Omdat we daar best iets beter in kunnen worden, werd aansluitend op Een nieuwe morgen een spel ontwikkeld om oud en jong met elkaar in gesprek te brengen: Open kaart - een spel voor jonge lui en oude lieden. Op ieder kaartje staat een vraag uit de categorieën ‘klein maar fijn’, ‘groots en meeslepend’ en ‘achter gesloten deuren’. Per onderwerp mag er niet meer dan vier minuten gesproken worden. En wie afdwaalt en over andere zaken praat, is af. ‘Dat is vooral omdat ouderen soms niet te stoppen zijn,’ lacht Kim.
Omdat het spel niet door henzelf is ontwikkeld, kennen Spinvis en Kim de vragen nog niet. De hoogste tijd om het eens uit te testen. ‘Oud en jong, hè?’ gniffelt Kim. Ze is dertig, Spinvis 57.
‘Welke wijze les heb je geleerd van je ouders?’, is haar eerste vraag aan de muzikant.
Spinvis weet het gelijk. ‘Mijn vader, die een half jaar geleden overleden is, was zó mild. Ik heb hem nooit iets slechts over iemand horen zeggen. En als er negatief werd gepraat over mensen, dan was hij de eerste die altijd zei: “Je weet niet hoe het in elkaar zit en wat die mensen hebben meegemaakt.” Dankzij hem probeer ik niet meteen te oordelen maar te achterhalen waarom mensen doen wat ze doen.’
‘Lukt dat?’, vraagt Kim.
‘Ik heb altijd geprobeerd met mensen te praten. Voor ik doorbrak heb ik vijfentwintig jaar fabriekswerk gedaan en nachtdiensten gedraaid bij de post: brieven sorteren. Dat is het afvoerputje van de samenleving. Je hoeft niks te kunnen, het is het werk van een chimpansee. Ik werkte met mensen uit Eritrea, Marokko, Turkije en had de hele nacht niks te doen, dus ging ik vragen stellen. Ik hoorde de bizarste verhalen’, zegt Spinvis.
‘Mis je het wel eens?’, vraagt Kim.
‘Dat niet, maar ik droom er wel eens van.’ Terwijl Spinvis het volgende kaartje pakt, voegt hij toe: ‘Die verhalen zijn nog steeds mijn kapitaal.’
‘Wat is voor jou een bijzondere herinnering aan je opa of oma?’, vraagt hij Kim. ‘Mijn opa is nu echt te oud, maar hij hield enorm van filmen’, antwoordt zij. ‘Gewoon als amateur. Als ik op bezoek kwam, gingen we filmpjes maken, bijvoorbeeld van oma die aan het koken was. Dan maakten we reclamespotjes terwijl zij in de weer was met potten en pannen. Ontzettend veel lol hebben we gehad.’
‘Dus je hebt je liefde voor film van hem?’, vraagt Spinvis. ‘Dat weet ik niet’, antwoordt Kim. ‘Mijn vader filmde ook alles wat los en vast zit.’ Ze heeft het volgende kaartje al in haar hand. ‘Als je één ding in je leven mocht overdoen, wat zou dat zijn?’
Spinvis: ‘Dan had ik het conservatorium willen afmaken of naar de universiteit willen gaan. Ik ben al snel afgehaakt. Ik heb überhaupt niks afgemaakt. Op de lagere school kreeg ik Gymnasium-advies, maar ik heb er niks van gebakken.’ Dan, lachend: ‘Maar ja, ik heb weer andere dingen gedaan. Vijfentwintig jaar bij post gewerkt bijvoorbeeld.’ Ook Kim schiet in de lach. ‘Was je laks?’
‘Je moet het ook in de tijd zien’, antwoordt Spinvis. ‘Het was de no future tijd. Het had allemaal toch geen zin, dachten we. Het hele idee van een maatschappelijke carrière was niet zo hip.’
‘Hoe ga je daar met je eigen kinderen mee om nu?’
Spinvis fronst. ‘Wat strenger toch wel. Ik heb er flink wat energie in gestoken om ze door die middelbare school heen te trekken. Tegelijkertijd denk ik: Je komt er altijd wel, of je nou dertig, veertig of zestig bent.’
‘Daar ben jij een goed voorbeeld van’, zegt Kim.
‘Precies, je kan altijd debuteren. Er is een jongen in de podcast die zegt: “Ik ben vijfentwintig, mijn mooiste periode ligt achter me.” Mensen denken tegenwoordig dat ze het moeten maken voor hun dertigste. “Anders is het te laat, dan ben ik mislukt.” Daar geloof ik niet in. Je kan pieken wanneer je wil. De druk die mensen zichzelf opleggen, is echt niet goed. Je moet gewoon leven, jezelf voeden met allerlei kennis, kunst, literatuur en poëzie. Dat borrelt allemaal in je hoofd en op een dag komt het eruit. Echt waar.’
(Tekst loopt door onder de afbeelding).