Wie met gesomber over klimaatverandering aankomt, is bij Donald Pols aan het verkeerde adres. 'Een klimaatoptimist' noemt de directeur van Milieudefensie zichzelf. "Alles zal goed komen, als iedereen zijn plicht doet". Hij groeide op in Zuid-Afrika, waar hij het einde van de Apartheid van dichtbij meemaakte. Momenteel spant hij met Milieudefensie een historische rechtszaak aan tegen oliegigant Shell. In Brainwash Zomerradio (abonneer je via Apple, Spotify, of RSS-feed op de podcast) spreekt Floortje Smit met hem aan de hand van muziek.
Het was een idyllische plek om op te groeien, de boerderij in het natuurreservaat in Zuid-Afrika waar Donald Pols als kind woonde. De dichtstbijzijnde buren woonden 20 kilometer verderop. Hij speelde veel buiten, en daagde zichzelf uit om te kijken hoe dicht hij bij dieren in de buurt kon komen. Op een gegeven moment kon hij zo dichtbij komen dat hij ze zelfs kon ruiken: de roofdieren, kleine jakhalzen en vossen. Maar ook grote antilopen en goeroes besloop hij graag.
In het nummer Klein tambotieboom van de Zuid-Afrikaanse band Die Heuwels Fantasties zingt de zanger dat 'Die gelukkigste wat ek ooit was, op die naat van my rug in die natuurreservaat'. Dat geldt voor Pols ook, dat zijn tijd in Zuid-Afrika de mooiste tijd van zijn leven was.
Zijn avontuurlijke leven in de natuur was niet zonder risico, vertelt Pols in Brainwash Zomerradio. "Op een dag was ik aan de aandacht van mijn moeder ontsnapt, en ging ik naar de rivier die door het gebied waar onze boerderij stond heen liep. Tijdens het spelen bij de rivier werd ik meegesleurd door het water. Ik deed een schietgebedje om hulp te krijgen. Onze herdershond sprong in het water, zwom naar me toe en trok me eruit."
Dit soort ervaringen met de donkere kant van de natuur hebben hem gevormd. "Als je in de stad opgroeit, kun je de natuur idealiseren. Je hebt voornamelijk oog voor de schoonheid: de rust en het leven dat ervanaf spat. Maar schepping gaat samen met vernietiging. Als je een reiger ziet, die prachtig en doodstil in het water staat, ben je geneigd te denken dat hij een enorme rust uitstraalt. Tot je je realiseert wat hij eigenlijk aan het doen is: hij is aan het jagen, en kan ieder moment dodelijk toeslaan."
De duistere kracht van de natuur draagt Pols ook met zich mee door zijn herinnering aan het vernietigende effect van een van de ergste droogtes in de regio waar hij woonde, die de Zevenjarige Droogte wordt genoemd. Het had onherstelbare gevolgen voor zijn familie en de boerderij. "Door de langdurige droogte was al het water op.
Mijn opa was runderboer, en zijn koeien kwamen naar de enige plek waar er nog water was: in ons huis. Dat water konden ze ruiken, en daarom liepen ze dag en nacht om het huis heen te loeien. Ze riepen om water, omdat ze stierven van de dorst. Dat geluid gaat door merg en been. Hun lichamen stapelden zich op rondom het huis. Maar we konden ze niets geven, want we hadden het water voor het gezin nodig." De familie verhuisde noodgedwongen naar de stad. Naast een grote liefde, heeft zijn tijd in Zuid-Afrika ook een diep gevoel van ontzag voor de natuur in Pols geworteld.
In Zuid-Afrika heeft hij het einde van de Apartheid van dichtbij meegemaakt. Pols zag daar voor het eerst hoe mensen de regie van hun eigen leven in handen namen, en de kracht die daarvan uitging. Samen, als collectief.
Het verhaal van een van de werkers van zijn familie maakte een diepe indruk op hem. "Net als de meeste mensen in de middenklasse in Zuid-Afrika werkten er zwarte werkers bij ons op de boerderij. Een van hen was Johannes, een kalme, rustige man. Op een gegeven moment kwam hij twee weken niet op zijn werk, en toen wij navraag deden, bleek hij gearresteerd te zijn door de politie omdat hij had deelgenomen aan een illegale demonstratie tegen Apartheid. Nu waren de meeste demonstraties in die tijd illegaal, zeker als het zwarte mensen waren die de straat opgingen."
Na zijn terugkomst vraagt Pols aan Johannes waarom hij was gegaan, omdat hij zich destijds niet kon voorstellen dat iemand het risico zou nemen om door de politie te worden opgepakt. "Hij zei tegen mij in het Afrikaans: 'Donald, ek kan nie anders nie.' Het zijn maar een paar woorden, maar daar zat zoveel betekenis in. Soms móet je uit je overtuiging handelen.
