Nabestaanden en slachtoffers hebben het recht om hun emoties te uiten in de rechtszaal. In 2005 werd het zogeheten spreekrecht ingevoerd in Nederland. De media berichten hier graag over, maar in hoeverre heeft de invoering van het spreekrecht de berichtgeving in de media over de strafzaken beïnvloed? We vroegen het aan twee deskundigen, rechtbankverslaggever Chris Klomp en professor criminal law Joep Lindeman.

Rechtbankverslaggever Chris Klomp, van het AD, ziet zeker verandering in de berichtgeving naarmate het spreekrecht uitgebreid werd. "Voorheen las ik in de rechtbank een klein stuk over hoe de slachtoffers en nabestaanden zich voelden en was dat niet het belangrijkste deel van de rechtszaak. Nu zijn de media zich steeds meer gaan focussen op de emoties van nabestaanden. Dit is ook logisch want als je als journalist in de rechtszaal zit, zijn het de indringende verhalen van de nabestaanden die je aanspreken."

Een voorbeeld hiervan is het proces tegen Gökmen T.  De kranten stonden afgelopen februari en maart dagelijks vol met artikelen over de Utrechtse tramschutter die vorig jaar op 18 maart vier mensen doodschoot in een tram in Utrecht. Hij is veroordeeld tot levenslange celstraf. De artikelen zijn vooral gericht op de emoties van de nabestaanden in de rechtszaal en in de media.

Zo publiceert het AD in de week van het proces zestien artikelen rondom de rechtszaak tegen Gökmen T, de helft van deze artikelen benadrukt de emotionele getuigen van de nabestaanden. De NOS richt zich ook op de emoties van de nabestaanden en citeert deze uitspraken: “Ik walg van de gedachte dat het normaal is om een vuurwapen mee te brengen en mijn broertje dood te schieten", zei de zus van het slachtoffer. "Walgelijk ben je en geen straf zal te zwaar zijn.” EenVandaag wijdt een heel artikel aan de vader van een van de slachtoffers, de overleden Roos.

Wat heeft de aandacht voor de nabestaanden en slachtoffers in de rechtbank voor gevolgen voor de berichtgeving in de media? 

"Als journalist in de rechtszaal, zijn het de indringende verhalen van de nabestaanden die je aanspreken."

Gökmen T. pleegde een aanslag in een Utrechtse tram

Emoties in de media

Klomp ziet een duidelijk verschil in de berichtgeving na 2016, toen het ‘onbeperkte spreekrecht’ ingevoerd werd. De media zijn zich volgens hem meer op de emoties gaan richten. Volgens Klomp kun je het journalisten niet kwalijk nemen dat zij de focus leggen op de emoties van slachtoffers en nabestaanden. In een krant is er beperkte ruimte voor een onderwerp en dan kiezen zij al snel voor het emotionele aspect in plaats van het juridische. Wat de advocaat zegt komt misschien in twee zinnen onderaan het artikel.

Is dit bij het AD ook veranderd na de invoering van het spreekrecht? Volgens Klomp is het AD altijd een krant geweest die voor de menselijke kant koos, maar dit is zeker toegenomen na de invoering. "Wij schrijven niet voor juridisch publiek. Daarom de keus om het misdrijf goed naar voren te brengen door middel van de emoties van de nabestaanden. Vaak wordt er gezegd dat wij op zoek zijn naar sensatie maar ik noem het de menselijke kant belichten."

"Ik probeer er wel voor te waken', zegt Klomp. "Soms balanceer je op de rand van wat relevant is en wat sensatie is. Ik zie ook wel in dat de verdachte de boeman is, maar het is niet aan mij om daar iets van te vinden en de verdachte in een nog kwaaier daglicht te zetten. Mijn taak als journalist is het zorgen dat mijn lezers weten wat er gaande is en het complete verhaal van een zaak vertellen, dus ook de informatie die in het voordeel kan zijn van de verdachte."

