Ze leren discussiëren, gaan op bezoek bij demente bejaarden en durven uit de kast te komen

Voor de leerlingen van DE AMSTERDAMSE MAVO - de eerste humanistische school in Nederland - is betrokken zijn bij de wereld om je heen minstens zo belangrijk als Franse woordjes leren. En je mag er zijn wie je bent. Journalist Adinda Akkermans liep een dag mee en zag een bijna ideale school.

'Ieeh, ik krijg een douche!’ Rosa (14) wijst lachend naar de spetters uit de mond van Melody (14) tegenover haar. Het meisje met de lange vlecht schiet zelf ook in de lach. Het is maandagochtend na de meivakantie en het enthousiasme spat er letterlijk vanaf tijdens de discussie in de eerste les van vandaag: Maatschappij & Participatie.
Het thema: de Nederlandse grondrechten.
India (14) schrijft aandachtig alle rechten op het bord die haar klasgenoten in twee minuten moeten opsommen: ‘Het recht op onderdak!,’ roept een jongen. ‘Vrijheid van meningsuiting!’, vult een ander aan.
Het klaslokaal is hoog en licht. Geert Wilders, Jesse Klaver en Mark Rutte kijken vanaf de verkiezingsposters aan de muur de klas in.

Ook hangen er door de leerlingen gemaakte protestposters met teksten als WIJ WILLEN GEEN ARMODE! Directeur Martine van Hoogen drukt vanuit de gang haar neus tegen het raam en maakt drukke bewegingen naar een jongen die vooraan zit. Als hij het niet begrijpt, maakt ze van haar duimen en wijsvingers twee rondjes voor haar ogen. De klas schiet in de lach. De jongen grijpt naar zijn tas. ‘O ja, mijn bril.’

discussiëren

Docent Tessel Mentjox vraagt de leerlingen om aan de hand van waargebeurde dilemma’s over grondrechten te discussiëren: hoe beoordeel je een cartoonist die is opgepakt voor belediging, een homoseksuele docent die ontslagen is op een gereformeerde school of een tv-programma over een burgemeester die vreemdgaat?
Melody trekt een verontwaardigd gezicht: ‘Een burgemeester heeft toch zeker recht op privacy?’
‘Zou je dat ook vinden als het om Brad Pitt of Kim Kardashian ging?’, vraagt Rosa.
‘Ja, zij kunnen zeggen: wij hebben recht op privacy.’
‘Als journalist heb je recht op persvrijheid.’
‘Dus jij zegt dat persvrijheid belangrijker is dan recht op privacy?’
‘Ja, want als journalist vertel ik de mensen in het land wat ze moeten weten.’
Het meisje aan het tafeltje ervoor draait zich om en bemoeit zich er ook mee: ‘Het gaat hier niet om pers maar om paparazzi.’
Mentjox kijkt tevreden naar de discussie die zich in de klas ontspint. Ze loopt terug naar het bord en verheft haar stem: ‘De rechter heeft in dit geval geoordeeld dat de beelden van de vreemdgaande burgemeester niet hadden mogen worden uitgezonden.’
Melody steekt beide handen de lucht in: ‘Dus ik heb gewonnen!’
‘Het gaat hier niet om wie de winnaar is’, vervolgt Mentjox. ‘En privacy wint het zeker niet altijd van persvrijheid. Het is een lastige afweging die de rechter moet maken.’

De ideale klas

Zou je de ideale klas schetsen, dan kom je hier bij klas 2B op De Amsterdamse Mavo aardig in de goede richting. De klas is gemengd als een reclame van United Colors of Benetton, alle huidskleuren zitten door elkaar en lijken er niet toe te doen. Gelukkig wordt er hier en daar ook gewoon iets te hard gegiecheld, de vakantie besproken en stiekem naar plaatjes van The Simpsons gekeken, maar het gros van deze mavoleerlingen werkt harmonieus samen en is geconcentreerd bezig.

Mentjox werkt ook op een groot regulier vmbo en elke keer is ze weer verbaasd over de kennis en leergierigheid van deze leerlingen. Toen ze hier begon leken haar lessen van 90 minuten nogal lang.

‘Ik dacht: hoe houden ze dat vol? Maar hier wordt 90 minuten hard gewerkt hoor, van de eerste tot de laatste minuut.’ Aan het einde van de les doet ze een nieuwsquiz met de klas. Inderdaad, de meeste leerlingen weten dat Trump de afgelopen maand de Iran-deal heeft afgezegd en dat er een referendum is aangevraagd over de donorwet.

