In haar onderzoeken naar de toekomst van klimaatverandering en conflicten heeft Roanne van Voorst verschillende uithoeken van de wereld gezien, zo vertelt ze aan de redactie van Het Filosofisch Kwintet. Van Voorst begon met haar onderzoek in Groenland. "Daar krijg je echt een beeld van wat klimaatverandering met een samenleving doet."
"Als mensen 's ochtends aan het tandenpoetsen zijn, denk ik niet dat ze zich realiseren dat ze voor de grootste transitie staan sinds dertigduizend jaar," aldus toekomst-antropoloog Roanne van Voorst, die onderzoek doet naar de wenselijke en duurzame toekomst van onze wereld.
Wat gebeurt er dan?
"In Groenland zie je momenteel extreme gevolgen van klimaatverandering. Ik ben twee keer een half jaar op een eiland geweest waar mensen totaal afhankelijk zijn van de jacht. Het zeewater wordt warmer waardoor dieren andere routes gaan afleggen. Ik was ook jarenlang in Indonesië aan het werk, in sloppenwijken die overstromen door toenemende regen. Wat ik daar heel indrukwekkend vond, is dat mensen gaan verhuizen en dat je niet alleen migratiestromen krijgt, maar ook een totale ontregeling van persoonlijke identificering, van gezinnen en huwelijken. Mensen kunnen namelijk het werk niet meer doen, dat ze decennialang uitvoerden, of ze kunnen niet meer wonen waar ze generaties lang leefden.
In negentig procent van de huizen in het Groenlandse dorp waar ik woonde, nam bijvoorbeeld het huiselijk geweld toe omdat mannen hun baan kwijtraakten en de vrouwen niet. Veel vrouwen werkten namelijk al in een snoepwinkeltje van het dorp, of in visfabrieken. De mannen verloren hun taak om het gezin van eten te voorzien en zij voelden zich enorm ontmannelijkt. Dat zorgde voor depressie en frustratie, onder andere botgevierd op de vrouwen, die wél met loon thuis bleven komen. Elke vrijdag moest je in de rij staan voor drankbonnen en elke week hoorde ik op die avonden geruzie en gillen in de huisjes om mij heen.
Tekst gaat door onder de afbeelding
"Wat ik daarvan heb meegenomen is dat we ons een deel van de effecten van klimaatverandering helemaal niet kunnen voorstellen: spanningen binnen gezinnen, of dat je straks ruzie gaat maken over dat er in ons land bijvoorbeeld veel vluchtelingen bijkomen. Het gaat op zoveel vlakken moeilijk zijn voor ons.
Wij kunnen de gevolgen van klimaatverandering onszelf nu niet zo goed voorstellen omdat wij niet in die andere landen geweest zijn en omdat we niet goed hebben doorgedacht over een toekomstscenario."
Helpt het denken in toekomstscenario's?
"Het helpt voor mij heel erg. Een grote groep mensen gelooft bijvoorbeeld nog steeds dat we dierlijke proteïne nodig hebben om te overleven, terwijl dit niet zo is. Het systeem zit alleen zo in elkaar: het is ooit een culturele beslissing geweest, die een gewoonte is geworden en nu normaal lijkt. Mensen kunnen er niks aan doen dat ze dit beeld geloven: we zijn ermee opgegroeid. Om mensen in beweging te krijgen is het nodig om een alternatief scenario te schetsen. Om ze een voorstelling te geven van hoe het leven eruitziet zonder het eten van dierlijke producten.
Het is daarom ook niet pragmatisch om boos te worden op die ene oom op een verjaardagsfeestje die het gedoe met havermelk maar elitair en vervelend vindt. Die man heeft nou eenmaal geleerd dat hij elke dag koeienmelk moet drinken omdat het goed voor zijn botten is: voor hem is dat waarheid.
Tekst gaat door onder de banner
"Mijn argument is dat wij dingen zien als normaal, noodzakelijk en natuurlijk, terwijl het een aangeleerde gewoonte is. Het is helemaal niet zo dat mensen altijd in de geschiedenis vlees hebben gegeten en zeker niet zoveel als dat we nu doen. Het vleeseten is rond de landbouwsamenleving erin geslopen en na de industrialisatie toegenomen. Tienduizend jaar geleden dronken we eigenlijk nooit zuivel en aten we veel minder vlees.
Mensen zijn van oorsprong ook helemaal geen goede jagers. We aten de resten vlees van de botten die daar toevallig lagen. Ik zeg altijd tegen mensen: 'Als hier een dooie koe op straat ligt en je hebt geen gereedschap bij je, succes ermee'. We hebben helemaal geen geschikte tanden om de huid op te rijten. Onze kaak kan helemaal niet zo ver open. Het is pas vanaf dat wij grote messen en pistolen zijn gaan uitvinden, dat we zijn begonnen met jagen. Daarvoor jaagden we op skeletten. Dat is echt een ander beeld dan het mannetje met de speer.
