Hoe schrijven we wat bij HUMAN? Check onze hele schrijfwijzer hier.

Inleiding

Als professionele mediaorganisatie is het belangrijk dat we een consequente schrijfwijze handhaven in alle uitingen op onze website, sociale media, in nieuwsbrieven, persberichten en in print. De HUMAN-schrijfwijzer is bedoeld voor iedereen die voor HUMAN werkt: van alle redacteuren en programmamakers tot communicatie-, marketing- en crm-medewerkers.

In deze schrijfwijzer staan alle afspraken op een rijtje. Over leestekens, accenten, afkortingen, bronvermelding en alles wat je verder moet weten.
Handig om op te slaan, zodat je bij twijfel altijd kunt dubbelchecken.

Bij twijfel over stijlregels die niet in deze schrijfwijzer voorkomen, gelden de regels zoals op OnzeTaal.nl, en de schrijfwijze van woorden zoals op woordenlijst.org. Staat daar geen antwoord over de schrijfwijze van een bepaald woord? Check ons stijlboek.

Contact

Opmerkingen, aanvullingen of vragen? Stuur een mail aan huisstijl@human.nl.

Inhoudsopgave

Aaneenschrijven

Schrijf woorden die samen een begrip vormen aan elkaar:
indoctrinatiemethode, relatiegeschenk

Zo’n samenstelling kan ook meer dan twee woorden tellen:
uithuisplaatsing, zelfbindingsverklaring

Probeer samenstellingen van meer dan drie woorden te vermijden.

Samenstellingen waarbij een deel Engels en een deel Nederlands is, worden aan elkaar geschreven:
moederboard, e-mailbericht

Ook woorden met niet-botsende klinkers schrijven we aan elkaar. Het gaat dan om de volgende klinkercombinaties:
iea, ao, eoa, eo, ia, io, iu, oa, ua, ue, uo.
Bijvoorbeeld:
informatieanalyse, stereoaansluiting, dataopgave, fotoarchief

Gebruik bij botsende klinkers en wanneer twee letters samen een klank vormen een scheidingsteken. Het gaat om de volgende klinkercombinaties:
aa, ae, ai, au, ee, ei, eu, ii, iij, ijij, iji, oe, oi, oo, ou, ui, uu
Bijvoorbeeld:
data-analyse, studie-uren, tosti-ijzer, zij-ingang, radio-uitzending, bureau-uren

Aanhalingstekens

We gebruiken dubbele aanhalingstekens als het gaat om een citaat. Plaats het laatste aanhalingsteken buiten een eventuele komma.
“Een aanwinst voor de Nederlandse televisie,” schreef de pers.

Als het citaat eindigt met een punt, valt deze binnen de aanhalingstekens.
Hij zei: “Dit is een bijzonder initiatief waaraan ik graag mijn bijdrage lever.”

Gebruik enkele aanhalingstekens als het gaat om een citaat binnen een citaat.
“De belofte van de regeringsleider dat hij de armoede ‘in korte tijd de wereld zal uithelpen,’ wordt in de film al snel ontkracht,” aldus de jury.

Bij het gebruik van een citaat in een (tussen)kop, gebruik je enkele aanhalingstekens.

Accenten en tekens

We gebruiken accenten op klinkers. Bijvoorbeeld: Béla Bartók, Camille Saint- Saëns, Györy Kurtág. En bij eigennamen op medeklinkers (zoals de komma onder de eerste s van Ceaușescu en de omgekeerde dakjes op de s en c van Leoš Janáček).

The International Movie Database (imdb.com) is leidend wanneer het gaat om filmtitels en namen van acteurs en regisseurs. Het Witte Boekje vermeldt ook veel namen.

Probeer woorden zo min mogelijk te benadrukken door middel van accenttekens en gebruik altijd het accentteken naar rechts (é). Accent op één is overbodig als de ee niet als e gelezen kan worden: eenmaal, een of ander, een voor een en een van de. Maar: iets gebeurt maar één keer.

Actief schrijven

Taalgebruik dient zo direct mogelijk te zijn. De passieve vorm graag zo veel mogelijk vermijden. Dus niet:
“Een aantal van deze titels wordt door HUMAN zelf uitgegeven.”

Maar:
“HUMAN geeft een aantal van deze titels zelf uit.”

Afkortingen

Schrijf woorden zo veel mogelijk voluit. Niet i.p.v., maar in plaats van. Niet o.a., maar onder andere (bij zaken) of onder anderen (bij personen).
Niet bijv. of b.v., maar bijvoorbeeld. Uitzonderingen zijn etc. en enz.

