Individuele vrijheid is geen westers exportproduct dat schaamtevol moet worden gerelativeerd; het is een universeel en kwetsbaar streven dat gezien en beschermd moet worden, schrijft Boris van der Ham in een opiniestuk in NRC.

Wereldwijd onderzoek naar religie en levensbeschouwing beperkt zich doorgaans tot een steile indeling in christenen, moslims, joden, hindoes en enkele kleinere religies. Aan de groeiende groep ongebonden en ongelovige wereldburgers wordt nauwelijks aandacht besteed. Dat wordt wel hoog tijd, want hoewel hun aantal toeneemt, is hun positie vaak penibel.

‘Ongebondenen’ vormen na het christendom en de islam de twee na grootste levensbeschouwelijke groep in de wereld, aldus het Pew Research Center in Washington. Alleen het christendom en de islam zijn groter. De ontkerkelijking in het Westen en de seculiere ideologieën in Japan en China zijn verantwoordelijk voor dit aantal, zo wordt vaak gedacht. Maar de huidige groei van het aantal ‘ongebondenen’ komt uit onverwachte hoek. In de Arabische wereld twijfelt 22 procent aan de oude dogma’s van hun religie; in landen als Tunesië en Libanon loopt dat op tot eenderde van de bevolking. Zelfs in het streng islamitische Saoedi-Arabië noemt slechts 75 procent van de bevolking zich echt religieus, en is 5 procent atheïst.

Afvalligheid
In veel islamitische landen kan openheid hierover tot grote problemen leiden. Vijfenvijftig landen hebben wetten tegen godslastering of afvalligheid, maar de dertien landen waar dit tot de doodstraf kan leiden, zijn alle islamitisch. Onder ‘af valligen’ rekent men daar zowel ongelovigen,
‘andersgelovigen’, als seculiere of gematigde moslims. Ook de sociale druk om bij de heersende religieuze groep te blijven is vaak zeer groot.

Atheïsme is terrorisme
Streng religieuze krachten bestempelen individuele vrijheid, vrijzinnige, seculiere of zelfs niet-religieuze denkbeelden als vormen van westers imperialisme. De Maleisische premier omschreef atheïsme, humanisme en secularisme als „een bedreiging voor de islam en de staat zelf”. Gek is dat niet: omdat religie en politiek zo vermengd zijn, is elke religieuze ‘afvallige’ ook een bedreiging voor de staatsmacht. Saoedi-Arabië stelde vorig jaar, mede daarom, atheïsme gelijk aan terrorisme.

Voorrecht
Dat deze dictatoriale regimes ongelovigheid afwijzen als ‘westers’, past binnen hun ‘vijanddenken’. Maar het is verontrustend dat veel ‘tolerante ’ westerlingen vrijheidswaarden feitelijk ook als westerse voorrechten zien. Ondanks de grote culturele verschillen komen ze zonder problemen op voor de emancipatie en rechten van kinderen, vrouwen, lesbiennes, homo’s, transgenders en biseksuelen.

Maar bij het fundamentele recht op vrijheid van levensbeschouwing en expressie daarvan, maakt zich vaak een cultureel relativisme meester van de discussie. Dan heet het dat bepaalde landen ‘daar nog niet aan toe zijn’ en dat wij niet met ‘onze westerse bril’ naar dit soort kwesties moeten kijken. Die opvatting speelt fundamentalisten in de kaart: individuele vrijheid is een ‘westers frame’. Dat dit een misvatting is tonen alle individuen en groepjes vrijdenkers die, ondanks groot gevaar, vanuit de eigen cultuur voor exact deze fundamentele vrijheden strijden.

Raif Badawi
Dicht bij huis, in Turkije, biedt de eerste Turkse atheïstische vereniging tegenwicht aan de uitholling van het seculiere karakter van het land; in Saoedi-Arabië kreeg blogger Raif Badawi stokslagen en tien jaar gevangenisstraf omdat hij opkwam voor de vrijheid van meningsuiting in zijn land; in Bangladesh werden het afgelopen half jaar vier ongelovige bloggers (letterlijk) doodgehakt door religieuze fanatici. De overheid beschermt hen niet. Deze helden strijden voor hun eigen vrijheid en die van anderen, waar dictatoriale regimes en religieuze fanatici steeds meer vrijheden aan banden leggen.

Tandenloos
In de praktijk blijkt het bijzonder lastig om deze schending van hun mensenrechten aan de kaak te stellen. Die leggen het vaak af tegen handelsbelangen en strategische bondgenootschappen. De VN-mensenrechtenraad is tandeloos. Een land als Saoedi-Arabië is er lid van en heeft zelfs de ambitie de raad te gaan leiden.

Ook Nederland worstelt met deze verschuiving in het levensbeschouwelijke landschap. Hoewel iedereen hier voor de wet vrij is een geloof af te vallen, is het voor veel ex-moslims moeilijk om als zodanig naar buiten te treden. De sociale druk tegen geloofsafval is groot.

Intussen hanteert de Nederlandse overheid ook nog een vrij ouderwetse indeling in levensbeschouwingen, zowel in het binnen- als buitenlands beleid. In de recent verschenen Mensenrechtenrapportage 2014 rept het ministerie van Buitenlandse Zaken over het belang van de vrijheid om een ‘theïstische, nontheïstische of atheïstische levensovertuiging te hebben en om van geloof te kunnen veranderen’. Maar de praktijk is dat ambassadeurs keurige, institutionele ontmoetingen tussen religieuze leiders organiseerden om onderlinge tolerantie te bewerkstelligen. De tolerantie richting nietgebondenen en ongelovigen stond nergens op de agenda.

Geen westers exportproduct
Het wordt tijd dat deze groeiende groep een gezicht krijgt, en dat wij hun strijd ook als de onze beschouwen. Individuele vrijheid is geen westers exportproduct dat schaamtevol moet worden gerelativeerd; het is een universeel en kwetsbstreven dat het recht heeft gezien en beschermd te worden.

Boris van der Ham
Voorzitter Humanistisch Verbond

Het artikel is verschenen in NRC op 1 september 2015