In nog geen week kom ik op tv. Mijn vriend Hicham belde me om me te vertellen over What’s the Right Thing to Do: ‘Het is een Nederlands programma over filosofie, dat wordt opgenomen tussen de ruïnes van een oud-Grieks dorp aan zee.’ Ik dacht dat het een grapje was, alsof hij mijn Facebook-posts had gelezen en daarna een tv-programma had verzonnen waarvan hij dacht dat ik het wel zou kijken. Maar hij zei dat hij mijn aanmelding al had ingediend en dat ik me klaar moest maken om een ster te worden.
Ik ben altijd degene achter de camera geweest: hard aan het werk, met gebogen hoofd, onzichtbaar. Als ik voor een menigte moet spreken, begint mijn hoofd te bonzen, gaan mijn palmen zweten, wordt mijn keel droog en mijn geest een brij. Op feestjes steelt mijn vriendin altijd de show; ik sta het liefst in de hoek op samenzweerderige toon over economie en anti-kapitalisme te praten. Hoe moet ik voor de camera verschijnen om de wereld te overtuigen van het gevaar van ongetemd kapitalisme? Om mijn eigen politieke transformatie van libertariër naar degrowther over te brengen, of op z’n minst te bewijzen dat er nog steeds aardige Amerikanen bestaan?
Ik haat globalisering en het hele idee van grote, impactvolle, one-size-fits-all oplossingen die zo ongebreideld zijn in Silicon Valley. Maar is deelname aan een tv-programma niet vooral show, zonder echte verandering te bewerkstelligen?