In een interview met Trouw legt ze haar kritiek uit. ‘Waarom bevoorrecht God mannen? Hij staat een man toe om vier vrouwen te hebben. Hij denkt dat mannen meer capaciteiten hebben dan vrouwen. Hij is geobsedéérd door vrouwelijke seksualiteit. Deze God behandelt vrouwen als objecten. Hij zegt dat ze verstopt moeten worden, want hun stem is erotisch, hun lichaam is erotisch. Dan draagt hij vrouwen ook nog eens op om mannen te gehoorzamen. Ik wist alvast: God moet wel een kerel zijn.’
In 2011 accepteerde zij het aanbod om bij Charlie Hebdo te komen werken. Vier jaar later vond de aanslag plaats. Inmiddels schrijft zij niet meer voor het bekende blad, maar haar strijd gaat door. In 2016 verscheen haar boek Vernietig het islamitisch fascisme. De enige manier om het islamitische fascisme te vernietigen is volgens haar door kritiek te uiten en het te identificeren als gevaarlijk. We kunnen de islam fascistisch noemen, omdat het alle fascistische kenmerken vertoont. ‘Eén van de belangrijkste is de blinde verering van het hoofd van de staat. Zie de aanbidding van Mohammed, als hoofd van alle moslims op aarde, en zie wat er gebeurt met mensen die hem bekritiseren.’
Uniformiteit van denken, kleden, taal en cultuur is volgens El Rhazoui in feite de definitie van fascisme. ‘Er is maar één weg die alle diversiteit vernietigt, die alleen één manier van denken accepteert,’ zegt ze tegen Nieuwsuur. Moslims vallen volgens Zineb in handen van mensen die zeggen: ‘Dit is je cultuur, dit moet je dragen, dit moet je denken, nu is het goed. Je bent een goede moslima.’
Na de aanslag op Charlie Hebdo vroegen familieleden El Rhazoui haar strijd te staken en onder een andere identiteit een nieuw leven te beginnen. Dat weigerde ze, vertelt ze aan Vrij Nederland. ‘Ik dacht: als ik dat doe, besta ik niet meer. De vrouw die ik ben zou sterven en dat zou betekenen dat de terroristen mij ook zouden hebben vermoord. Dat was niet acceptabel.'
De EO-documentaire Nothing is Forgiven (2017) vertelt het verhaal van Zineb El Rhazoui vanaf het moment dat zij haar land na de Arabische Lente in 2011 ontvlucht.