Eric van der Burg was acht jaar lang wethouder voor de VVD in Amsterdam. Hij had al die jaren bijna dagelijks contact met burgemeester Eberhard van der Laan (28 juni 1955 - 5 oktober 2017). Van der Laan beantwoordde in zijn ogen totaal niet aan het klassieke beeld van een burgemeester.
Tot op de laatste dag van zijn leven bleef Eberhard van der Laan burgemeester van Amsterdam. Waarom ging Van der Laan door, toen hij eigenlijk door zijn ziekte niet meer kon? Voor de podcast Wat blijft, gaat Coen Verbraak in gesprek met Eric van der Burg over zijn nalatenschap.
"Nou ja, kijk, als je aan de stereotype beelden van een burgemeester denkt, dan denk je toch aan een heer of een dame," zegt Van der Burg in de podcast. "Dan denk je toch aan iemand waar etiquette belangrijk voor is, zal je zeggen. En het protocol belangrijk."
Tekst gaat door na kader
En dat stereotype beeld gold niet voor hem?
"Nee. Ik bedoel, ik denk nu aan het beeld waar hij een soort regenboogkralenketting draagt met een sigaret in zijn mond. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Als voorbeeldfiguur rook je alleen als niemand het ziet."
Dat is niet het beeld van een burgemeester, maar wel van een burgervader.
"Absoluut."
Wanneer was hij op zijn best?
"In zijn burgervaderrol. Bij de MH17. Bij de moord op juwelier Hund. Als er, ik zeg het maar eventjes zo, leed was en er moest een schouder geboden worden. Enerzijds een schouder om tegenaan te leunen of om op te huilen. Maar anderzijds ook een schouder om de sterkste schouder te zijn.
Zo van: oké, dit is jouw leed. Je mag op me uithuilen. Maar ik beloof je ook dat ik dingen ga oppakken."
Bij de moord op juwelier Hund bijvoorbeeld, stond hij niet alleen maar met een bosje bloemen voor de weduwe, maar zei hij ook: we gaan dit aanpakken. En toen is de top 600 begonnen. Om in kaart te brengen hoe die jongens zich tot elkaar verhielden en wat hun antecedenten waren.
"Ja. Dat is echt één-op-één door die moord gekomen."
Hij was wel een driftkop.
"Ja. Dan vergaderden wij op de ambtswoning en dan was er een ruimte en die heette de damessalon. Daar trok hij zich met enige regelmaat terug om in de opening van de openstaande deuren nog even een sigaretje te roken. En dan kon hij je goed op je lazer geven als hij vond dat je je niet goed gedragen had.
Ik heb ook wel eens vergaderingen meegemaakt waarin mensen zó op hun plek werden gezet dat anderen, waaronder ikzelf, ook wel in de beschermende modus kwamen naar degene die onder handen werd genomen."
Dat je zei: "Dat kan wel wat minder"?
"Ja, dan was de ambtenaar het niet eens met de burgemeester. Nou, dat kan. In de beslotenheid van de kamer mag je alles zeggen. Dat mag je één keer zeggen, dat mag je twee keer zeggen, de derde keer moet je al voorzichtig beginnen te zijn en daarna moet je ophouden want je hebt je mening gegeven. Dan is het uiteindelijk aan de politiek om te beslissen, of aan de burgemeester.
En deze ambtenaar ging in zijn ogen iets te lang door met herhalen waarom hij vond dat iets niet moest gebeuren. Toen ging Eberhard ook wel echt erop en erover. En dat was wel een moment dat ik samen met een collega zei: 'Ho ho, wacht even'."
En was hij daar gevoelig voor, als je temperde?
"Op het moment zelf was hij daar slecht gevoelig voor, met dien verstande dat de energie van de boosheid zich verlegde van de ambtenaar naar mij in dit geval. Maar ja, dat was prima. Dan ging je daarna even mee zijn kamer in, en dan was het weg."
Weet je nog dat je hoorde dat hij ziek was?
"We kregen een telefoontje van de secretaresse, dat we allemaal over een half uur beneden moesten zijn, in de collegekamer. En ik zei tegen mijn secretaresse: veeg mijn agenda voor vandaag maar helemaal leeg. Kijk, hij had niet alleen te horen gekregen dat hij ziek was, maar de boodschap was natuurlijk ook: je wordt niet meer beter.
Hij vertelde wat er aan de hand was, en ik wil niet zeggen dat hij ons troostte, maar dat was het toch eigenlijk wel. Want wij waren allemaal geschokt. En in dat moment zat het troosten van ons, terwijl hij doodging."
Heb je hem zien veranderen in het zicht van de dood?
“Zeker. De laatste raadsvergadering was een raadsvergadering te veel. Toen hij na de laatste raadsvergadering... Ik zie het nog letterlijk zo voor me. Hoe hij naar links liep en daar nog even stil stond. Toen dacht ik: het is klaar. Maar dan denk je ook: dit hadden we hem niet moeten aan doen. Het was niet een te lange vergadering, maar het was een vergadering te lang.”
Dat ging toch over het project over deradicaliseren?
"Ja. Dat was een buitengewoon lastig debat. En je zag dat hij niet meer op zijn sterkst was. Dat hij niet meer de veerkracht en de souplesse had."
Je kunt je ook afvragen: waarom bleef hij maar doorwerken?
"Hij kon niet anders."
Maar snap je dat hij door bleef gaan, want je kunt de stad niet besturen met maar één uurtje per dag?
"Nee, maar het was op een gegeven moment ook gewoon zijn levensader. De stad hield hem in leven."
Want de driehoek vergaderde soms rond zijn ziekenhuisbed op de intensive care.
"Ja, achteraf is het idioot. En toen was het wat het was. Je kunt zeggen: dit gaat zo niet langer. Maar dat wilden we niet. Daarvoor houd je gewoon te veel van die man. En je geeft gewoon duidelijk de signalen af bij ieder bij wie dat nodig is, dat we alles uit onze handen laten vallen. We nemen alles over. En als dingen niet meer gaan, dan staan wij klaar. Maar we gaan dit niet van hem afpakken."
Heb je ook de uitzending van Zomergasten gezien?
"Zo, hou toch op. Heftig. Ik zat er thuis naar te kijken. Dat was een soort van afscheidsinterview. Maar weinig mensen hebben het drooggehouden die avond. Ik ook niet."
Wat ontroert je nu?
"Het was gewoon een heel bijzonder mens. Hij zette zich echt ontzettend in voor de stad. En hij was ook echt een Amsterdammer. Hij heeft letterlijk zich tot op de laatste dag gegeven voor de stad.
Los van het feit dat hij veel te vroeg is overleden, is dat ook gewoon heel bijzonder, je maximaal geven."