De morele paradox van solidariteit door afzondering vestigde wel de aandacht op iets hols en leegs in de verzekering dat 'we hier samen doorheen moeten'. Hiermee werd geen gevoel van gemeenschap beschreven, geen continue reeks van onderlinge verplichtingen en gedeelde opofferingen. Integendeel zelfs, de slogan was gemunt in een periode van grote en rancuneuze onderlinge verdeeldheid en een maatschappelijke ongelijkheid die in de wereldgeschiedenis vrijwel nooit eerder zo groot is geweest.
Dezelfde marktgedreven mondialisering waardoor de Verenigde Staten plotseling niet over voldoende productiecapaciteit voor mondkapjes en medicijnen bleken te beschikken, had een groot aantal mensen beroofd van goedbetaalde banen en maatschappelijke waardering.
Intussen waren degenen die hadden geprofiteerd van de economische overvloed die de wereldwijde markten, productieketens en kapitaalstromen hadden opgeleverd, zowel in hun rol van producenten als in die van consumenten steeds verder verwijderd geraakt van hun medeburgers, zodat ze voor hun identiteit en economische vooruitzichten niet meer afhankelijk waren van lokale of nationale gemeenschappen. De winnaars van de mondialisering liepen steeds verder uit op de verliezers, en beoefenden daarmee een eigen vorm van social distancing.
In de huidige politiek, zo legden de winnaars uit, ging het niet meer in de eerste plaats over 'links en rechts' maar om 'open en gesloten'. In een open wereld is succes afhankelijk van onderwijs, want daarmee kun je je voorzien van de juiste vaardigheden om te kunnen concurreren en winnen in een mondiale economie.
Dat houdt in dat nationale regeringen moeten garanderen dat iedereen gelijke kansen heeft om het onderwijs te volgen waarmee je succes kunt hebben, maar het betekent ook dat degenen die boven aan de maatschappelijke ladder belanden, gaan geloven dat ze hun succes verdiend hebben. En als er ook werkelijk gelijke kansen zijn, houdt dat ook in dat de achterblijvers hun lot aan zichzelf te wijten hebben.
Deze manier van denken over succes maakt het moeilijk te geloven dat 'we hier samen doorheen moeten'. De winnaars worden er zo toe aangezet om hun succes als hun eigen werk te beschouwen, en de verliezers krijgen het gevoel dat de winnaars vol minachting op hen neerkijken. Dit vormt mede een verklaring voor het feit dat de mensen die de mondialisering niet hebben kunnen bijbenen boos en rancuneus zijn, en zich aangetrokken voelen tot autoritaire populisten die woedend tekeergaan tegen de elites en beloven de landsgrenzen in ere te herstellen en extra streng te bewaken.
Ondanks al hun argwaan jegens deskundigen en hun gebrek aan vertrouwen in wereldwijde samenwerking is het nu aan deze populisten om het land door de pandemie te loodsen. Dat zal niet gemakkelijk worden. Het mobiliseren van de samenleving om de wereldwijde gezondheidscrisis op te lossen zal niet alleen medische en wetenschappelijke deskundigheid vergen, maar ook morele en politieke vernieuwing.
De kans dat het giftige mengsel van hoogmoed en ressentiment dat Trump aan de macht heeft gebracht de nu zo broodnodige solidariteit zal opwekken, lijkt niet groot. Om zelfs maar te kunnen hopen op vernieuwing van ons morele en maatschappelijke bestel zullen we eerst moeten begrijpen hoe onze sociale banden en ons onderlinge respect in de afgelopen veertig jaar steeds verder afgebrokkeld zijn."