Zorgen dat mensen weer vertrouwen in elkaar krijgen. Volgens journalist Ece Temelkuran is dat de grootste opgave van deze tijd. In Brainwash Talks laat ze zien hoe.
Alles wat er gaande is in de wereld – de grote crises van het kapitalisme, de democratie en het klimaat – maakt ons duidelijk dat we nú moeten ingrijpen. Nu is een verschrikkelijk woord. Je ziet een meisje voor je dat als bevroren stilstaat wanneer het haar beurt is om over het springtouw te springen. Haar vriendinnen roepen allemaal: "Nu! Nu springen!" Elke keer dat ze roepen, heeft het meisje het gevoel dat het al te laat is.
Wij zijn dat meisje dat als bevroren stilstaat.
Onze problemen zijn heftig en reusachtig. Voor de tweede keer in de moderne geschiedenis worden we geconfronteerd met iets onvoorstelbaar, radicaal kwaadaardigs. De eerste keer was de holocaust en de kampen. Nu is het extreme ongelijkheid. Spaanse soldaten duwen vluchtelingen terug de zee in, alsof mensen overtollig zijn. Als leiders als Boris Johnson zeggen: "Ik geef niks om die mensen. Totdat de lijken zich ophopen." Dat is de post-waarheid. En belangrijker nog, dat is deze wereld, een communicatiebubbel waarin onwetendheid wordt gefaciliteerd en gemobiliseerd door leiders.
Wij zijn net dat meisje dat als bevroren stilstaat.
De eerste keer dat het onvoorstelbare kwaad de wereld bezocht was de vraag: waar komt dat kwaad vandaan? Nu is de vraag: wat kunnen we doen? Hoe ga je hiermee om terwijl we ook de klimaatcrisis moeten aanpakken? Want naast deze vragen horen we de klok van de apocalyps tikken. We komen constant tijd tekort.
De individu: zwak en nutteloos
De vraag is dan dus: moeten we wel iets doen? Is er nog wel iets te doen? In Verloren Land beschrijf ik de zeven stappen van democratie naar dictatuur, de zeven wereldwijde patronen van opkomend fascisme. Ik schreef: "Geen enkele democratie is immuun voor de golf van fascisme." Ik riep op tot wereldwijde actie. Ik reisde zo'n twee keer de wereld rond om over het boek te praten. Elke keer als mijn publiek ervan overtuigd was dat hun land zich in dezelfde fase bevond hoorde ik dezelfde vraag: waar vinden we hoop?
Ik hoorde die vraag in elke taal. Ik begon te denken: stel nou dat er geen hoop is, wat zou jij dan morgen anders doen? Of: als er wel hoop is, wat zou jij dan morgen anders doen? Ik dacht dat de vraag, en trouwens ook het antwoord, er niet toe deden. "Het maakt niet uit wat ik zeg." Het is als de vraag: ben ik een pessimist of ben ik een optimist? De geschiedenis trekt zich niks aan van wat wij thuis voelen maar van de actie die wij samen buiten de deur ondernemen.
Maar toen ik het allemaal overdacht, vond ik mijn reactie aan de arrogante kant. Ik begon te denken: wat vragen ze precies met hun vragen over hoop? Voor mij lag voor de hand wat je moet doen: samen in actie komen. Maar de mensen voelden klaarblijkelijk geen reden om in actie komen. Ik vroeg me af wat de reden daarvoor was. Ik dacht dat het moest komen door het verlies aan vertrouwen in de mensheid. Het totale verlies aan vertrouwen in de mensheid is de morele broedplaats voor fascisme. Fascisme vindt individuen zwak en nutteloos tenzij ze opgaan in een massa die handelt voor een hoger ideaal. Als antifascisten moeten we mensen anders definiëren. Die definitie moet standhouden als we het slechtste van de mensheid zien. En hij moet zo sterk zijn dat hij de hogere idealen voor onze soort omvat. Om vertrouwen te hebben in mensen, heb ik een definitie nodig, dacht ik.
Een zee vol dolfijnen
Mensen zijn wezens die er alles aan zullen doen om te overleven en die inherent schoonheid willen creëren. Dat zit in de mens ingebakken. Mensen overleven door schoonheid te creëren. Als dat ons morele standpunt is, dan moeten onze politieke keuzes daarmee correleren. En dus is punt 1: we mogen niet cynisch zijn. Want schoonheid is het tegenovergestelde van cynisme. Cynisme heeft onze reden om in actie te komen aangevreten. Dat komt vooral door ons gebruik van social media en door de communicatiebubbel waarin de winstmakers ons de uitwassen van de mensheid laten zien. Als je op de sociale media kijkt, zie je alleen het extreme, alleen de woede en de haat. De sociale media zijn een plek waarin het goede haast onzichtbaar is.
Word dus niet cynisch door social media te volgen, want ze vreten je reden aan om in actie te komen. Ik geloof in de mensheid en in de menselijke aandrang om schoonheid te creëren. Ik geloof echt dat we dat zoveel mogelijk moeten benadrukken, gezien alles wat er tijdens de pandemie is gedaan. Weet je het nog? Mensen postten continu maar beelden van dieren. Vooral in de lente. Steden, stadscentra, werden het domein van dieren. De zee zat ineens vol dolfijnen, enzovoort. Mensen deelden die beelden met gevaarlijk veel enthousiasme. Er was geen mens in te zien en op de een of andere manier vonden wij dat mooi. We vonden die wereld zonder mensen erin mooi.
Al onze vragen over wat we moeten doen, of we iets moeten doen… Ze draaien uit op: verdienen we het om te bestaan? Dat is de morele broedplaats waarop fascisme kan opbloeien. We moeten dus echt uitkijken met die vraag. Daarom heb ik Together. 10 Choices for a Better Now geschreven.
Radicale liefde
We hebben niet alleen vertrouwen nodig, maar andere woorden. Woorden als liefde, samenzijn, vriendschap, aandacht, waardigheid. Het is tijd dat we die woorden gebruiken om onze politiek en onze moraliteit te reanimeren. We naderen het eind van een systeem. Er zal een grote barst in ontstaan, die barst zit er feitelijk al in. En het hangt van ons af in welke richting de barst zich zal ontwikkelen. Ik denk echt dat het omarmen van die woorden (waardigheid, vertrouwen in de mensheid, radicale liefde als politiek middel, radicale vriendschap als politieke band) zal leiden tot een betere wereld. Dan groeit de barst uit tot iets moois.
Ja, we zijn allemaal dat meisje dat als bevroren stilstaat. De wereld roept ons toe: 'Nu! Nu springen!' We weten dat alleen de hand van een vriend, een liefhebbende vriend die vertrouwen in ons heeft, ons kan helpen. Ik hoop dus dat er op de nieuwe wereld die wij vanaf nu gaan opbouwen veel vrienden rondlopen die geloven in liefde. En die ook moedig genoeg zijn om zonder een sarcastische grijns te praten over radicale liefde in de politiek.