Vermijd familiaire afkortingen als z’n, -ie en d’r, want dat is spreektaal. In citaten is dit wel toegestaan.

Alinea

Voor teksten die op internet worden gepubliceerd geldt: voor aanvang van een nieuwe alinea volgt een witregel. Magnolia regelt dat in principe zelf bij het gebruiken van Enter. Zorg dat je bij ieder nieuw onderwerp een nieuwe alinea begint. Een alinea is idealiter niet langer dan honderd woorden.

Bronvermelding en hyperlinken

Bij verwijzing naar een boek als bron: auteur, titel en uitgever onderaan vermelden (inclusief eventuele oorspronkelijke titel en vertaler).
Prijs, aantal pagina’s, ISBN, etc. niet vermelden.
Bij verwijzing naar een artikel als bron: auteur, medium en datum noemen.

Bij foto’s dient de voor- en achternaam van de fotograaf vermeld te worden onder de foto (dus niet erop). Bijvoorbeeld: Foto: Voornaam Achternaam.

Wanneer je op de website wil linken naar andere sites, doe dit bij voorkeur via hyperlinks. Wanneer hyperlinken niet mogelijk is (bijvoorbeeld op print of op Facebook en Twitter), is het zaak om de url kort te houden.

Team online kan een korte url voor je maken, een zogenaamde jumper. Bij het maken van zo’n jumper is het belangrijk de url kort te houden, maar de url van de uiteindelijke doel-url intact te houden, inclusief .html.
Zo verwijst human.nl/hetfilosofischkwintet naar https://www.human.nl/het-filosofisch-kwintet.html.

Controleer altijd of urls en/of hyperlinks werken.

Buitenlandse woorden en namen

Cursiveer buitenlandse woorden die niet zijn ingeburgerd in het Nederlands.
Het publiek kon online vragen stellen aan de anchorman.

Woorden en begrippen die in woordenlijst.org zijn opgenomen, beschouwen we als vernederlandst. Bijvoorbeeld:
De junk was high van de drugs.

Ook (delen van) onvertaalde citaten, zoals songteksten of een onvertaald gelaten quote, worden gecursiveerd.
We can be heroes forever and ever,” zong David Bowie.

Getallen

Getallen tot en met twintig worden voluit geschreven, evenals ‘ronde’ getallen (dertig, honderd, duizend, honderdduizend, miljard, triljoen). Bovendien schrijven we ‘ronde’ getallen tot 2.000 voluit; tachtig, honderd, tweehonderd, en zo verder. 2.000 en alles daarboven schrijven we met cijfers, behalve miljoen, miljard en zo verder. Dat betekent dus: 2.000, 12.000, 100.000, 500.000, een miljoen, twee miljoen, 2,3 miljoen, tachtig miljoen, twee miljard, en zo verder. 

Alle andere getallen worden in cijfers uitgedrukt (22, 68, 201, etc.).
Dus:

een elf 21 31 honderd
twee twaalf 22 32 duizend
drie dertien 23 33 miljoen
vier veertien 24 34 miljard
vijf vijftien 25 35  
zes zestien 26 36  
zeven zeventien 27 37  
acht achttien 28 38  
negen negentien 29 39  
tien twintig dertig veertig  


 

Voor rangtelwoorden geldt hetzelfde (dertiende, vijfhonderdste, 21ste). Let op: geen 21e, maar 21ste.

eerste elfde 21ste 31ste honderdste
tweede twaalfde 22ste 32ste duizendste
derde dertiende 23ste 33ste miljoenste
vierde veertiende 24ste 34ste miljardste
vijfde vijftiende 25ste 35ste  
zesde zestiende 26ste 36ste  
zevende zeventiende 27ste 37ste  
achtste achttiende 28ste 38ste  
negende negentiende 29ste 39ste  
tiende twintigste dertigste veertigste  


 

Rangtelwoorden en samenstellingen volgen de systematiek van de telwoorden: twintigste-eeuwse, 21ste-eeuwse, veertienjarige, 114-jarige, zevendelig.

Vaststaande uitdrukkingen bij voorkeur voluit (anderhalf en tweeënhalf).

Bedragen tot twintig euro en ronde bedragen (tweehonderd euro) voluit.

Na een duizendtal vanaf 2.000 volgt een punt (geen komma). Bijvoorbeeld: 12.000 en 120.000. Bij 1000 of 1500 of 1823 dus geen punt.

