In de documentaire ‘Onder Ongelovigen’ geven Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond en documentairemaker Dorothée Forma deze vaak vergeten groep een gezicht.
Godslastering en afvalligheid is in 55 landen strafbaar. In 39 landen riskeer je gevangenis en in 13 landen zelfs de doodstraf. Het zwaarst hebben 'afvalligen' het in streng-islamitische landen, maar ook in westerse landen is het niet eenvoudig voor ex-moslims.
In Londen ontmoet Van der Ham onder meer ex-moslima Nahla, die de religieuze dwang in Soedan ontvluchtte. Ook in Engeland ondervindt ze agressie en dat beangstigt haar. Wat haar vooral frustreert is de lafheid van zogenaamd progressief links “die niks durft te benoemen en alles goedpraat, zogenaamd uit 'respect voor hun geloof' en multiculturalisme”.
Van der Ham spreekt ook met de initiatiefnemers van de eerste openlijk atheïstische vereniging in Turkije. Naast hoon, ontvangen de initiatiefnemers doodsbedreigingen en actieve tegenwerking van de overheid. In het officieel nog seculiere Turkije kan openlijk ongelovig zijn je je baan kosten. Toch weigeren de Turkse atheïsten ondergronds te gaan.
In Glasgow maken we kennis met Ramin, student uit Iran. Hij richtte een Schots Comité van ex-moslims op. ‘Leden’ zijn vooral anonieme volgers op Twitter en Facebook. Een enkeling spreekt openlijk over zijn coming out als ongelovige. “Aan mijn familie kan ik ‘t niet vertellen. Zij kennen atheïsten alleen uit verhalen. Het zijn goddeloze mensen, zonder ziel. Als ze horen dat ik atheïst ben worden ze gek.”
Van der Ham biedt het jaarlijks uitgebrachte IHEU Freedom of Thought rapport aan bij ambassades in Den Haag en ook aan de Tweede Kamer. Hij vraagt nadrukkelijk aandacht voor de vrijheid om te geloven en om niét te geloven.
Van der Ham initieerde in 2009 als Kamerlid de afschaffing van de Nederlandse anti-godslasteringswet. Nu pleit hij voor wereldwijde afschaffing van godslasteringswetten. ‘Onder Ongelovigen’ eindigt met zijn toespraak voor de VN-Mensenrechtenraad in Geneve. “Hef alle blasfemiewetten op. Religie mag nooit een excuus zijn voor haat, vervolging of geweld.”