Anna Gimbrère is één van de twee gezichten van De Grote Klimaatkwis, die Human zaterdag 24 oktober uitzendt. Het past volgens Gimbrère in de lijn van haar eerdere werk. “Na mijn studie theoretische natuurkunde begon ik als wetenschapsredacteur bij de Nationale Wetenschapsquiz en later bij verschillende wetenschappelijke documentaireseries,” vertelt Gimbrère. “Wetenschap en klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wetenschappers waren de eerste mensen die aan de bel trokken over het klimaat. En ze komen met oplossingen.”
Dat we te maken hebben met een klimaatcrisis, is al jaren duidelijk. Verandering lijkt aanstaande, met de groene plannen van EU-commissaris Frans Timmermans. Maar zal het genoeg zijn? Volgens wetenschapsjournalist Anna Gimbrère hebben we geen keus. “De natuur is kwetsbaar, en we moeten daar zuiniger mee omgaan.”
De Grote Klimaatkwis
In De Grote Klimaatkwis test Harm Edens de kennis van twee teams, met Pieter Derks, Jörgen Raymann, Dyantha Brooks, Rayen Panday, Merel Westrik en Francis van Broekhuizen, op het gebied van klimaatverandering. De quiz bestaat uit vragen over eten en drinken, huishouden en vervoer. Anna Gimbrère praat ons bij over de meest recente innovaties en onderzoeken en geeft tips hoe je zelf praktisch kunt bijdragen aan een beter klimaat. Kijk De Grote Klimaatkwis zaterdag 24 oktober, 21:40 uur op NPO 1, en ontdek meer op de speciale afleveringspagina.
Aan het hart
De klimaatcrisis gaat Gimbrère aan het hart. “Je merkt aan alles dat het niet goed gaat met het klimaat, en dat het een directe bedreiging begint te worden. Het weer wordt grilliger, we zien meer overstromingen en droogte. Het gebeurt as we speak. Dus moeten we daar nú iets aan doen.”
Dat De Grote Klimaatkwis niet het eerste programma is over de klimaatcrisis, is volgens Gimbrère geen probleem. “Vanwege de urgentie moeten we elkaar blijven voeden met informatie,” zegt Gimbrère. “Met dit programma proberen we je daarom nog meer bewust te maken van de kleine dingen die je kan doen om een positieve bijdrage te leveren. Want volgens mij begint alle verandering bij maatschappelijk bewustzijn.”
Dat bewustzijn over hoe we moeten omgaan met onze eigen planeet is volgens Gimbrère versterkt toen corona uitbrak. “We werden ons bewust van de schaarste en schoonheid van de lokale natuur. Ik weet dat veel mensen Bali als een soort toevluchtsoord zien, maar voordat je daar bent heb je al zo veel uitgestoten, dat kan je bijna niet meer compenseren. Nu gaan we massaal de Nederlandse natuur in. Maar die natuur is kwetsbaar, en we moeten daar zuiniger mee omgaan.”
Niet alleen op individueel vlak merkt Gimbrère een verandering. “Bedrijven vlogen niet meer naar een ander land voor alleen een vergadering, en de uitstoot van de transportsector nam enorm af,” vertelt ze. “Tegelijkertijd is pijnlijk duidelijk geworden hoezeer wij afhankelijk zijn van China. Dat land ging dicht, en wij konden bepaalde producten niet meer krijgen.”
Die afhankelijkheid maakt dat we moeten gaan nadenken over hoe producten worden geproduceerd. “Doen ze dat in China eigenlijk wel op een manier waar we achter staan, hoe duurzaam en hoe mensvriendelijk is dat eigenlijk,” vraagt Gimbrère. “Als we besluiten meer lokaal te produceren volgens onze standaarden, kan dat veel opleveren. Dat is misschien nog wel belangrijker dan minder vliegen; gewoon minder rotzooi laten produceren in die landen.”
