Epicurus (341 – 270 v. Chr.)
Gelukkig worden door te genieten
Epicurus werd geboren op het Griekse eiland Samos. Volgens deze oud-Griekse filosoof gaat het in het leven om geluk. Gelukkig zijn bereik je volgens hem door te proberen pijn te vermijden en het genot na te streven.
In 306 voor Christus opende hij zijn beroemde Tuin van Epicurus, waarin het genot als hoogste goed werd gecultiveerd. Deze manier van denken wordt ook wel aangeduid als hedonisme. De ideeën van Epicurus zijn later vaak uitgelegd als een pleidooi voor het naar hartenlust najagen van aards genot, maar Epicurus leefde zelf juist heel sober.
Vriendschap vond hij één van de belangrijkste dingen van het leven. Hij nodigde mensen graag uit om een kijkje te nemen in zijn ommuurde tuin waar hij met vrienden een gemeenschap vormde.
Ook slaven en vrouwen waren er welkom, waar men in die tijd maar vreemd tegenaan keek. Soberheid, zelfredzaamheid, rechtvaardigheid en vriendschap stonden in de Tuin voorop.
Om geluk te verkrijgen roept Epicurus de hedonistische calculus in het leven. In het kort komt die hierop neer: laat genot liggen als je weet dat die later voor een groter ongemak zorgt en verdraag liever even wat pijn als daarna het genot groter wordt. Bovendien vindt hij genot makkelijk te verkrijgen voor diegenen die met weinig tevreden zijn. En, meet het leven niet af aan de lengte er van, maar aan de kwaliteit.
Epicurus ging niet uit van een kosmos met een hoger doel en goden die zich met de loop van je leven bemoeien. Hij beschouwde in zijn nuchtere fysica de wereld als ‘los zand’. Hij was atomist, dat wil zeggen hij stelde zich net als in de moderne fysica de wereld voor als een spel van atomen zonder verdere zin of bedoeling.
We leven ons aardse leven en na de dood ben je restloos verdwenen. Angst voor de dood is volgens Epicurus dan ook niet nodig. De dood, zo zegt hij, gaat ons niets aan. Want wanneer wij er zijn, is de dood er niet, en wanneer de dood er is, zijn wij er niet meer.