Gilma Laurence verhuisde samen met haar twee kinderen naar Venserpolder, een wijk in Amsterdam Zuid-Oost met veel criminaliteit. In de hoop kinderen daar op het rechte pad te houden, richtte ze een buurthuis op.
De criminaliteit in Venserpolder zat Gilma dwars. Ze wilde verandering brengen in de buurt. “Alleen maar klagen werkt niet. Ik begon na te denken over wat ik kon doen voor de kinderen hier. Ik werkte al zestien jaar bij een telecommunicatiebedrijf en vertelde mijn werkgever over mijn plan. Hij werd mijn eerste sponsor.”
In het verleden softbalde Gilma op hoog niveau. Daar maakte ze in haar plan gebruik van. “Op straat zie je altijd alleen maar gevoetbald worden, maar ik wilde iets anders doen. Samen met de kinderen uit de buurt gingen we buiten softballen. Eerst kwamen er tien kinderen opdagen, maar na twee dagen stonden er vijfentwintig voor me.”