We gebruiken geen euro- en procentteken, maar schrijven het woord voluit. De woorden procenten, graden, (vierkante) kilometers schrijven we voluit.
twintig euro
21,50 euro (bij bedragen die niet afgerond zijn)

Het telwoord ‘een’ wordt geschreven zonder accenten, tenzij het voor een zelfstandig naamwoord staat en daardoor gelezen zou kunnen worden als lidwoord:
Hij is een van de grootste componisten.
Hij reed met één hand aan het stuur.

Leeftijden die tussen haakjes staan, schrijven we in getallen.
Dus Jessica (15), ook als het volgens de getallenregel eigenlijk Jessica (vijftien) zou moeten zijn.

Ook bij vergelijkingen houden we deze stijlregel aan.
Dus tussen de vijftien en 21 procent.

Data schrijven we wel met getallen. Dus niet twee december, maar 2 december.

Als een zin begint met een getal, volgt daarna een kleine letter. Dus:
75 aanwezigen hielpen mee. Meer info bij OnzeTaal.nl.

Hoofdletters en kleine letters

Kijk vooral hoe omroepen, festivals, etc. hun naam zelf schrijven en hou die schrijfwijze aan.

Namen worden in hoofdletters geschreven wanneer ze als afkorting worden uitgesproken: VPRO, KRO-NCRV, NTR, NPO 1 (met spatie!).
BNNVARA schrijven wij zoals het bedrijf zelf de naam schrijft (al is het formeel een samenstelling tussen wel en niet afgekort uitspreken).

Vreemde woorden die in het Nederlands zijn ingeburgerd, worden in kleine letters geschreven: dvd, cd, aids, tv, pr, internet, sms.

Elke titel begint met een hoofdletter en heeft een hoofdletter aan het begin van elk zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord. Alleen in officiële e-mails en lange teksten (zoals beleidsteksten) schrijven we de titels ook cursief. Dit mag ook bij titels die bestaan uit een woord en daardoor in de zin wegvallen.

Na een dubbele punt in een titel volgt altijd een hoofdletter. Bijvoorbeeld:
2Doc: Waterlijken

Let op het verschil tussen namen en titels. Een naam is een eigennaam, van iets dat je als rechtspersoon zou kunnen zien. Een rechtspersoon geeft titels aan onderdelen. Een titel geven we aan publicaties, diensten en creaties. De Publieke Tribune is een titel, een uitgever is een eigennaam, de schrijver is een eigennaam, het boek is een titel.

Gebouwen en locaties (zoals UMC Amsterdam, Villa VPRO) beschouwen we als
(het verlengde van) een eigennaam.
Voor extra uitleg verwijzen we je naar de Leidraad van de TaalUnie.

Als een zin begint met een getal, volgt daarna een kleine letter, geen hoofdletter. Dus:
75 aanwezigen hielpen mee. Meer info bij OnzeTaal.nl.

HUMAN

HUMAN wordt geschreven met alleen hoofdletters (dus niet Human).

Het woord HUMAN is mannelijk. De programma’s van HUMAN zijn dus ZIJN programma’s.

Webpagina’s van programma’s gaan altijd via human.nl.
Het webadres van Dus ik ben wordt bijvoorbeeld human.nl/dusikben en niet dusikben.nl.

Inleidingen

Op de website dient een inleiding niet langer te zijn dan twee of drie (beknopte) zinnen. Het belangrijkste is dat je de lezer warm maakt en de belangrijkste informatie verschaft. Denk daarbij aan de vijf w’s en de h: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. Een voorbeeld:

Op 8 maart begint de Schuldvrij!-week van Schuldig-regisseurs Sarah Sylbing en Ester Gould in samenwerking met De Correspondent. Met de campagne vragen ze aandacht voor de misstanden in de Nederlandse schuldenindustrie.

Kop en tussenkopjes

Koppen moeten vooral de aandacht trekken en niet zozeer een samenvatting geven van de gehele inhoud van een stuk. Bovenal moeten ze kort en prikkelend zijn. Idealiter wordt een woordental van zes tot negen aangehouden.
Gebruik niet meer dan 55 tekens, inclusief spaties.

Bijvoorbeeld:
Vier dingen die je nog niet weet over Schuldig
Autonomie van docenten werkt ongelijkheid in de hand

De subtitel kun je gebruiken voor meer informatie.
‘De democratie is in gevaar’
Interview met Michael Sandel

Voeg om de twee of drie alinea’s een tussenkopje toe. Houd in gedachten dat een tussenkopje een korte zin van maximaal vier woorden is, die de aandacht trekt. Wederom: het gaat erom dat deze termen opvallend zijn, niet dat ze een realistische verwachting scheppen van de inhoud van de alinea’s.

