Een tijd geleden zag ik een programma waarin iemand vertelde over zijn vroegere leven als junk op de Wallen in Amsterdam. Hij was regelmatig doodziek en werd uiteindelijk door iemand van het Leger des Heils gered. Hij is later afgekickt en werd kampioen handboogschutter. De interviewer stelde hem de vraag wat het ergste was dat hem in dat leven was overkomen en hij antwoordde: 'De meest afschuwelijke ervaring is dat niemand mij aankeek. Ik had nooit oogcontact, iedereen negeerde mij of keek langs mij heen terwijl ik daar op de grond lag.' Dat verhaal heeft mijn gedrag veranderd. Ik kijk nu iedereen aan om te laten weten dat ik ze zie.
Kijk eens bewust in de ogen van je oude buurvrouw als je haar een handje helpt, of geniet van die prachtige glimlach van het Surinaamse jongetje dat je nieuwsgierig nakijkt. Probeer eens dankbaar te zijn voor het voorrecht om het wonder van zoveel culturen bij elkaar te aanschouwen en geef de vakkenvuller in de supermarkt ook eens een compliment.
Nog een voorbeeld. Een tijd geleden gaf ik een sollicitatietraining aan jongeren in een middelbare school in Amsterdam-West. Voornamelijk scholieren met een dubbele culturele achtergrond. Ze stormden de klas binnen en keken uitdagend naar de twee docenten voor de klas. Dat doen overigens alle jongeren van die leeftijd. Er zaten een paar moeilijke jongens tussen. Ik besloot naar ze toe te lopen, gaf ze een hand en keek ze aan, recht in de ogen met de intentie om contact te maken. Ik heb nog nooit zo'n grote omslag in energie gezien. Ze werden rustig en namen de klas mee in hun sfeer. We konden daarom zelfs lachen, de training werd een groot succes.
Met het zien van elkaar kunnen we veel. Ik zie de ontwijkende blikken van de uitverkorenen en de smekende ogen van de onderworpenen. Hoe fantastisch zou het zijn als wij onze kinderen kunnen leren dat het gezien en gehoord worden net zo belangrijk is als het geven van een stevige hand? Of net zo moedig als bij het leren fietsen in het Amsterdamse verkeer? Hoe geweldig zou het zijn als wij nieuwe generaties opvoeden die moediger zijn dan wij?
Na 'We have a dream' is het de hoogste tijd voor 'We have a plan!'
Want wie is er verantwoordelijk voor mijn gelijkwaardigheid? Wat staat mij te doen? Wat staat er dan op het spel? Welke prijs ben ik bereid te betalen?
Ik wil niet blijven dromen, ik moet iets doen om mijn eigen gelijkwaardigheid te waarborgen. Voortdurend geruststellende blikken naar mijn omgeving toewerpen gaat niet helpen. Wel kan ik werken aan mijn eigen weerbaarheid. Ik wil de regie over mijn eigenwaarde en niet wachten totdat de wereld zover is. Mijn eigen levensstrategie op orde.
Ik kan besluiten om een omarmende houding te laten zien waardoor ik de ander tegen mijn borst aandruk en niet wacht tot de ander zich voor mij openstelt. De beste inspirators zetten hun denken om in daden en belichamen wat ze beweren.
Martin Luther King, Ghandi en Mandela hebben zich in de 20e eeuw opgeofferd om te strijden tegen de systematische vernedering van hun volk. Ze zijn naar voren gestapt toen ze jonge mannen waren, ze zijn doorgegaan toen hun leven op het spel stond, ze hebben een bijdrage geleverd aan iets groters dan zijzelf. Ik kan zelf laten zien hoe compassie werkt, ik kan er voor kiezen om de eerste te zijn die in de ogen van de ander kijkt.
Ja, ik ben in staat om de altijd dreigende onderwerping omzetten in moeite doen voor een hoger doel. De belichaming van compassie en verbondenheid heb ik gezien bij Nelson Mandela. Moed en opofferingsgezindheid heb ik gezien bij Mandela, King en Ghandi.
Zo wil ik leven.