Eén op de acht vrouwen in Nederland heeft borstkanker of heeft het gehad. Bijna iedereen kent wel iemand in zijn nabije omgeving met deze ziekte. Zo ook het filmmakersduo Peter Lataster-Czisch en Peter Lataster.
“Het was een soort massaliteit van mensen om ons heen die borstkanker kregen. Een goede vriendin, Teuntje Klinkenberg (theaterregisseuse, red.), heeft nu twee keer borstkanker gehad. Zij vroeg ons of het niet een goed onderwerp voor een film zou zijn.” Petra en Peter vonden het een fascinerend onderwerp, maar wezen het idee in eerste instantie af, omdat het mentaal te zwaar zou zijn. Petra: “Je kunt niet aan de lopende band films maken over zware onderwerpen.” Het onderwerp en de gesprekken erover bleven echter terugkomen. “Wat zo’n ziekte allemaal met je doet. Van de ene op de andere dag wordt je hele leven ondersteboven gehaald.” Petra legt uit dat borsten een symbolische betekenis hebben. Naast het feit dat er je kind mee kan voeden is het ook een sekssymbool. Met hulp van hun vriendin Teuntje zijn ze later toch in het onderwerp gedoken en maakten ze kennis met Emiel Rutgers, haar chirurg en oncoloog bij het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. Het duo stuurde alle vrouwen die bij Emiel patiënt waren een brief en kwamen zo in aanraking met hun drie hoofdpersonages: Ingrid, Sabrina en Vicky.
Mallemolen
“Vanaf het begin was het duidelijk dat de kijker in de film via Emiel bij de vrouwen terecht zouden komen en dat er steeds weer terug gegaan zou worden naar hem”, vertelt Petra, “maar het verhaal moest worden verteld vanuit het oogpunt van de vrouwen.” Om deze reden koos het duo voor het fly on the wall principe, waarbij ze er gewoon met de camera bij waren en meer niet. Petra: “We hebben voor een observerende vorm gekozen, omdat we wilden dat het publiek zich zo goed mogelijk in de situatie van de vrouwen kan verplaatsen. Hoe gaan zij ermee om? Maar ook de mensen in hun omgeving. Het is heel belangrijk dat we ons bezig houden met de vraag hoe we mensen met kanker kunnen helpen.” Peter vertelt dat ze in de film de overrompeling tastbaar wilden maken. “Net zoals zoveel vrouwen het plotseling overkomt. Er is iets verdachts gevonden via een bevolkingsonderzoek of je hebt iets gevoeld en je huisarts stuurt je direct door naar het ziekenhuis. In de war loop je het ziekenhuis binnen en opeens kom je in die gekke mallemolen terecht.” Om deze reden was het voor Petra en Peter erg belangrijk dat de drie vrouwen op verschillende manieren met die mallemolen omgaan. “We willen laten zien dat er niet één recept is”, aldus Petra.
Intensief contact
Het duo onderhield intensief contact met de drie vrouwen gedurende de gehele periode. Ze vinden het essentieel dat de mensen met wie ze samenwerken, ook zelf het belang van de documentaire inzien. Peter: “We willen niet als een soort dief in de nacht allerlei aangrijpende scènes komen halen en dat een hoofdpersoon daar verder niks aan overhoudt. Bij ‘Wakker in een boze droom’ is de documentaire voor de vrouwen ieder individueel op een zekere manier een versterking geweest van hun gevoel van ‘hier kom ik wel door heen’. Of ze hadden het gevoel door de film op een bepaalde manier zin te kunnen geven aan een rotperiode. Sabrina vertelde bijvoorbeeld dat ze het belangrijk vond dat andere mensen er iets meer van zouden begrijpen. Daarnaast vertelde Ingrid dat ze het fijn vond dat we erbij waren op de momenten dat ze zich eenzaam voelde, wanneer haar man bijvoorbeeld niet in de operatiekamer aanwezig mocht zijn. Op de momenten dat ze wakker werd, waren wij de eerste die ze tegenkwam.”
