"Ik denk dat we over een jaar of tien AI niet meer weg kunnen denken uit ons dagelijks leven,” zegt Matthijs Biondina, onderzoeker Elektronica en Informatiesystemen aan Universiteit Gent. “De vraag is hoe we dat soort technologieën in onze samenleving gaan integreren. Zien we AI als iets dat banen gaat vervangen, of zien we het als een hulpmiddel waarmee mensen hun werk beter en sneller kunnen doen? Ik denk dat de werkelijkheid ergens in het midden zal liggen, maar de tweede optie heeft meer potentieel. In de meeste gevallen zal samenwerking tussen mens en computer betere resultaten opleveren dan de computer alleen, hoe ‘intelligent’ die ook is.”
Biondina denkt dat we moeten leren samenwerken met AI, “net zoals je moet leren lezen, schrijven, of fietsen. Iedereen kan er nu mee experimenteren, zonder dat je precies hoeft te weten wat er op de achtergrond gebeurt. Je komt er al snel achter dat AI-modellen in bepaalde opzichten heel slim zijn, maar ook heel dom. Het vereist een bepaalde manier van denken en een zekere mate van finesse om het beste uit die modellen te halen.” Dat beaamt Francis Wyffels, onderzoeker robotica aan Universiteit Gent: “Het is nieuwe kennis die moet worden aangeleerd. Houtbewerkers deden ooit alles met de hand. Vervolgens ontworpen we machines die veel van het werk konden overnemen. Nu gaan computers deze machines besturen.”
Ook in het basisonderwijs kijken docenten naar nieuwe ontwikkelingen binnen AI en hoe het kan worden toegepast op hun school. “Dat klinkt simpel, maar het kost aardig wat werk,” zegt Gijs Damen, leerkracht op Basisschool Pro Rege in Amsterdam. “We kijken hoe we digitalisering het beste in een doorlopende leerlijn kunnen realiseren voor kinderen.” Volgens hem hoeft niet iedereen een programmeur te zijn. “Je zet digitalisering in om ook onderdeel te worden van het systeem en het niet alleen te consumeren.”