Een nog sterkere component daarvan, is de toewijding aan waarden die niet-onderhandelbaar zijn. Heilige waarden. Bijvoorbeeld: je zou je kinderen niet ruilen voor al het geld in China. De politieke en economische theorie dat alles vervangbaar en inwisselbaar is, heeft het op dat gebied mis. Elke cultuur en elk persoon heeft verschillende waardes die ze niet zouden inwisselen. Hun eer, hun natie, hun integriteit, hun trouwring - wat dan ook. En wat we ontdekten, is dat als gefuseerde groepen gekoppeld worden aan een specifieke set van niet-onderhandelbare waarden (waarden die niet kunnen worden ingewisseld of aangetast), er een maximale bereidheid is om te vechten en te sterven.
Religie speelt daarbij wel een rol, maar minder groot dan vaak wordt gedacht. Religies hebben een grote uitwerkingskracht omdat ze gebaseerd zijn op transcendentale ofwel ervaringsoverstijgende ideeën die niet empirisch kunnen worden weerlegd. Er is bijvoorbeeld geen bewijs te geven dat god niet bestaat, want iets dat er niet is, laat ook geen bewijs na. Wat ons onderzoek liet zien, is dat de mensen op het slagveld die het meest bereid waren om zich of te offeren, te vechten en te sterven, onderdeel uitmaakten van de Koerdische terreurbeweging PKK of van IS. De PKK is een seculiere, Marxistische organisatie, terwijl IS een genadeloos religieuze organisatie is. Maar deze twee gedroegen zich op een manier die zeer veel overeenkomsten vertoonde.
Dus ideeën zijn heel erg belangrijk, en religieuze ideeën spelen een belangrijke rol in revolutionaire bewegingen, juist omdat ze transcendentaal zijn. Maar seculiere bewegingen kunnen ook gebaseerd zijn op transcendentale ideeën. Als je naar maatschappijen kijkt die gebaseerd zijn op een sociaal contract, zoals landen in Noord- of West-Europa, zie je dat ze in de basis onstabiel zijn. En de reden daarvoor is vrij simpel. Het contract is vastgelegd vanwege redenen van gemak, of onderhandeling. Er is geen hoger doel. Zelfs als het om het algemeen belang gaat van zoveel mogelijk mensen, blijft de mogelijkheid altijd bestaan dat er zich een betere optie voordoet. Er is altijd een betere deal mogelijk.
En als er een betere deal mogelijk is in de toekomst, dan is het rationeel gezien beter om er nu mee op te houden, dan later. Dus mensen zullen het sociale contract verbreken. Bij religieuze en seculiere transcendentale ideologieën is dat niet aan de orde. De schaduw van de toekomst is oneindig. Er is geen mogelijkheid om van deze perspectieven af te wijken en dus zijn ze stabieler. En mensen zijn geneigd om meer op te offeren. Sinds de aanslagen van 9/11 woedt er een vurig debat, waarbij religie wordt aangewezen als de drijvende kracht achter de radicalisering van mensen tot gewelddadige extremisten, die zich tegen het rationele Verlichtingsdenken keren. Dit is een grote misvatting.
Religie is wat mensen ervan maken. De kernconcepten van religieuze systemen zijn zowel onfalsificeerbaar als onverifieerbaar. Dat betekent dat ze onzinnig zijn: je kan geen bewijs geven dat ze niet waar zijn, en je kan ook niet kan aantonen dat ze waar zijn. Er is geen propositionele inhoud die je kan repareren zodat het een zinnige uitspraak wordt. God is goed, en god is een in drie zijn uitspraken die je niet kloppend kan maken. Dus waarom hebben we imams, rabbijnen en priesters? Omdat zij elke week moeten interpreteren wat het betekent. Want in feite heeft het geen betekenis, het is en blijft een open tekst. En afhankelijk van de politieke, economische en sociale omstandigheden van het moment, zullen religieuze leiders zeggen: 'Ah, vandaag betekenen de tien geboden dit.'
Religieuze teksten hebben dus geen vaststaande, eeuwige betekenis. De bioloog Richard Dawkins denkt daar anders over. Hij heeft een theorie van betekenissen, die zegt dat ze als culturele genen zijn, die zich reproduceren en het denken van mensen binnendringen. Hij noemt dat memes. Ik vond dat vrij absurd. Dus ontwikkelden we een simpel experiment. We namen de tien geboden en schreven ze op het bord. We kozen er eentje uit, bijvoorbeeld: 'Gij zult niet knielen voor valse idolen'. Daarna veegden we alles van het bord, en lieten we iemand de kamer binnenkomen aan wie jij het gebod moest uitleggen, zonder dat je de exacte woorden van het gebod mocht gebruiken. Als het inderdaad een meme of een concept zou zijn, zou het gemakkelijk te reproduceren zijn. Maar tegen de tijd dat we bij de tiende persoon waren aangekomen, en we alle omschrijvingen op het bord hadden geschreven, herkende niemand het als een gebod. Mensen hadden verschillende opvattingen van de betekenis ervan. Zo werd bijvoorbeeld gedacht dat het ging over meer tijd doorbrengen met familie.
Iedereen dacht en geloofde dat ze hetzelfde hadden begrepen, maar iedereen had een volledig ander idee. De enigen die wel volledig in staat bleken om het idee te reproduceren, waren autisten. Omdat autisten de tekst zeer letterlijk nemen en de betekenis van de propositie inperkten. 'Gij zult niet knielen voor valse idolen' werd dan: 'Je moet niet je knie niet buigen voor een standbeeld.' Gewone mensen interpreteerden dezelfde woorden niet zo letterlijk, maar metaforischer. Religie functioneert daarom op een wijze die nauw verbonden is met lokale omstandigheden, met hoe mensen hun ideeën vormgeven, en van inhoud voorzien.
In die zin is er dus geen essentie van religie. Er is geen intrinsieke wreedheid of barbaarsheid in de grote, universele religies. Ze kunnen wreed en barbaars zijn, maar dat is niet noodzakelijk het geval. Het jodendom, christendom, islam en het boeddhisme zijn allen vreselijk wreed en barbaars geweest, maar ook fantastisch creatief en vreedzaam. Het ligt er maar net aan wie er op dat moment interpreteert.