Hij was bij ons in dienst, had een eigen huis, hij kreeg kleren, en wij zorgden voor zijn natje en droogje. Maar geconfronteerd met het oneerlijke systeem moest hij uit overtuiging handelen. Hij streed ervoor dat mensen zelf moeten kunnen kiezen hoe ze hun leven vormgeven."
De woorden van Johannes werden de leidraad voor Pols' leven. 'Die ene zin, zo beperkt in zijn aantal woorden, heeft een enorme indruk op mij gemaakt. Wil je vrij zijn, dan móet je handelen uit overtuiging. Dat ligt in elkaars verlengde. Ik ben altijd bezig met de vraag wat mijn overtuigingen zijn. Niet: wie ben ik? Maar: waar geloof ik in? Niet op een abstract-filosofische manier, maar op een dagelijkse manier: hoe geef ik betekenis aan mijn leven?' Het antwoord ligt voor Pols om zijn persoonlijke leven in overeenstemming te brengen met de natuur, en in zijn werk een bijdrage te leveren aan een samenleving die in harmonie met de natuur leeft.
Voor Pols is het duidelijk dat je niet in je eentje in harmonie kan zijn met de natuur. De samenleving bepaalt hoe individuen hun levens kunnen inrichten: met huizen, vliegtuigen, stroom. Je kan wel in een hutje op de hei te gaan wonen, maar voor je het weet wordt dat ook dichtgebouwd. De samenleving dringt binnen. Wil je als individu in harmonie leven met de natuur, dan moet je volgens Pols met anderen ervoor zorgen dat de samenleving in harmonie met de natuur wordt ingericht.
En daar is hij optimistisch over. Als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt om zijn steentje bij te dragen aan de samenleving, dan komt het goed en komen we dichterbij de oplossing van grote problemen. Die hoop put hij uit het einde van de Apartheid, dat voor een belangrijk deel is afgedwongen doordat honderdduizenden mensen de straat opgingen. En dat kan alleen als we het samen doen, zegt Pols: "Zwarte mensen gingen een gesprek aan met de witte minderheid, om hen te overtuigen dat het gestopt moest worden.
Uiteindelijk is Apartheid via een referendum afgeschaft, en heeft de witte minderheid vreedzaam en vrijwillig afstand gedaan van de macht. Dat is een unieke gebeurtenis in de geschiedenis. Het is de kracht van dialoog als middel om verandering te realiseren."
Deze geschiedenis inspireert hem om de krachten van vandaag te bestrijden die maatregelen tegen klimaatverandering willen weerhouden, en daar het samenkomen van mensen voor in te zetten. "Ja, de fossiele industrie is machtig en rijk, en heeft veel te verliezen. De transitie gaat hen miljarden dollars kosten, dus zullen zij alles op alles zetten om dat tegen te houden.
Het enige wat wij daar tegenover kunnen zetten, is de kracht van gewone mensen uit de bevolking: jij en ik. Met een sterke, overtuigende visie en daarnaar handelen om de overslag te maken van fossiel naar hernieuwbaar."
Dat heeft consequenties voor de manier waarop we de klimaatstrijd moeten vormgeven. "Het moet toegankelijk zijn voor iedereen, want anders kunnen we niet op tegen de macht van de fossiele sector. Een bedrijf als Shell investeert alleen al in het zoeken naar nieuwe olie 19 miljard euro per jaar. Het enige wat wij daar tegenover kunnen zetten, is de kracht van mensen die in beweging komen. Maar dan moet je mensen onderdeel maken van de oplossing. Wij pleiten voor klimaatbeleid waar niet alleen de aarde, maar alle huishoudens en het midden- en kleinbedrijf beter van worden. Klimaatrechtvaardigheid is cruciaal."
De rechtszaak tegen Shell moet ervoor zorgen dat Shell zijn investeringsbeleid en bedrijfsactiviteit in lijn brengt met het klimaatakkoord, zegt Pols. "Het is minder een klacht, en meer een verzoek aan de rechter om de noodzakelijke actie die nodig is om klimaatverandering tegen te gaan te waarborgen. Wereldwijd worden er momenteel meer dan 1000 klimaatzaken aangespannen tegen overheden en bedrijven, maar dit is de eerste zaak die geen geld of een schadevergoeding vraagt, maar een beleidsaanpassing.
Milieudefensie vindt het belangrijker dat Shell in de toekomst geen schade meer veroorzaakt, dan dat de schade uit het verleden vergoed moet worden. Het gaat ons niet om het geld, maar dat Shell stopt met het veroorzaken van klimaatverandering en dat zij de enorme kennis en kapitaal aanwenden om het te voorkomen. Stel je voor wat er zou gebeuren als zo'n groot bedrijf zijn briljante mensen en miljardenkapitaal zou inzetten om klimaatverandering te voorkomen. Dan is de wereld bij wijze van spreken volgend jaar al gered."