André Moerman denkt dat de kern van de schuldenproblematiek zit bij de invordering, met zijn extreme boetes en hoge bijkomende kosten. Maar belangrijke oorzaken zijn ook de ambtelijke verkokering, het zorgstelsel en het complexe toeslagensysteem. ‘Vijf miljoen huishoudens kunnen de zorgpremie niet betalen en krijgen vervolgens zorgtoeslag. Krankzinnig.’

Gemeentelijke afdelingen werken vaak niet integraal, schetst André Moerman. ‘Iemand vraagt een uitkering aan, maar overlegt niet alle gegevens. Hij krijgt een herinnering, maar als hij de gegevens dan nog niet levert, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. De betrokken ambtenaar past de regels toe en doet zijn werk prima. De belastingambtenaar krijgt vervolgens geen informatie over de schuldenaar en beslist dan: “Halvering van de beslagvrije voet”. Ook deze ambtenaar werkt prima. Vervolgens komt diegene terecht bij de afdeling schulphulpverlening. Daar moeten de problemen die in andere afdelingen worden veroorzaakt, weer worden opgelost. Dat is eigenlijk gewoon waanzin.’

André Moerman weet waar hij over praat. Hij werkte 25 jaar bij welzijnsorganisatie Rijnstad in Arnhem, eerst als sociaal raadsman en later als teammanager schuldhulpverlening en sociaal raadsliedenwerk. Daarnaast is hij ook landelijk een bekend gezicht in de schuldhulp. Zo beheert hij de website Schuldinfo.nl, een belangrijke bron van juridische informatie voor schuldhulpverleners. Ook is hij landelijk actief in de signaleringscommissie van LOSR, de beroepsorganisatie van de sociaal raadslieden. Moerman werkt sinds kort als manager materiële dienstverlening bij Het Inter-Lokaal in Nijmegen.

‘Inzicht in leefwereld’

‘Ambtenaren zouden veel meer zicht moeten hebben op: wat is het nu om schulden te hebben? Ze denken vanuit het wettelijk kader, maar hebben te weinig oog voor wat het effect is op de schuldenaar. Volgens mij kan de verkokering binnen gemeenten veel minder en dient er veel meer gedacht te worden vanuit de mens. Bij de mentaliteitsverandering die dat vergt, helpt de serie ‘Schuldig’ enorm. Als je dat ziet, krijg je inzicht in het leven van mensen met schulden. Welke rol kun je daarin spelen als ambtenaar? Welke effecten hebben ambtelijke maatregelen?’

André Moerman denkt dat de serie ‘Schuldig’ zowel deurwaarders, ambtenaren als hulpverleners helpt om meer inzicht te krijgen in de leefwereld van mensen met schulden. ‘Er is een enorme schaamte rondom schulden en mensen komen veel te laat in beeld. Iedereen die ook maar enigszins contact heeft met mensen met schulden, zou er alert op moeten zijn om de schuldenproblematiek te signaleren en bespreekbaar te maken. ’De actuele cijfers van brancheorganisatie NVVK laten zien dat de omvang van de problematiek dramatisch is. ‘Mensen die zich bij schuldhulp melden hebben gemiddeld 43.000 euro schuld, verdeeld over veertien schuldeisers. Dat is toch te gek voor woorden, zeker als je bedenkt dat iemand met een minimuminkomen in drie jaar tijd zo’n 2500 euro kan aflossen.’

‘Marginale oplossingen’

Moerman denkt dat de kern van de schuldenproblematiek bij de invordering zit. ‘Het hele inningssysteem in Nederland is gericht op eigenbelang.
De invordering is zo geregeld dat het gaat om het belang van de individuele schuldeiser. Via een deurwaarder of een incassobureau probeert hij zijn schuld geïnd te krijgen. Dat gebeurt zodanig dat de schulden alleen maar groter worden. Dat zit gebakken in het systeem.’

Oplossingen zoals het beslagregister en de vereenvoudigde beslagvrije voet zijn eigenlijk maar marginaal, vindt Moerman. ‘Als er problematische schulden zijn, die niet binnen drie jaar zijn af te lossen, zou er eigenlijk het algemeen belang moeten gaan gelden. Vanaf dat moment zou de a ossing van de schulden eerlijk moeten worden verdeeld, waarbij de schuldenaar zijn beslagvrije voet houdt. Dennis stelde in ‘Schuldig’ dan ook terecht dat de inzet van deurwaarders niet meer werkt. Zeker voor de groep met problematische schulden geldt dat. De deurwaarders zijn alleen nog maar bezig met het belang van de eigen schuldeiser.’

‘Bij een faillissement heb je een curator, die kijkt wat er te verdelen is. Hij stopt zodra er onvoldoende middelen zijn. Bij problematische schulden zou een iemand verantwoordelijk moeten zijn. Wat mij betreft is dat een schuldhulpverlener-deurwaarder, die zowel verantwoordelijk is voor de belangen van alle schuldeisers als die van de schuldenaar. De schuldenaar moet ook weer op een hoger plan komen en met een schone lei kunnen beginnen.’