Een eigen adblocker
De verantwoordelijkheid voor die verandering ligt voor een groot deel bij de overheid. “De consument is een beetje de speelbal van de commercie geworden. Het bedrijfsleven maakt misbruik van onze dierlijke aard, van onze lusten en hebberigheid en onze onzekerheden. De overheid kan duurzame productie belonen en minder duurzame belasten. We zouden bedrijven veel meer verantwoordelijk moeten maken voor alle vormen van afval die ze produceren, waar dan ook ter wereld. Dan gaan ondernemers automatisch producten maken die langer mee gaan of goed recyclebaar zijn. Het vereist een visie voor de lange termijn, het zijn belangrijke keuzes die nu gemaakt moeten worden.”
Zelf probeert Gimbrère bij elke keuze die ze maakt, de duurzame keuze te maken. “Ik heb duurzame energie en eet geen vlees en vis.” Maar ook Gimbrère vliegt nog wel eens. “Alleen voor mijn werk, maar dat praat ik dan goed met het idee dat ik een belangrijk verhaal aan de wereld ga vertellen.”
Een keuze waar Gimbrère zelf ook nog eens profijt van heeft: duurzame kleding. “Er zijn maar een stuk of vier winkels in Amsterdam waar ik terecht kan. Dus ik hoef niet meer die verschrikkelijke Kalverstraat helemaal af te struinen.” Bovendien kan Gimbrère het overgrote deel van de reclames van zich af laten glijden. “Dat is toch niet het soort product dat ik wil kopen! Een soort eigen adblocker, heel rustgevend, kan het iedereen aanraden.”
Energieslurpende digitale techniek
Eén van de zaken waar de consument zich nog te weinig bewust van is, is de hoeveelheid energie die online communiceren nodig heeft. “Ik houd heel erg van gifjes,” vertelt Gimbrère. “Maar dat verbruikt dus best veel energie!” In De Grote Klimaatkwis legt Gimbrère uit dat een jaar lang twintig mailtjes per dag sturen, gelijk staat aan duizend kilometer rijden in een benzineauto.
Dat we ons nu pas realiseren hoeveel energie we op die manier verbruiken, en hoeveel datacentra we daarvoor nodig hebben, is niet per se erg, vindt Gimbrère. “Het is nieuw gedrag en nieuwe technologie. Dat we nu pas ontdekken wat de nadelen zijn, betekent niet dat we die niet kunnen oplossen. We kunnen computerprogramma’s bijvoorbeeld veel efficiënter schrijven, zodat de computer niet allerlei onnodige regels code hoeft te lezen voordat hij bij de nuttige code komt. Dat scheelt echt energie. Of Netflix kan met een kleiner aanbod gaan werken, zodat ze minder serverruimte paraat hoeven te hebben. Vermindert ook nog eens de keuzestress.”
Bovendien kan technologie wel degelijk een belangrijke rol spelen bij verandering. Maar dan moeten we daar wel duurzame keuzes in maken. “Technologie is niet altijd beter voor het milieu. Ik vergelijk het vaak met een moestuin. Daar waar je geld in steekt, gaat het groeien. Als een techniek eenmaal bewezen is, zoals bijvoorbeeld de elektrische auto, wordt erin geïnvesteerd en kan het wat goeds doen voor de wereld. Nu wordt de groei van technologie vooral bepaald door de mate waarin er geld mee verdiend kan worden. De overheid heeft de taak om vervuilende technologie zodanig te belasten, dat investeerders en ondernemers automatisch duurzamere keuzes maken."
Klimaatdoelen halen: appeltje, eitje
Hoewel Gimbrère denkt dat we makkelijk de klimaatdoelen van 2030 zouden kunnen halen, is ze niet optimistisch. “Ik voel gewoon zo veel stugheid bij het bedrijfsleven en de politiek. Het zijn oude mensen die vastgeroest zijn in hun oude denkpatronen. De generatie die nu de leiding heeft in de politiek is opgegroeid met het idee dat de economie moet groeien en dat Nederland afhankelijk is van luchtvaart en oliewinning. Dat we moeten schakelen komt met de volgende generatie, maar dat moet echt veel sneller.”
Toch is er hoop. “Dat we klimaatdoelstellingen hebben, maakt dat het bedrijfsleven voelt dat daar geld te halen is. En als ze weten dat er ergens geld te verdienen is, gaan ze investeren en op zoek naar een nieuwe markt.” Dus die klimaatdoelstellingen van 2050? “Appeltje, eitje.”