Opvallend vaak stelt Woody Allen de werking van het geweten aan de orde in zijn films. In ‘Crimes and Misdemeanors’ (zie mijn vorige blog) komt een man niet alleen weg met moord, maar blijkt ook nog dat hij weinig tot geen last van schuldgevoelens heeft.
Deze visie op een morele sensibiliteit is duister, weinig hoopgevend. Dat komt doordat Allen vraagtekens zet bij de mogelijkheid van een autoriteit of een structuur van regels die het onderscheid tussen goed en kwaad duidelijk maakt.
Opgelost door God
Zoals Gawie Weet Raad-lezer Henk de Jong het stelt in deze discussie: ‘In het jodendom worden dingen opgelost door God. Een prachtig mechanisme om geen verantwoordelijkheid te nemen.’
En toch: ‘verantwoordelijkheid nemen’ lijkt wel deel uit te maken van ons opmaak, zoals blijkt in het geval van de 91-jarige man die zo lang na de moord niet anders kon dan zijn gruweldaad opbiechten.
Cassandra's Dream
In ‘Cassandra’s Dream’ speelt er iets soortgelijks. De broertjes Ian (Ewan McGregor) en Terry (Colin Farrell) zijn telgen uit een Londens gezin dat gebukt gaat onder moeilijke economische omstandigheden.
Ian droomt van het goede leven: mooie vrouwen, snelle auto’s en een baantje in de vastgoedsector. Terry is met minder tevreden, hoewel hij een zwak heeft voor pokeren en graag wedt op hondenraces.
Het gaat goed mis wanneer Terry zware verliezen aan de pokertafel lijdt en binnen de kortste keren bij foute woekeraars in de krijt staat. Wat heet, hij moet namelijk 90 000 pond terugbetalen — terwijl hij nauwelijks 30 pond in z’n portemonnee heeft.
Uncle Howard
Dan verschijnt Howard (Tom Wilkinson) op het toneel, de beroemde, steenrijke broer van hun moeder. En die heeft een probleem: een zakenvennoot van hem dreigt malafide transacties waarbij hij, Howard, betrokken was, aan de grote klok te hangen.
Wanneer ‘Uncle Howard’ zijn neven in Londen op het lijf loopt, ziet hij de contouren van een plan: in ruil voor 30 000 pond moeten Ian en Terry die lastige partner vermoorden.
Maar kunnen ze dat?