"Mijn moeder was altijd erg zelfstandig. Maar op een gegeven moment moest ze naar de kapper en raakte ze in het dorp de weg kwijt. Gelukkig kende ze er veel mensen en werd ze snel geholpen, maar het maakte wel indruk. Op dat moment begon voor mij de mantelzorg.
Ik woon in Leeuwarden en werk in Groningen. Gelukkig kon mijn zus doordeweeks altijd naar mijn moeder toe. Ik kon de weekenden. Ik ging er op de fiets heen, deed boodschappen, kookte voor haar, we gingen samen fietsen. Ik bleef altijd een nacht slapen en kookte op zondag ook voor haar. Ik vond het vanzelfsprekend. Mijn moeder heeft altijd zoveel voor ons gedaan. Het was fijn om iets terug te kunnen doen. We hebben er alles aan gedaan om haar toen een prettig leven te geven.
Mijn moeder begon steeds meer te dementeren. Dat was hartverscheurend. Het contact verandert daardoor. Ze kreeg wel dagopvang. Het mooie: mijn moeder heeft in 1956 de Elfstedentocht geschaatst. Vroeger had ze het er nooit over, maar nu was het Elfstedentocht voor en na. Echt prachtig. Je merkte hoe trots ze erop was. Maar als mantelzorger kreeg ik wel meer zorgen. Als ik op mijn werk was, belde ik haar altijd meteen. Soms nam ze niet op en was ik meteen ongerust. Gelukkig kende ik de achterburen. Die wilden dan altijd bij haar om de hoek kijken. Het duurde even voordat ik gerust was gesteld.
Ik was ook meer tijd bezig met dingen die kapot gingen, omdat ze niet wist hoe ze ermee om moest gaan. Zoals de telefoon, de verwarming en de tv. Ze kreeg driemaal daags dagzorg. Ik zag op een dag een thuishulp voor de vuilnisemmer zitten. Daar had ze haar medicijnen ingegooid. Dat kwam daarna vaker voor. Dan wisten we niet wat ze had genomen. Dat was ook een zorg. Daarna ging het hard. Mijn moeder had vroeger al borstkanker gehad en dat kwam terug. De antibiotica sloeg niet aan en er werd ook maagkanker ontdekt. Toen was het binnen een maand gedaan.
Mijn moeder heeft altijd in haar huis gewoond. Ik ben blij dat we daarvoor hebben kunnen zorgen. Ze had het denk ik ook niet fijn gevonden in een ander huis. Gelukkig accepteerde ze onze hulp. Ze is altijd lief gebleven. Ik koester de tijd die we samen hebben gehad. De periode van mantelzorg heeft ook invloed gehad op het rouwproces. Ik heb er alles voor gedaan. Het geeft me nu acceptatie en rust."