"Het idee van de Big Society, of de Nederlandse equivalent de participatiemaatschappij, roept op tot een publieke verantwoordelijkheid, vanuit het idee dat er minder bemoeienis van de staat zou moeten zijn. Hoewel het misschien aanvankelijk niet de bedoeling was, heeft het geleid tot grote bezuinigingen en hervormingen van publieke voorzieningen zoals de zorg. De oproep om te participeren, wat een positieve connotatie heeft, functioneert als een rookgordijn voor die hervormingen.
Dat is volgens mij iets anders dan commoning, waarin mensen betrokken zijn bij hun eigen zorg en elkaar helpen, terwijl er tegelijkertijd goede publieke voorzieningen zijn en een welvaartsverdeling die ervoor zorgt dat iedereen toegang heeft tot zorg. Denken over de commons betekent ook nadenken over hoe een systeem eruit kan zien dat bottom-up georganiseerd is en waarin mensen echt betrokken zijn. Uiteindelijk is de vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat onze economie iedereen dient, en niet enkel een kleine groep mensen die veel bezit heeft.
Een voorbeeld van commoning zijn de remunicipalication movements die je op verschillende plekken in Europa ziet. Die pleiten ervoor om nutsbedrijven die geprivatiseerd zijn, zoals water en energie, weer in het publieke domein te brengen met nieuwe eigendomsmodellen, zoals coöperaties en meer zeggenschap voor de lokale gemeenschap. Ook met zorg kun je dat doen. Commoning brengt vraagstukken rond publieke voorzieningen en professionele betaalde zorg dus samen met anders denken over democratie, participatie en zeggenschap. Zo kunnen we ook nadenken over onze persoonlijke ethische betrokkenheid, zonder ons alleen te oriënteren op het individu of op het gezin."