Gelauff neemt dan ook afscheid met gemengde gevoelens. Onder zijn bewind (“Maar niet dóór mijn bewind, we leveren hier teamprestaties”) groeide NOS Nieuws uit tot voorloper op digitaal vlak, terwijl tv en radio hun gewicht behielden. “Eens in de zoveel tijd roept ergens weer iemand dat er niemand naar ons kijkt of luistert,” vertelt hij gezeten in het kantoor dat hij tot gisteren de zijne mocht noemen. “Dat is dus quatsch. De NOS heeft een weekbereik van meer dan negentig procent. Tachtig procent van de jongeren bereiken we, via Instagram enzo. Met nieuws en met achtergronden - met journalistiek. Het gaat eigenlijk al jaren goed met ons.”
Tegelijkertijd zag de NOS zich door de continue stroom aan bedreigingen en verwensingen twee jaar geleden zelf genoodzaakt een grens te trekken. Zichtbaarheid was belangrijk, maar het ook weer niet waard om medewerkers voor in gevaar te brengen. Nu was het vooral zaak om niet op te vallen. Dus werden de karakteristiek grijs-rood-witte logo’s stuk van stuk verwijderd van de satelliet- en straalwagens voor tv en radio. Gelauff zag de verhoudingen van dichtbij verharden. Toen hij in 2003 RTL Nieuws inruilde voor de grote concurrent, was er verhoudingsgewijs niets aan de hand.
“De afgelopen zes, zeven jaar is het verbazingwekkend snel gegaan,” blikt de geboren Hagenaar terug. “De term ‘Fake News’ kwam overwaaien uit Amerika, en won snel aan populariteit. Aangevoerd door de politieke flanken, al komt het vooral van (uiterst) rechts. PVV, Forum voor Democratie - die hoek. Zij zetten ons heel bewust weg als vijand, zoals ze dat bij wel meer instituties doen.”