In de 2Doc Kort: Schone Bergen vertelt Jangmu Sherpa het schrijnende verhaal van haar vader die tijdens een reddingsactie zijn vingers verloor. Maar ze laat ook zien hoe verhoudingen tussen Sherpa’s, buitenlandse klimmers, en de bergen veranderen. We spraken hierover met regisseur Geertjan Lassche.

Een Sherpa - een van oorsprong Tibetaans volk woonachtig in de Himalaya, vaak ook naam voor ‘berggids’ - begeleidt een groep buitenlanders tijdens de zware beklimming van een hoge Himalaya-berg. Een van de expeditieleden wordt ziek en de Sherpa moet hem onder slechte weersomstandigheden naar beneden brengen. Alleen: de man blijkt zijn stijgijzers niet goed te hebben vastgemaakt.

Om zijn leven te kunnen redden, trekt de Sherpa zijn handschoenen uit en bindt de stijgijzers van de man goed vast. Maar in het korte moment dat zijn vingers aan de kou worden blootgesteld, bevriezen ze. Het expeditielid overleeft de afdaling met dank aan de Sherpa - deze laatste raakt zijn vingertoppen kwijt en kan hierna nooit meer naar de hoge Himalaya-toppen. Hij verliest zo zijn passie en inkomen. Zijn zorgen begint hij met alcohol te verdrinken, waardoor hij uiteindelijk op veel te jonge leeftijd overlijdt.

Toen regisseur Geertjan Lassche dit verhaal over Lost Fingers Dorjee hoorde, wist hij meteen dat hij er een film over wilde maken. Het is voor hem namelijk een verhaal dat symbool staat voor de - op zijn zachtst gezegd - interessante relatie tussen de Sherpa’s en de buitenlandse bergbeklimmers. Het resulteerde in de 2Doc Kort: Schone Bergen, waarin Jangmu Sherpa, de dochter van Lost Fingers Dorjee, het verhaal van haar vader vertelt. Tegelijkertijd laat de film zien hoe de verhoudingen tussen Sherpa’s, buitenlanders en de bergen veranderen. Lassche: “Buitenlandse klimmers raken nogal eens in de problemen door hun eigen overmoed. Veel te vaak is gedacht: dat lost de Sherpa wel op.”

Tekst gaat verder na afbeelding

Jangmu Sherpa kijkt naar een foto van haar overleden vader Lost Fingers Dorjee.

Commandobloed

Het verhaal over Lost Fingers Dorjee hoort Lassche voor het eerst in 2014, rond de opnames van zijn documentaire Hemelbestormers. Voor deze film volgt de regisseur een groep Nederlandse klimmers in hun poging de Cho Oyu, de op vijf na hoogste berg ter wereld, te beklimmen. Lassche leert hier de Sherpa’s, die de expeditieleden helpen met het voorbereiden van de tocht, het dragen van benodigde spullen en het klimmen zelf, kennen. Hij voelt al snel een band met hen. “Ik kom zelf uit een rurale omgeving, leef in een gemeenschap en ben in mijn element in de natuur, het meest in extreme omstandigheden," vertelt Lassche. "Zo zijn veel Sherpa’s die in de bergen leven natuurlijk ook, dus dat had ik met ze gemeen.”

Naarmate de expeditie vordert, krijgt Lassche steeds meer het idee dat er iets geks aan de hand is met de relatie tussen de klimmers en de Sherpa’s. “Je krijgt zicht op een bijna schizofrene wereld, waarbij je aan de ene kant de originele Sherpacultuur hebt, en aan de andere kant de westerse klimmers. Beide zijn van elkaar afhankelijk en er is ook wel affectie naar elkaar, alleen het zijn twee werelden die totaal verschillend zijn.”

Het verschil, zo ziet Lassche, zit vooral in de aard van de twee volken. “Vriendelijkheid, dienstbaarheid, het naar de zin willen maken van de ander, ‘goed willen doen’, dat is volgens mij typisch voor de Sherpa-cultuur. Voor een deel is dat omdat ze een etnische minderheid zijn in Nepal, in het verleden gemigreerd vanuit Tibet. Veel Sherpa's zijn arm, dus al snel afhankelijk. Maar voor een groot deel zit de dienstbaarheid ook in de aard van de Sherpa’s en natuurlijk in het Boeddhisme dat voor hen een belangrijke rol speelt.

“Dit in tegenstelling tot de westerse bergklimcultuur, waar toch veel alfa-mensen aan meedoen, die veeleisend zijn en vaak grote bedragen neerleggen om op een top te kunnen staan. Er zijn weinig hobby’s waarbij het fotomoment en het kijk-mij-eens-gehalte zo hoog zijn als in deze vorm van bergsport. En om zo’n foto op meer dan 8.000 meter hoogte te kunnen maken, heb je een soort meedogenloosheid en commandobloed nodig. Dat staat haaks op de Sherpa-cultuur.”

Geertjan Lassche met zijn vaste begeleider, de Sherpa Pinasa Dorjee tijdens de expeditie in 2014. Lassche: "Ik had geen film kunnen maken zonder hem, mijn guardian angel."

Levensgevaarlijk werk

Om die foto op de top te kunnen maken, heeft een klimmer dikwijls wel een Sherpa nodig. “Misschien passen de twee culturen wel goed bij elkaar, juist omdat de karakters zo contrasteren, waardoor ze elkaar aanvullen,” zegt Lassche. “Ze zijn de ideale waterdragers voor de alfa-mens, in zekere zin. Maar ik merkte dat me toch af en toe een schuldgevoel bekroop. Wanneer wij in een tent lagen, en we een drager (Sherpa die spullen voor de beklimming omhoog brengt, red.), volbeladen met spullen hijgend en puffend langs hoorden lopen, bijvoorbeeld. Of toen ik het verhaal van Lost Fiingers Dorjee hoorde. Natuurlijk betaal je zo iemand voor wat hij of zij doet, maar het is vaak levensgevaarlijk werk. Legitimeert een betaling dat we het normaal vinden wat de Sherpa’s voor ons doen?