'Beperking van vrijheid van schuldeisers'

In een column pleit Moerman voor beperking van de vrijheid van schuldeisers om in te stemmen met schuldregelingen. Ook aan de vrijheid van schuldenaren zit wat hem betreft een grens. ‘In Nederland heb je het vrijwillige, minnelijke traject en het wettelijke traject. De vrijheid van schuldeisers om in te stemmen zorgt ervoor dat trajecten enorm lang duren. Mensen weer een schone lei laten krijgen, gaat daardoor moeizaam. Waarom twee systemen? Als iemand na drie jaar zijn best heeft gedaan, heeft afbetaald en geen nieuwe schulden heeft gemaakt, zou er een schone lei moeten worden verleend. Stel ook paal en perk aan de vrijheid van schuldenaren. Een huisontruiming vanwege schulden is zo ingrijpend. Het college van B&W kan in die gevallen ook beschermingsbewind aanvragen. Waarom gebeurt dat dan niet? Dan kan de bewindvoerder ervoor zorgen dat het salaris binnenkomt en de betalingen gedaan worden.’

‘Laat opdrachtgever meebetalen’

Ook de opbouw van schulden in het systeem met boetes, rentes en incassokosten, is uit de hand gelopen. ‘Die 43.000 euro schuld is heus niet alleen door mensen uitgegeven, maar bestaat voor een groot deel uit kosten en boetes. De kosten voor elke handeling die een deurwaarder verricht worden bij de schuldenaar in rekening gebracht. Voor elk type handeling bestaan vaste bedragen. Met invoering van de markt- werking mogen deurwaarders zelf weten welke tariefafspraken ze met opdrachtgevers maken, dat kunnen ook no-cure-no-pay-afspraken zijn. Dit leidt er toe dat deurwaarders bij een kale kip de kosten vaak niet door de schuldeiser vergoed krijgen. Als deze kosten wel bij de opdrachtgever in rekening worden gebracht, zou die eerder ‘hoho’ roepen. Zelfs het Centraal Justitieel Incasso- bureau (CJIB) betaalt deurwaarders nauwelijks voor schuldenaren die ‘geen verhaal bieden’. De overheid zou zich niet van dit soort methoden moeten bedienen.’

Moerman noemt het ook ‘heel bijzonder’ dat het CJIB bij verkeersboetes eerst boete op boete stapelt en dan pas het bedrag van de rekening probeert af te schrijven. ‘Eerst groeit een boete van 300 tot 900 euro. Vervolgens proberen ze het af te schrijven. Dan denk ik: joh, doe dat dan meteen. Vervolgens gaat die vordering naar een deurwaarder, en die brengt kosten in rekening en legt loonbeslag. Kortom, het brengt mensen enorm in de problemen. En dat alles voor een brommer die niet verzekerd in de schuur staat en niet op tijd geschorst is. Bij de opgave voor de wegenbelasting kun je ook vooraf een automatische incasso afgeven. Doe dat dan ook voor eventuele boetes.’

De overheid neemt nu goede maatregelen voor vereenvoudiging van de beslagvrije voet, het deel van het info men waarop geen beslag mag worden gelegd. ‘In driekwart van de gevallen is die nu te laag, wel zo’n 200 euro onder het bestaansminimum, waardoor steeds weer nieuwe schulden ontstaan. Dat komt omdat de schuldenaar vaak geen informatie aanlevert. De deurwaarder kan het straks op grond van de basis- en polisadministratie bepalen. Het risico van een kloppende beslagvrije voet is wel dat de schuldeiser straks vaker beslag laat leggen op het banksaldo en de inboedel om zo toch aan het geld te komen. Ook daartegen moeten mensen beter worden beschermd.’

‘Wanbetalingsregeling absurd’

Moerman noemt ook de ‘wanbetalersregeling’ bij de zorgverzekering ‘absurd’. Na zes maanden achterstand in de betaling neemt het CAK de inning van de premie over, waarbij deze verhoogd is tot 134 euro. ‘De veronderstelling is dat als je mensen met een boete dreigt, ze wel betalen. Dit werkt alleen bij mensen die wel kunnen, maar niet willen betalen. In de praktijk kunnen ze niet. Van alle kanten wordt het een waanzinnige regeling genoemd. Blijkbaar vindt de politiek de tijd nog niet rijp om het weer terug te draaien. Wel proberen gemeen- ten het systeem dragelijker te maken. Voor mensen met een bijstandsuitkering kan de gemeente bijvoorbeeld met de zorgverzekeraar een overeenkomst sluiten. Ze kunnen uit het boetesysteem, krijgen een collectieve verzekering en moeten drie jaar lang aflossen aan de zorgverzekeraar, waarna ze de restantschuld kwijt zijn.’

De hoogte van de zorgpremie werd in 2006 op zo’n 80 tot 90 euro bepaald. Zo’n bedrag zou tot meer concurrentie tussen zorgverzekeraars leiden dan een lagere premie van bijvoorbeeld 30 euro. ‘Die theorie verdedigde de staatssecretaris Ross-Van Dorp destijds in de kamer.

Door de keuze van zo’n hoge maandelijkse premie, en doordat veel mensen die niet kunnen betalen, hebben tegenwoordig vijf miljoen huishoudens een zorgtoeslag. Echt krankzinnig, want het is allemaal gebaseerd op een theorie. Door de hoogte van de zorgpremie zijn de achterstanden in de betalingen ook een stuk hoger.’

En de Belastingdienst heeft vervolgens weer handenvol werk, omdat in de praktijk zo’n een derde van toeslagen weer moet worden teruggevorderd. ‘Dat leidt daar ook tot problemen, omdat ambtenaren veel zinloos werk moeten doen. En door alle fouten met toeslagen en de terugvorderingen die nodig zijn, zakken veel mensen door het bestaansminimum. Het bijzondere is dat de overheid de beslissingen over het zorg- en toeslagenstelsel baseerde op aannames met een hoog theoretische gehalte. Dat gold zowel bij de hoogte van de zorgpremie als bij het boetesysteem. Beslissingen die grote groepen mensen in de problemen hebben gebracht.’