"Veel mensen associëren gelijke kansen met dat iedereen naar de universiteit moet kunnen gaan, maar daar gaat het niet om. Het gaat om het optimaal ontwikkelen van talent, en dat kan alleen als je aandacht hebt voor het kind. Dat gun ik elk kind en ik vind dat de opdracht voor onze samenleving. Natuurlijk, niet alles is maakbaar, maar iedereen heeft wel recht op zijn of haar passende plek in de samenleving.
Wat nu heel hard nodig is in de samenleving, is dat kinderen beter weten wat er allemaal 'te halen valt'. Neem iets als kunst en cultuur, hoeveel kinderen zijn er begunstigd met een knutsel of tekentalent maar krijgen daar niet de waardering voor die daarbij hoort? Ik ken voorbeelden van ouders die zeggen: 'Wat moet ik met die rommel?' wanneer hun kind met een knutselwerk thuiskomt. Hoe wil je dat die kinderen richting een creatieve opleiding gaan?
Wat we volgens mij vooral moeten beseffen met elkaar, is dat veel meer gekeken zal moeten worden naar wie nou in de klas zit. Daar moeten de vragen, de aanpak en de aandacht op aangepast worden. Wij moeten nog veel scherper kijken naar wat de leraar nodig heeft. Niet alleen aan expertise, maar ook aan menskracht om te doen wat nodig is. Iemand als Abdelhamid Idrissi bijvoorbeeld, hij kan een fantastische ondersteuning zijn voor leraren om verbinding te maken met thuis.
Als we het echt goed willen doen, dan moeten we bereid zijn om oog te hebben voor de verschillen. Dus niet alleen generiek aanpassingen maken, maar echt inzoomen op geografische verschillen en ook per wijk en per school een verschillende ondersteuning bieden.
De belangrijkste verschilmaker in het onderwijs is de leraar. Bekijk je de school als een bedrijf, dan is er geen enkele andere organisatie die zo veel 'klantcontact' heeft als de leraar. Reken maar uit: veertig weken keer vijf dagen per week, dus tweehonderd dagen, keer – laten we zeggen zes uur. Nou dat zijn al 1200 uren per jaar dat je contact hebt met je leerlingen. Alles wat wij vanuit de Gelijke Kansen Alliantie doen, moet ervoor zorgen dat dát contact en de interactie tussen leerlingen en leraar, in dát ene klaslokaal, op die ene school, in die ene wijk, in die ene stad versterkt wordt."