Waar ligt voor Krom de grens? Zijn er momenten geweest dat zijn geweten zwaarder telde dan zijn plicht de gerechtelijke opdracht uit te voeren? En hoe handelt hij dan?
‘Ik ben niet zo’n vuurvreter’, zegt hij. En: ‘Als ik een situatie tegenkom die me zorgen baart, probeer ik een oplossing te vinden.’ Maar hij heeft niet alleen begrip. Hij vindt de mensen die hij treft soms erg onverantwoordelijk. Met hun schulden duperen ze anderen. ‘Ik ben ouderwets opgevoed, als je iets wil hebben, dan spaar je er maar voor.’ Een uithuiszetting is in zijn ogen niet onrechtvaardig: ‘Bovendien heb ik als deurwaarder een eindopdracht, wij zijn geen sociaal werkers. Dat huis moet worden leeggehaald. En alles gaat volgens de wet.’
Krom is jurist. Aanvankelijk wilde hij advocaat worden, maar hij kwam terecht bij de ARAG Rechtsbijstand. Na wat omzwervingen werd hij vijfentwintig jaar geleden gerechtsdeurwaarder. Iedere dag gaat hij langs tientallen huizen om dwangbevelen te bezorgen, loonbeslag te leggen en dagvaardingen te brengen. Eén keer per maand is er een dag met alleen huisuitzettingen. ‘Het is misschien niet echt leuk werk, maar het is een eerzaam beroep, een functie die deel uitmaakt van het jus- titieel apparaat. Ik zie het betalen van schulden als een vorm van rechtvaardigheid.’
Krom laat de vaak tragische situaties redelijk makkelijk van zich afglijden. Dat moet ook, anders hou je het niet vol. Hoewel: een voorval uit het begin van zijn loopbaan raakte hem diep. ‘Ik ging mee om te zien hoe een ontruiming in zijn werk ging. We troffen een totaal ontredderde vrouw van over de zeventig. Het was een asgrauwe dag en ik zie het beeld nog scherp voor me: de vrouw was op straat gezet en haar silhouet verdween langzaam in de mist, in haar hand hield ze een kooitje met daarin een kanariepiet. Een prachtig beeld maar ten hemel schreiend. Ik dacht die avond: had dit niet anders gekund? Dat je aan het einde van je leven nog zoiets traumatisch mee moet maken. Op die leeftijd heb je denk ik ook niet de flexibiliteit om daarmee te kunnen dealen.’