Onze magen hebben zich er tegenwoordig op aangepast en daarom voelt het alsof het altijd al zo is geweest. Als je zo'n vroege mens een groot stuk vlees geeft zoals een Amerikaan nu eet, dan zou die acute colitis krijgen en misschien wel overlijden. Het zijn gewoon dingen die we onszelf hebben aangeleerd. Maar: dat we culturele gewoontes hebben aangeleerd, betekent ook dat we die weer kunnen afleren."
Hoe leren we die gewoontes af? Oftewel: hoe veranderen we?
"Uit veel studies blijkt dat je niet de meerderheid nodig hebt om een idee de norm te laten worden. Je hebt ongeveer tien tot dertig procent van de mensen nodig om de norm te veranderen. Sommige studies gaan nog verder door te beweren dat je maar drie procent actievoerende mensen nodig hebt, om een eerste rimpeleffect te laten ontstaan. Daar zit wel wat in. Stel je een klaslokaal met honderd mensen voor. Als je drie mensen de opdracht geeft om met heel veel zelfverzekerdheid een bepaald idee uit te dragen, dan zie je dat vrij veel mensen geïnteresseerd raken. Dan kom je vrij snel bij tien procent en als het dan dertig procent is geworden, dan wordt het de norm.
Mensen vinden transities ingewikkeld, maar mensen vinden het nog erger om niet meer bij de norm te horen. Als jij nog de enige bent in jouw familie die rookt, dan is het heel onprettig om dat nog binnenshuis te doen.
Mensen spreken momenteel nog vaak over dat ze offers moeten maken terwijl het in werkelijkheid een alternatieve, bevrijdende keuze kan zijn om je op een manier te gedragen die bijdraagt aan duurzaamheid. Ik denk dat mensen zich nu vaak schuldig voelen: ze weten wel dat ze beter zouden kunnen, maar vinden het nog lastig of eng. Als ze die stap eenmaal wél durven zetten, gaan ze zich bij bepaalde keuzes fijner voelen omdat ze kunnen geloven dat, mede dankzij hun gedrag, de wereld beter achterblijft voor hun kinderen of kleinkinderen. Mensen gaan het gevoel hebben dat ze een positieve rol spelen in de geschiedenis op het huidige cruciale moment: dat is geen offer, dat is prettig.
Tekst gaat door onder de afbeelding
"Stel je voor dat jouw kleinkind aan jou vraagt wat jij allemaal deed ten tijde van klimaatverandering. 'Wat deed jij qua vliegen of vleeseten? Op welke partij stemde jij?' Dat vindt iedereen een oncomfortabel idee, omdat we ons niet helemaal prettig voelen bij het antwoord dat we zouden moeten geven. Het gevoel dat je echt je best hebt gedaan om iets te veranderen aan je gedrag voelt veel prettiger. We hoeven geen dingen op te geven. We hoeven alleen onze gewoontes aan te passen. Voor veel mensen is het een opluchting, mits je het gevoel hebt dat meer mensen het doen. Anders voel je jezelf een beetje het sulletje van de klas: dan lijkt het hopeloos."
Verandering komt dus van onderop en niet van de politiek?
"De politiek zit vast in de lobby, daarom kiezen politici bijvoorbeeld ook niet voor een vlieg- of vleestaks. Aan de ene kant loopt de politiek in de ideale wereld wel voorop, dat kan het makkelijker maken voor mensen om mee te gaan in duurzaam beleid. Toch zie je in de huidige verhitte discussie over bijvoorbeeld vlees, dat mensen al gaan steigeren als de overheid zegt dat wij minder of geen vlees meer mogen eten.
Dat zit ook in onze cultuur, waar alles ons recht is en we alles zelf mogen bepalen. Dat mag ook, dat is alleen niet zo leuk voor je kleinkinderen. Als ik dat nu zeg worden mensen heel boos. Mensen accepteren dat pas als het straks een beetje asociaal wordt geacht om vlees te eten, als de norm is verschoven. Als dat verhaal ver genoeg is dan zal de overheid het ook omarmen, maar nu zullen burgers en bedrijven toch echt de voorlopers moeten zijn."
Het Filosofisch Kwintet | Seizoen 2021
Speciale uitzending: Dwang, Drang of een beetje meer Verbeelding?
Roanne van Voorst praat bij Het Filosofisch Kwintet verder over wat er nodig is om ons in beweging te krijgen en klimaatrampen te voorkomen. Ook aan tafel: historicus Philipp Blom, psycholoog Steven Pinker en en historicus Rutger Bregman.