Bij interviews plaats je de vraag als subtitel in het tekstvak en gebruik je dus geen tussenkopjes. Interviews worden bij uitzondering genummerd.

Bij het gebruik van een citaat in een (tussen)kop, gebruik je enkele aanhalingstekens.

Tangconstructies

Probeer tangconstructies te voorkomen. Plaats in lange zinnen de woorden of zinsdelen die bij elkaar horen zoveel mogelijk bij elkaar in de buurt.

Dus niet:
Ik heb gisteren de video die door de recensent besproken zal worden in het komende nummer van het tijdschrift verstuurd.

Maar:
Ik heb gisteren de video verstuurd die door de recensent besproken zal worden in het komende nummer van het tijdschrift.

Dus niet:
Maar, benadrukte de speler, dat gaat niet zonder slag of stoot.

Maar:
Maar dat gaat niet zonder slag of stoot, benadrukte de speler.

Tegenwoordige of verleden tijd

Interviews schrijven we in de tegenwoordige tijd. Dus:
“Het is een spannende tijd,” zegt de regisseur.
(Let op: komma binnen aanhalingsteken)

En niet:
“Het is een spannende tijd,” zei de regisseur.

Dat geldt ook als de geïnterviewde zelf in de verleden tijd spreekt:
“Het was een spannende tijd,” zegt de regisseur.

En niet:
“Het was een spannende tijd,” zei de regisseur.

Tijdloos schrijven

Wanneer je stukken voor de website schrijft, is het belangrijk om tijdloos te schrijven. Het kan immers jaren later nog gelezen worden. Houd daar rekening mee wanneer je verwijst naar een moment in de toekomst.

Schrijf daarom niet:
Aanstaande maandag gaat het nieuwe seizoen van start.

Maar:
Maandag 28 september (2021) gaat het nieuwe seizoen van start.

Aflevering vs. uitzending en terugkijken

Gebruik online op alle kanalen het woord 'aflevering' in plaats van 'uitzending'. Uitzending refereert aan een specifiek moment dat iets lineair werd uitgezonden. In onze huidige tijd is dat achterhaald en kan alles op een willekeurig moment worden geluisterd of bekeken. Gebruik daarom het woord 'aflevering', 'video' of 'podcast'.

In diezelfde lijn: vermijd het gebruik van 'terugkijken' of '-luisteren'. Het benaderukt de tijdelijkheid van je aflevering, terwijl onze content vaak niet tijdelijk is. Gebruik liever 'kijk nu', of 'luister nu'. Dat benadrukt de urgentie van je productie. 

Tijdstippen en data

Tijden, bijvoorbeeld van uitzendingen, dienen als volgt geschreven te worden: 19:00 uur, 21:30-22:30 uur, etc.
Bij programma-aankondigingen noemen we de datum plus het tijdstip. Bijvoorbeeld:
20 december om 20:30 uur

Data (bijvoorbeeld 23 juli of 5 augustus) worden op sociale media alleen genoemd wanneer het een dag betreft die niet in dezelfde week als de post valt. Op sociale media wordt geen jaartal genoemd, tenzij een datum in een vorig of volgend jaar valt. Anders noemen we alleen de dag van de week.

Als er een jaartal genoemd wordt, schrijven we deze in zijn geheel:

2003

In samenstellingen gebruiken we een aanhalingsteken:

schooljaar 1978-’79

Regels rondom getallen volgend, schrijven we jaren negentig, en niet jaren 90 of jaren '90.

Titels

Elke titel begint met een hoofdletter en heeft een hoofdletter aan het begin van elk zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord. Titels worden niet afgesloten met een punt. In lange teksten mogen titels cursief worden geschreven omdat ze anders mogelijk wegvallen in de tekst.

Bijvoorbeeld:
What’s the Right Thing to do?
Dus ik ben
Alles voor Joy (Let op: dit is een uitzondering, want Joy is een naam)
De Vloer op
Het Filosofisch Kwintet
2Doc: Waterlijken

Let op: HUMAN wordt geschreven met alleen hoofdletters (dus niet: Human).

Titels staan in geen geval tussen aanhalingstekens.
Voor afleveringstitels gelden dezelfde regels als voor programmatitels.

Dus: De Publieke Tribune: Als de Liefde voorbij is En: Klassen: Waar je Wieg staat.

Ook titels van externen vormen we naar deze regels in onze teksten.

Tutoyeren

We spreken onze volgers en lezers aan met je en jij.
In brieven naar onze vrienden wordt in de u-vorm gecommuniceerd.