Een interessant stuk in Trouw, dat een onderzoek aanhaalt, waarin wordt geconcludeerd dat mensen minder gelovig zijn naarmate zij meer in de natuur wonen. Dat is zo’n beetje het omgekeerde van wat je zou verwachten. Het onderzoek werd gedaan door de sociologen Todd Ferguson en Jeffrey Tamburello. Het klinkt vreemd, maar als je er goed over nadenkt, is het niet onlogisch:
Ze ontdekten dat in natuurrijke gebieden (voornamelijk in het westen van de VS) er gemiddeld minder mensen zijn die zich tot een religieuze gemeenschap rekenen. Volgens de sociologen kan natuurschoon ook dienen als bron voor spiritualiteit. "Bossen, meren en bergen roepen vaak een gevoel van het goddelijke op, of inspireren tot ontzag. Ze zijn een bron om verbinding te kunnen maken met het heilige en spirituele gevoelens op te wekken."
Minder kerkelijk gelovig dus, maar wel spiritueel:
“Daar kan de Amerikaan John Lionberger over meepraten. (…) Tijdens zijn reis door Minnesota met een hondenslee waarbij de temperaturen 's nachts daalden tot min veertig graden, bekroop hem ineens het gevoel dat er meer was tussen hemel en aarde. "Ik stond bij zonsopgang alleen midden op een bevroren meer en voelde ineens een diepe warmte vanbinnen en uiteindelijk wist ik absoluut zeker dat er Iets Groters was. Op dat moment wilde ik dat zeker niet God noemen, maar het is me nooit gelukt er een beter woord voor te vinden."
Met andere woorden: eigenlijk is het heel onverstandig van de EO om natuurfilms uit te zenden. Dit bevordert alleen maar de onkerkelijkheid: