Tussen media en rechts-populistische politici treedt een wisselwerking op, die door de Oostenrijkse politicoloog Ruth Wodak ‘het rechts-populistische perpetuum mobile’ wordt genoemd. Leonie de Jonge doet onderzoek aan Rijksuniversiteit Groningen en richt zich specifiek op de verhouding tussen radicaal-rechts populisme en media. Ze legt uit wat Wodak bedoelt: ‘Politici creëren een schandaal door een woord of actie. Daar moeten media iets mee, omdat het dusdanig buitenproportioneel en nieuwswaardig is,’ vertelt De Jonge. ‘Daarop volgt een uitgebreid debat: kan dit wel? Wat bedoelt hij hiermee? Vervolgens kruipt de rechtspopulist in de slachtofferrol en zegt: ‘Kijk, ik word geframed door deze media, die sowieso al tegen mij zijn.’ Het effect: de populist is voortdurend in de media. Tot slot wordt de actie of het woord geherdefinieerd en komt er een soort halve verontschuldiging.’ En dan begint het van voor af aan.
De Jonge ziet steeds diezelfde dynamiek terug bij populistische partijen. Sommige politici gebruiken terugkerende argumenten zoals het ‘wij versus zij’-denken, en herhalen: ‘de elite is corrupt en wil ons klein houden’ en ‘de media liegen ons voor’. Zij ventileren hun extreme geluid bijvoorbeeld op sociale media, zoals Twitter. Daar bereiken ze vooral hun eigen achterban. Een opvallende uitspraak of actie haalt geregeld ook reguliere of ‘mainstream’ media. Op deze manier legitimeren zij dit geluid en bieden het een platform. De Jonge: ‘We weten dat media impact hebben op het maatschappelijk debat. Onderzoek toont telkens weer aan dat de optelsom van de keren dat dit soort partijen aan het woord komen en wat zij zeggen, een normaliseren van het extreemrechtse gedachtegoed mogelijk maakt. Een van de consequenties van die normalisering is bedreiging van journalisten en wetenschappers.’