms ook eng. Ik voel me ook zeker niet één van hen, ik heb eerder een moedergevoel, hoe truttig dat ook klinkt. Ik ben hun partner in crime, we moeten het met ons allen doen, hoewel zij de grootste rol hebben. Ik ben meer van het faciliteren. In die zin ben ik anders Terts, hij vindt het fijn om in de schijnwerpers te staan, ik niet.'
Door omstandigheden heeft ze dit jaar twee voorstellingen van de zeventig niet kunnen zien. Van Vessum vindt het belangrijk om meerdere keren een voorstelling bij te wonen. In de voorbereiding beoordeelt ze alleen de plannen, ze wil vervolgens wel met eigen ogen zien hoe zo’n idee in de praktijk wordt gebracht.
'Ik ben soms ook echt nieuwsgierig hoe voorstellingen zich in de verschillende steden ontwikkelen. Sommige voorstellingen mogen in die zin ook mislukken. Dat het een idee was dat je wilde uitproberen, maar helaas niet zo liep zoals je wilde. En van sommige voorstellingen krijg ik heel veel energie. Want ik kan je verzekeren dat je af en toe heel erg gaar wordt van al dat rondtrekken en ’s avonds laat naar bed. Maar als ik dan een voorstelling van de Poetic Disasters Club zie, dan krijg ik goede energie en daar ga ik dan drie of vier keer naar toe. Ik word gelukkig als het publiek helemaal los gaat.'
Human was dit jaar mediapartner van de Parade. De hele zomer lang maakten we verhalen op, vanaf en over de Parade. Al die verhalen vind je terug op onze speciale parade-pagina, en ervaar hieronder nog één keer hoe een avond op de Parade dit jaar was.
Een avond op de Parade
Dit was de parade 2019
Grasduin in de duizelingwekkende cijfers van de Parade.