"Ik probeer er wel voor te waken. Soms balanceer je op de rand van wat relevant is en wat sensatie is."

Verdediging van de verdachte

De emoties van de slachtoffers zijn journalistiek relevant volgens Klomp, mits we niet vergeten het juridische kader goed weer te geven en er voor te zorgen dat het verhaal compleet is met ook de informatie ter verdediging van de verdachte. Dit ontbreekt volgens Klomp tegenwoordig vaak. "Journalisten zijn soms geneigd om hun mening over de verdachte of over de daad te geven. Ik zie soms koppen zoals ‘laffe overval’, maar zijn er dan ook een dappere overvallen? Vaak ligt de focus in dit soort berichten vooral op de slachtoffers. Natuurlijk willen we ons afzetten tegen het kwaad, maar dat is onze rol als journalist niet."

Volgens Klomp was er altijd al aandacht voor slachtoffers maar is dit naar zijn idee dus enorm toegenomen. "Voor de invoering van het spreekrecht wilden journalisten vaak in gesprek gaan met de slachtoffers voor dat de zitting begon zodat zij iets uit hen konden krijgen, nu spreken zij voluit in de rechtszaal en in de media. Nu journalisten het verhaal van nabestaanden op een presenteerblaadje krijgen, is het logisch dat zij kiezen voor een verklaring die door merg en been gaat in plaats van een saai rechtbankverslag. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar ik zie dit wel gebeuren. Ik vind het logisch te verklaren, nu het uitgebreide spreekrecht er is waar slachtoffers en nabestaanden veel fermere uitspraken kunnen doen."

Hoe de berichtgeving de politiek beïnvloedt

Leidt de aandacht voor de emoties van nabestaanden in de media nu ook tot een ander oordeel van de rechter? Klomp sluit dit niet uit. "Ik durf niet met zekerheid te zeggen dat de berichtgeving over de emoties van nabestaanden zorgt voor hardere straffen. Maar als je voornamelijk luistert naar de slachtoffers en nabestaanden, dan maak je van de verdachten onmensen. Je stopt ze in een hokje. Als je de verdachte een onmens laat lijken en slachtoffers weerloze burgers, wat vaak ook zo is maar soms ook niet, dan is de weg vrij om de straf harder en harder te maken. Met alle nadelige gevolgen van dien."

Het gevaar schuilt er volgens Klomp in dat politici zich door de berichtgeving laten lijden en er hierdoor soms wetsvoorstellen voor hogere straffen verschijnen. "Door de berichtgeving over de emoties van slachtoffers in de media focust het publiek zich vooral op de slachtoffers waardoor er een sterke publieke opinie ontstaat over de zaak, zo ook bij politici. Het publiek leeft mee en er ontstaan meningen over hoe hoog de straf zou moeten zijn. Politici weten dat als zij pleiten voor hogere straffen, dat zij het volk tegemoet komen en dit is vaak wat zij willen."

"Politici weten dat als zij pleiten voor hogere straffen, dat zij het volk tegemoet komen en dit is vaak wat zij willen."

De familie was aanwezig bij de rechtszaak

Beeldvorming en de publieke opinie

Professor criminal law Joep Lindeman van het Willem Pompe Instituut, ziet de berichtgeving over het spreekrecht van de slachtoffers en nabestaanden als een probleem. Niet alleen beïnvloedt het de politiek volgens hem maar ook de opinie van het volk. Hier zijn volgens hem een aantal dingen fout aan. "We zien dat de media in haar verslaggeving bijna volledig op de slachtoffers focussen sinds het uitgebreide spreekrecht. Dit zorgt ervoor dat je het gevoel krijgt dat de strafzaak bijna om hen draait."

