Het is lastig om de hoeveelheid desinformatie in kaart te brengen. Onderzoeken en analyses zeggen tot nu toe vaak dat het minder dan 1% is van alle informatie die de gemiddelde mens tot zich neemt via online media. Misschien is het iets meer, als we ook alle alternatieve platformen, verborgen groepen op sociale media mee zouden nemen. Daarmee is een groot deel dus geen desinformatie [misleidende informatie die opzettelijk wordt verspreid].
Desinformatie is in het totaal van informatie dus minder aanwezig dan vaak wordt gedacht. Ik denk dat we een verkeerd beeld hebben in de zin dat we in een soort morele paniek terechtkomen. We doen er alles aan om te ‘vechten’ tegen een ‘bedreiging’ terwijl we deze nog niet goed in kaart hebben gebracht. De medialogica is er ook meer op gericht het probleem aandacht te geven waardoor we het risico wellicht overschatten.
Dat wil niet zeggen dat die 1% niet problematisch kan zijn. Het kan voor een bepaalde doelgroep erg effectief zijn, en door de aanwezigheid van alternatieve ideeën kan er meer verwarring bestaan over wat waar is en wat niet waar is.
Er is natuurlijk ontzettend veel informatie in de huidige digitale samenleving – 1% is nog steeds een behoorlijk aantal berichten. Maar die 1% valt meer op doordat desinformatie vaak sensatiegericht, negatief en schokkend gebracht wordt. Daardoor trekt het meer aandacht dan niet-desinformatie. Het bereik kan dus groot zijn.