De laatste tien jaar is het een rotzooi wat betreft kansenongelijkheid in het onderwijs. Dit blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie. Zo krijgen leerlingen waarvan de ouders hoogopgeleid zijn, een hoger studieadvies dan daadwerkelijk bij hun resultaten past. Jongeren zonder hoogopgeleide ouders, hebben juist het tegenovergestelde probleem. Toch is er licht aan het einde van de tunnel. Zo beschrijft de Onderwijsinspectie dat de kansenongelijkheid momenteel stagneert. Maar dit betekent niet dat het probleem is opgelost.
Stichting Trainees in Onderwijs schiet daarom te hulp. Ze bereidt, via een tweejarig traject, universitair opgeleide personen - de zogeheten trainees -voor op een volwaardige carrière in het onderwijs. De kandidaten, zij-instromers zoals je wil, worden alleen aangenomen als ze maximaal zeven jaar geleden zijn afgestudeerd en minimaal een zeven hebben gescoord bij het afronden van hun master. Eenmaal aangenomen werken de trainees drie dagen in de week als leerkracht bij een middelbare school. De andere twee dagen worden gebruikt om te studeren en te evalueren. Sanne van Kempen (36), directeur en programmamanager, heeft de leiding.