Liefdevol en niets verhullend
Petra vertelt dat deze innige band met hoofdpersonages onvermijdelijk zorgt voor zielenpijn. “Dat is een van die moeilijkheden van ons vak. Een emotionele band is onontkoombaar en ik wil zo ook werken, maar ik lijd er geregeld onder.” Ze vertelt dat ze een keer in de Scottish Gallery of Art een zelfportret van Rembrandt aanschouwde. Het greep haar zo aan dat ze het museum moest verlaten. Ze kon zijn niets ontziende blik niet verdragen. “Rembrandt heeft dat zelfportret geschilderd kort nadat hij failliet was verklaard en volgens mij was hij totaal aan het einde van zijn latijn. Je hoefde maar met een vingertop naar hem te wijzen en hij viel om, zo’n indruk maakt hij op dat schilderij. Ik dacht toen, zoals Rembrandt schildert, zo wil ik films maken. De pijn niets verhullend tonen, maar tegelijkertijd met een liefdevolle blik.” Petra gelooft dat als je op deze manier films wilt maken je als filmmaker niet anders kan, dan je in hevige mate met je personages vereenzelvigen. “Dat betekent dat je als maker zo intens mogelijk met hen mee moet voelen en hen zo intens mogelijk lief hebt.” Peter ervaart dit anders, omdat hij met een camera op zijn schouder rondloopt, waardoor hij een soort afstand tussen zichzelf en de personages creëert. “Het loeren door de lens is eigenlijk de eerste stap van het omzetten van de realiteit naar een kunstmatig product. Daarmee wil ik absoluut niet zeggen dat het mij nooit aangrijpt, maar het is wel anders.”
Toegewijde artsen
Tijdens het maken van deze documentaire kwam Peter erachter dat niet iedere vrouw voor protheses kiest. Niet omdat het niet goed wordt gedaan, maar omdat het toch een fikse ingreep is. “Ik heb veel begrip voor vrouwen die zeggen, ‘haal maar weg, ik ga wel met een enkele borst of met een platte borst rondlopen, maar aan mijn lichaam geen geknoei meer.’” Daarnaast heeft de tijd in het ziekenhuis voor hem ook onomstotelijk laten zien, dat er zeer bevlogen, toegewijde artsen rondlopen die zich compleet uit de naad werken en die het beste voor de patiënten willen. “Ik vind dat mensen die in de zorg werken het allergrootste respect verdienen.” Petra heeft Nederland extra leren waarderen, omdat euthanasie hier mogelijk is. “Door euthanasie is het mogelijk om voor een humane dood te kiezen die, binnen een bepaalde context natuurlijk, aan jouw eigen wensen voldoet. Op deze manier kunnen terminale kankerpatiënten op een waardevolle manier afscheid nemen van alle mensen die ze liefhebben en hun omgeving kan eveneens op een goede manier afscheid nemen van hen.”
Beste lange documentaire IDFA 2013
‘Wakker in een boze droom’ leidde al voor de televisie-uitzending een actief leven. Tijdens het Internationaal Documentaire Filmfestival Amsterdam (IDFA) won de film de IDFA prijs voor beste Nederlandse Documentaire 2013 en werd de film tweede in de top 10 van IDFA’s publieksfavorieten. “Op dat tweede ben ik nog het meeste trots”, vertelt Petra. Naast vertoningen in filmhuizen, inloophuizen en vertoning op festivals over de hele wereld, wordt de documentaire ook ingezet bij belangenorganisaties die bezig zijn met de zorg rondom kanker en wordt de film gebruikt bij opleidingen van onder andere verpleegkundigen. Petra vertelt enthousiast dat de film nu in Mexico draait en er speciale voorstellingen van de vereniging van borstkankerpatiënten georganiseerd zijn. “In oktober zal de film eveneens in Taiwan op een festival draaien. We zijn ontzettend blij dat de film door het land zal reizen en dat ook patiënten buiten Nederland steun vinden aan de documentaire.”
Hoopvol
De documentaire past perfect bij Human volgens het duo, omdat het over waarden als solidariteit, verbondenheid en zelfrespect gaat. Peter legt uit dat in de documentaire iedereen elkaar steunt. “Samen proberen ze iets van deze rottige periode te maken. Het gaat ook over weerbaarheid. Zonder mezelf op de borst te kloppen, speelt in de film voortdurend de combinatie kwetsbaarheid en weerbaarheid een rol. Je hebt het over iets wat heel gevoelig ligt en kwetsbaar is. Alle drie de vrouwen gaan ieder op hun eigen manier met hun zwaktes om, maar tegelijkertijd zijn ze enorm weerbaar. Ondanks alle narigheid is het toch een hoopvolle film.”
‘2Doc: Wakker in een boze droom’ wordt in twee delen uitgezonden op maandag 1 en maandag 8 september om 20.25 uur op NPO 2.