‘Het is hier net een dorp uit de jaren zestig”, zegt Carla Smith (54), eigenares van ‘Was + Strijk Studio Zaltbommel’ in het voormalig timmerlokaal. In haar handen een stapel vers gestreken overhemden, om haar heen de geur van wasmiddel. In de wasserette komen alle mensen uit het pand graag even buurten, voor de laatste roddel of een bemoedigend schouderklopje van Carla. Op de tafel staat een pot met snoep met daarnaast een groot pak roomboter appelkoeken. ‘Dat hier altijd eten op tafel staat is méér dan alleen voor de gezelligheid. Ik wil niet dat het anderen ontbreekt aan eten, want ik weet hoe het is om zonder te zitten.’ Carla komt uit een groot gezin waar ze het zelf moest zien te rooien. ‘Ik had echt een valse stiefmoeder zoals in de sprookjes.’ Het hondje aan haar voeten begint te blaffen als hij de stem van zijn baasje hoort breken.
Als alleenstaande moeder van drie kinderen werkte ze in de wasserette om rond te komen, daarnaast was ze groepswerker. ‘Boven de strijkplank kom ik tot rust, het is voor mij de beste therapie.’ Een paar jaar geleden nam ze de wasserette over, sindsdien is het officieel geen sociale werkplaats meer. Maar Carla vindt het belangrijk een veilige plek te bieden aan mensen met een problematische achtergrond. Aan de muur hangt een poster met ‘Elly’s corner’ erop. ‘Daar stuur ik Elly heen als ze even rustig moet doen’, zegt ze half lachend, half serieus. Elly van Loon (56) werkt twee dagen in de week in de wasserette. Ooit studeerde ze biologie en gaf ze les aan een school, maar nu zit ze al 25 jaar in de WAO vanwege psychiatrische problemen. ‘Door sociale onhandigheid kan ik niet functioneren in de gewone maatschappij.’ In de wasserette lukt het haar wel: ‘Als ik te impulsief ben, benoemt Carla dat. Iedereen is hier heel duidelijk, zonder waardeoordeel.’ Ze gaat graag mee de was rondbrengen met het busje, want dan hobbelt ze zo lekker heen-en-weer.
Vandaag brengt Marij van den Bighelaar-Verhoeven (64) de was rond. Ze wankelt op gezondheidsschoenen van de wasmachine naar de strijkbout. Marij is vrijwilliger via Prezzent, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking die ook in Pand 9 zit. Nadat haar man overleed, was Marij zo van slag dat ze niet meer kon functioneren. Ze werd agressief. De huisarts adviseerde haar regelmaat te vinden in Pand 9. ‘Het is een belangrijke plek voor me, thuis zit ik te veel in mijn hoofd.’ In het bejaardentehuis waar ze de was bracht, ontmoette ze een paar jaar geleden een nieuwe man. ‘We zouden trouwen, ik had zelfs al een jurk, maar vorig jaar ging ook hij dood.’ Carla legt haar hand op de schouder van Marij. Samen kijken ze naar wat ze heeft gestreken: ‘Hé wat gek, nu zitten er toch nog witte vlekken op.’ ‘Dat komt omdat je te weinig stoomt.’ Carla doet voor hoe het beter kan. Voordat ze op pad gaan, schrijft Marij aandachtig op bij wie ze welke was moet brengen. Carla dicteert.
‘Mevrouw Van Driel niet vergeten he?’, zegt Carla. ‘Nee natuurlijk niet’, antwoordt Marij. ‘Je was haar vorige week wel vergeten, ze was toen helemaal in paniek.’ ‘Oh, echt?’
Wankelend met tassen vol schone was loopt Marij naar buiten en stapt naast haar collega in het witte busje.
‘Wel bij elkaar blijven!’, roept Carla hen na. ‘Ja, appeltje, eitje, pannenkoek’, grapt Marij. Carla: ‘En als er iets is gewoon bellen hè?’