Lindeman neemt de zaak van Anne Faber als voorbeeld. De nabestaanden zijn tijdens dit proces volgens Lindeman enorm veel in het nieuws geweest en hebben daarmee de publieke opinie over de zaak beïnvloed. "Een tegengeluid in de media is bij zaken zoals deze moeilijk voor te stellen maar het is wel belangrijk om een objectief beeld te schetsen van de hele zaak."

Geen plicht om te zwijgen

De focus van journalisten op slachtoffers komt volgens Lindeman omdat slachtoffers en nabestaanden alles kunnen zeggen in de media, ze hebben niet de plicht om te zwijgen over de strafzaak zoals de officier van justitie dat heeft. De officier van justitie mag niet praten over de strafzaak in de media en dit is de reden dat talkshows vaak nabestaanden als gasten uitnodigen. Dit maakt volgens Lindeman veel emotie los bij het publiek en staat garant voor spraakmakende televisie. "Ik zit heel vaak knarsetandend naar talkshows te kijken waar er alleen maar ruimte is voor het ‘onderbuik gevoel’ en de ‘emoties’ van slachtoffers."

Het gevaar hiervan is volgens Lindeman dat het de opinie van het publiek over de rechtszaak enorm beïnvloedt en er een bepaalde verwachting ontstaat van de strafeis die in werkelijkheid uiteindelijk heel anders is. "Waar het publiek zich focust op het emotionele aspect van de nabestaanden en de hartverscheurende verhalen die zij te zien en te horen krijgen in de media, richt de rechter zich nog altijd op de strafbare feiten die gepleegd zijn. De rechter is niet verplicht om mee te gaan in de eis van slachtoffers of nabestaanden. Neem Michael P, die veroordeeld is voor het doden en verkrachten van Anne Faber. Hij heeft ook niet de hoogst mogelijke straf opgelegd gekregen, wat voor telleurstelling bij het publiek en nabestaanden zorgt, juist omdat er zo’n sterke publieke opinie over de zaak is ontstaan. Er is een verwachting gewekt van een uitkomst die niet realistisch is."

"Ik zit heel vaak knarsetandend naar talkshows te kijken waar er alleen maar ruimte is voor het ‘onderbuik gevoel’ en de ‘emoties’ van slachtoffers."

Een reëel beeld van een strafzaak

Het recht op spreken in de rechtszaal en in de media heeft dus mogelijk gevolgen volgens Lindeman. "Uit het onderzoek van de Raad voor de Rechtspraak blijkt dat we strenger zijn gaan straffen en een van de redenen is naar mijn idee echt wel de aanhoudende roep dat er strenger gestraft moet worden, mede door de slachtoffers die zich ruimer en beter kunnen uitspreken. Het idee dat de verdachte iemand is die een ellendig leven heeft gehad en dat dat een rol speelt in zijn handelen, luisterden we misschien in de jaren 70 nog naar. Maar nu allang niet meer."

Heeft het spreekrecht van de nabestaanden nu ook invloed gehad op de straf van Gökmen T? Klomp denkt niet dat dit gevolgen heeft gehad voor de strafeis, maar wel voor de publieke opinie. "Er ontstaat een nationale afkeur waarbij de focus ligt op het leed van de slachtoffers en het extreme gedrag van Gökmen. Er ontstaan ideeën over Gökmen die niet juist zijn, zoals dat hij een terrorist is." 

Als de media volgens Klomp wat minder inzoomen op het spreekrecht van de nabestaanden en het gedrag van Gökmen en wat uitgebreider berichten over de algemene zaak, zou het al duidelijk zijn dat dit niet het geval is. "Volgens deskundigen handelde hij om nog enige betekenis aan zijn leven te geven. Dat is iets anders dan dat hij uit een diep innerlijke rationeel geloof mensen aanvalt. Het is belangrijk om aandacht te besteden aan het spreekrecht van nabestaanden en slachtoffers. Maar als journalist moet je alle betrokken partijen recht aan doen voor een objectief, compleet en reëel beeld van een strafzaak."