Een programma over mediadynamiek in brede zin, dat de blik verder richt dan alleen de journalistiek. En dat is nodig ook, want we leven in de hoogtijdagen van het narratief. Beeldvorming is beeldbepalend. Verhalen blijken keer op keer een uitstekend middel om de werkelijkheid te corrigeren. Een ontwikkeling die grofweg vier oorzaken kent.
Welke krachten proberen de publieke opinie te beïnvloeden, en welke middelen worden hiervoor ingezet? Mediastorm onderzoekt wekelijks de dynamiek áchter de beelden.
1. De communicatie-explosie
Communicatie is booming. “Er zijn 150.000 voorlichters en pr-medewerkers actief tegenover 15 duizend journalisten,” schrijft NRC, in 2010. Het verschil zal sindsdien alleen maar groter zijn geworden. Iedereen die weleens een blik werpt op een vacaturesite weet: de communicatiekrachten zijn niet om aan te slepen.
Het is niet zo dat zij, zoals NRC concludeerde, per se tegenover journalisten staan. Iedereen heeft er baat bij als een bank helder communiceert over de gevolgen van een lening, en vrijwel niemand zal er bezwaar op hebben als een ngo haar werk op creatieve wijze voor het voetlicht brengt. Wel illustreert de communicatie-explosie het toegenomen belang van beeldvorming. Ieder zichzelf respecterend bedrijf of instantie heeft een x-aantal specialisten rondlopen. Ook bij de omroepen is dit overigens het geval.
2. Nepnieuws maar weer
In aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2016 kreeg Donald Trump steun uit opvallende hoek, zo viel te lezen op nieuwssites. Niemand minder dan de paus zegde zijn steun toe, en riep Amerikanen op te stemmen op de republikeinse kandidaat. Al gauw bleek dat er niets van waar was, maar toen hadden tientallen miljoenen mensen het al gelezen. Het bericht dat er een handjevol Macedonische studenten achter dit nepnieuws zat, bereikte uiteindelijk maar een fractie van het oorspronkelijke artikel. In machtiger handen zijn de mogelijkheden nog groter, bewijst het Kremlin, dat via kanalen als Russia Today tot recent aan de lopende band totale quatsch verspreid.
3. De journalistiek zelf
Niet eens zo heel lang geleden was de journalistiek een bloeiende sector, vergelijkbaar met communicatie nu. Voor de beeldvorming waren wïj verantwoordelijk - de kijkers, luisteraars en lezers kwamen vanzelf naar ons toe. Tot het internet naar hen toe kwam. In het kielzog van weblogs volgden sociale media, streamingdiensten en podcasts; het was aanpassen of verzuipen.
De nieuwe tijd dicteerde dat alles snel, toegankelijk, vermakelijk en als het even kan verhalend moest. Kijkcijfers werden heilig, en scoringsdrift daarmee een deugd. Game of Thrones is spannender dan Zembla, maar de NPO zag kansen. Journalistieke programmering moest worden omgevormd tot infotainment of drama. Televisiewetten werden aangescherpt of herschreven, zorgvuldigheid en research minder prominent.
4. Het publiek zelf
Zonder iemand voor het hoofd te willen stoten: er zijn momenten in de Nederlandse geschiedenis geweest waarop mediawijsheid vanzelfsprekender was. Helaas blijkt al jaren dat ontlezing en tekortschietend onderwijs een dankbare voedingsbodem zijn voor complottheorieën en andere vormen van desinformatie.
Wie niet leert hoe waarheidsvinding werkt, nooit meekrijgt hoe een democratische rechtstaat en onafhankelijke journalistiek zich tot elkaar verhouden, zou zomaar Viruswaarheid kunnen verkiezen boven de Volkskrant. Zonder mediawijsheid verliest maatschappelijke betrokkenheid gelijk waarde. De complexiteit van de klimaatcrisis legt het toch af tegen de kinderlijk eenvoudige verhaaltjes van QAnon.
Gaat Mediastorm dat allemaal oplossen? Nee, maar we hopen een bijdrage te leveren. Door uit te leggen welke afwegingen journalisten maken, en in te zoomen op de wisselwerking tussen beeldgebruik en beeldvorming. We zijn niet ter aarde om collega’s de maat te nemen, al zullen we zo nu en dan wat mediastormschade moeten herstellen. Mediastorm wordt televisiejournalistiek in de traditie van Medialogica en De leugen regeert - niet geheel toevallig het programma waar onze eindredacteur Steph Nigten haar carrière ooit begon. De eerste zes weken is NRC-journalist Wouter van Noort presentator, daarna neemt Madeleijn van den Nieuwenhuijzen, beter bekend als Zeikschrift, het stokje over.