'Al sinds de achttiende eeuw wordt de elite gewantrouwd door burgers, en dat is inmiddels zo ingesleten. De elite heeft daardoor simpelweg minder krediet en autoriteit. Afgunst speelt daar een belangrijke rol bij. Iedereen wil graag bij iets exclusiefs horen, en als je daar buiten valt, word je een beetje zuur.
Maar eigenlijk vind ik het een onzinwoord. Het is ooit opgekomen, naast oudere woorden als "bovenlaag" en "establishment", juist om uit te leggen wat mensen die niet tot de elite behoren, van dingen vinden. Het was ooit een sociologisch concept. Tegenwoordig is het verworden tot een afzetpunt om juist die 'niet-elite kant' aan het woord te laten. Je gaat dan voorbij aan de analytische functie van het woord. Met "elite" wordt dan bedoeld: alles wat het "gewone volk" buiten beeld houdt.
Het standaardverhaal daarbij is dan dat de elite alleen handelt in haar eigen belang. Dat ze probeert om dat tegen alle maatschappelijke veranderingen in veilig te stellen. Dat staat dan weer haaks op het burgerschapsbegrip dat vanaf de achttiende eeuw juist vindt dat je als gezond burger onbaatzuchtig betrokken moet zijn bij de samenleving. Niet je eigen voordeel najagen.'