“Daar komt nog bij dat buitenlandse klimmers nogal eens in de problemen raken door hun eigen overmoed. Vaak is dan gedacht: dat lost de Sherpa wel op. Maar het idee dat je ‘recht’ hebt op iemands hulp in een levensgevaarlijke situatie, omdat je die persoon hebt betaald, is natuurlijk bezopen.”

Tekst gaat verder na afbeelding

Lassche klimt in de Himalaya. Het werk van een Sherpa kan hier soms levensgevaarlijk zijn.

Trots

In het beeld van de gehoorzame Sherpa die alles voor de buitenlandse klimmer doet, komt verandering, ziet Lassche. “Eigenlijk zag je dat al aan het einde van Hemelbestormers. Een aantal expeditieleden wilde een tweede toppoging wagen, maar de Sherpa’s gingen daar niet in mee, omdat ze de vooruitzichten te slecht vonden en omdat ze een waarschuwende stem van de goden hadden gehoord. Twintig jaar eerder hadden ze in eenzelfde situatie denk ik wel naar de wens van de westerling geluisterd.”

Met Schone Bergen heeft Lassche het keerpunt waarop de Sherpa’s staan meer aandacht willen geven. “Ik wilde dat scharnierpunt laten zien door Jangmu Sherpa haar verhaal te laten vertellen. Haar vader heeft zijn vingers verloren door de rol die de Sherpa’s jarenlang speelden, waarbij ze koste wat het kost uitvoerden wat de buitenlandse klimmer van ze vroeg.

"Maar Jangmu’s generatie trekt de autonomie naar zich toe. Ze gaan zelf toppen beklimmen en breken records. Ze durven trots te zijn op het gebied waar ze wonen en nemen steeds meer de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen en het op te ruimen.”

Speciale missies

Het opruimen van de bergen blijkt – zo is in Schone Bergen te zien – overigens nog een hele klus. Zeker bovenaan de Mount Everest ligt nog overal troep zoals tentresten en zuurstofflessen. Jangmu en het team dat haar helpt, lukt het wel om wat vuilnis mee naar beneden te krijgen, maar er zal meer nodig zijn om de berg weer helemaal schoon te maken. “Ik denk dat de rommel zal blijven liggen zolang het nog normaal gevonden wordt om belachelijk veel geld te betalen om op een top te staan,” zegt Lassche. “Want zo iemand die alleen even op een neer gaat voor een once in a lifetime experience, zit meestal al op de toppen van zijn of haar kunnen. Die gaat echt de rommel daarboven niet opruimen, maar is eerder geneigd op de afdaling wat overtollige bagage achter te laten.

“Ik denk dat er speciale missies moeten komen, misschien vanuit een fonds waar de Sherpa’s door betaald worden, niet om de top te bereiken, maar om de bergen schoon te krijgen. Uiteindelijk zijn die bergen namelijk, net als andere natuurschoonheden, toch het mooiste wat we hebben.”

Tekst gaat verder na banner

Bedreiging

Waar het nieuwe pad dat de Sherpa’s zijn ingeslagen heen zal leiden, is iets wat Lassche met aandacht en ook vrees volgt. “De Sherpa’s zijn een prachtig, uniek volk, dat op een mooie manier met elkaar samenleeft. Lange tijd hebben wij daar als westerlingen gebruik en ook misbruik van gemaakt. En nu zeggen zij dus: 'Ho eens even, we trekken de autonomie naar onszelf toe.'

“De vraag is nu of ze een authentiek volk zullen blijven, of dat ze meegaan in het kapitalisme en de westerse cultuur gaan nabootsen. Gaan de Sherpa’s verder met het exploiteren van de bergen, zoals de westerlingen voorheen altijd hebben gedaan? Worden meer Sherpa’s een soort rockstars die in talkshows gaan aanschuiven? Komen er meer films als 14 Peaks: Nothing is impossible, waarin een Nepalese klimmer een ontzettend Amerikaanse boodschap als nothing is impossible uitdraagt, terwijl binnen de originele Sherpa-cultuur volgens mij eerder een uitspraak past als ‘Als je iets wil, moet je wachten tot de natuur het toelaat’?

“Het kapitalisme is naar mijn mening een bedreiging voor een puur en uniek volk. Kijk maar naar Nederland en Europa. We zijn allemaal op elkaar gaan lijken. Tegelijkertijd denk ik: wie ben ik, die van het kapitalisme geniet, om het een ander te ontzeggen? En toch blijft voor mij authenticiteit het allermooist. Ik denk dat Schone Bergen in een tijdsperiode is gefilmd waarin je de oorspronkelijke Sherpa-cultuur nog ziet. Maar als de toeristen blijven komen, gaat dat de komende decennia denk ik steeds meer verdwijnen en zal de Sherpa-cultuur enorm veranderen. Ergens geef ik ze daarin groot gelijk – en het doet me ook zeer.”

Kijk de 2Doc Kort: Schone Bergen

De 2Doc Kort: Schone Bergen zie je op woensdag 26 januari om 22:20 uur op NPO 2. De film is online ook terug te kijken. Meer informatie over de docu check je op de speciale afleveringspagina.

Meer documentaire?