Benedictus de Spinoza (1632 – 1677)
Rede in plaats van religie
Benedictus de Spinoza wordt geboren in Amsterdam en is de zoon van Portugees – Joodse ouders. Hij is dus een tweede generatie allochtoon. Spinoza komt al vroeg in conflict met de joods-Sefardische gemeenschap waarin hij opgroeit. Hij stelt dat een religieuze tekst vol aannames en tegenstrijdigheden geen leidend beginsel kan zijn voor echte kennis en voor de waarheid.
Op 23-jarige leeftijd wordt hij uit de joodse gemeenschap verbannen. Hij schrijft het Theologisch-politiek tractaat en De Ethica. Beiden zijn anoniem gepubliceerd en na publicatie verboden. Het TTP is één van de oudste pleidooien voor vrijheid van meningsuiting dat we kennen.
In zijn belangrijkste boek – De Ethica – probeert hij antwoord te geven op de vraag “Hoe goed, of anders gezegd, gelukkig te leven?”. Het antwoord lijkt eenvoudig. Om een goed leven te leiden, moeten we doen wat het meest kenmerkende voor mensen is. Namelijk: nadenken. Volgens Spinoza moeten we daarom kennis verwerven, de rede volgen, en ons niet laten meeslepen door emoties.
De rede, die Spinoza zo hoog acht, staat regelmatig haaks op traditie of religie. Daarom werd Spinoza ook in het redelijk tolerante Nederland van de Gouden Eeuw gehaat.
Daarnaast poneert Spinoza een gevaarlijke stelling. Volgens hem is God geen bovennatuurlijk wezen. Nee, God valt samen met de natuur. Alles wat gebeurt heeft een natuurlijke verklaring: er bestaan geen wonderen en geen toevalligheden. Deze God is dus onpersoonlijk en heeft ook niets met ons voor. We kunnen hem wel beter leren kennen door de wetten van de natuur te ontdekken. (In De Ethica wil Spinoza uiteindelijk vanuit het gezichtspunt van de eeuwigheid, het universum en onze plaats daarin kennen. Pas dat leidt tot het ware volmaakte geluk en tot een intellectuele liefde tot god, ofwel tot al-wat-is.)
Spinoza wordt goddeloosheid verweten. Een vriend wordt veroordeeld voor godslastering wegens een spinozistisch geschrift en sterft in het Rasphuis. Enkele jaren later ziet Spinoza hoe de gebroeders De Witt door een woedende menigte worden gelyncht. Spinoza wil een plakkaat met daarop de tekst Ultimi Barbarorum (‘De ergste barbarendaad’) ophangen. Zijn huisbaas houdt hem tegen, uit angst voor nog een lynchpartij. De rede blijkt bij mensen nu eenmaal vaak ver te zoeken. Spinoza sterft op 44-jarige leeftijd in Den Haag.