Het vak Maatschappij & Participatie is het paradepaardje van de school. ‘We doen hier ook veel aan sport en aan kunst, maar dit vak hebben we zelf ontwikkeld’, vertelt directeur Martine van Hoogen even later in de directiekamer. Aan de muur hangen de vijf basiswaarden van de school: gelijkwaardigheid, zelfontplooiing, zelfbeschikking, actieve tolerantie en verantwoordelijkheid. De deur staat open en om de haverklap komt er een leerling binnen om iets te vragen. Aandachtig voert Van Hoogen gesprekjes met hen of ze geeft hun de sleutel van de kluis om de kantine te kunnen runnen.

Theorie en praktijk

Martine van Hoogen oogt kordaat en tegelijkertijd zorgzaam. Ze werkte tien jaar op een mbo en zag hoeveel jongeren zich daar waardeloos voelen. ‘Dan had iemand z’n diploma gehaald en zei dan: ‘Het is toch niets waard.’ Verschrikkelijk vond ik dat.’

Met haar collega Lars Hoogmoed bedacht ze een eigen school op te richten en dan al eerder te beginnen, op de mavo. ‘Basisschoolkinderen zijn nog enthousiast, idealistisch en kritisch: zij begrijpen niet waarom er ongelijkheid in de wereld is, waarom mensen moeten vluchten en waarom er wordt gebombardeerd.’ Haar ogen staan fel. ‘Maar zodra ze in de brugklas komen is het niet cool meer om je in te zetten voor de panda en moet je meelopen met de stroom. Wij proberen hier die idealen en de interesse voor de ander in leven te houden.’

In de pauze spreekt het lerarenteam met hulpverleners van een vluchtelingenkamp in Libanon. De school wil een maatjesproject opzetten tussen de leerlingen en kinderen in het vluchtelingenkamp. ‘Als je net uit een oorlog komt zit je denk ik niet te wachten op een gesprek over mensenrechten en democratie, laten we het praktisch houden’, merkt een van de docenten op.

De Amsterdamse Mavo pleit voor een combinatie van gedegen theoretische kennis en ervaringen opdoen in de praktijk. Van Hoogen: ’Normaal krijg je in de derde klas Staatsinrichting en Democratie en dan is het klaar. Maar zo werkt het niet. Onze democratie behoeft echt onderhoud, juist nu. Heel veel groepen voelen zich buiten de maatschappij staan. Om mee te tellen moet je weten hoe het werkt in de praktijk.’ Dus als de eerstejaars les krijgen over dementie gaan ze een aantal weken op bezoek bij de demente bejaarden in de buurt. ‘Dat vinden ze in het begin best eng’, zegt Mentjox. De eerste dag was er een lieve vrouw die met de kinderen ging zingen. De week erna begon diezelfde vrouw tegen hen te schelden toen ze een taart voor haar hadden meegenomen. ‘Dat was best moeilijk voor de leerlingen, maar ze bleven haar trouw en enthousiast bezoeken.’

volwassen benadering

Van Hoogen: ‘We vinden het belangrijk te laten zien dat het vanzelfsprekend is om belangeloos iets te doen voor een ander. Leerlingen leren zich verantwoordelijk te voelen en vinden het nog leuk ook.’

De bel gaat. Docent Wiskunde Michel Bogaert loopt door de gang naar zijn lokaal en haalt in het voorbijgaan een petje van een hoofd van een leerling. De jongen kijkt schuldbewust. Ze leren dan wel in de buitenwereld, maar binnen de schoolmuren heerst discipline en de straatcultuur blijft buiten. Van Hoogen: ‘Als je de straatcultuur binnenlaat gaan mensen woorden als ‘kech’ gebruiken. Dat is intimiderend en seksistisch, daar grijpen we keihard op in.’

Docent Geschiedenis Aron Borger geeft in de deuropening alle leerlingen een hand. In de vensterbank staan potjes water met stekjes van planten. Borger start een film over kruistochten in de middeleeuwen waarin het er nogal ruig aan toe gaat. ‘Oh my god!’, roept Salima (12) uit. Voor haar ligt een roze etui met Fashion Girl-opdruk. Borger is ook docent aan de docentenopleiding en weet dat mavoleerlingen in het algemeen een andere kwaliteit vragen van docenten. ‘Je moet je bewust zijn dat er een kortere spanningsboog is.’ Maar dankzij de kleinschaligheid en de volwassen benadering is het hier volgens hem anders.

‘Iedereen wordt gezien en er is weinig noodzaak om te rebelleren.’ Ze geven de leerlingen veel verantwoordelijkheid en benadrukken steeds dat je naar niemand hoe op te kijken, maar ook op niemand hoeft neer te kijken. ‘In de eerste klas zijn er al twee meisjes uit de kast gekomen, dat vind ik wel tekenend.’

Waarom-vragen

In de les gaat het vandaag over Jeruzalem, dat kan een explosief onderwerp zijn met verschillende geloven in de klas. Maar Borger wil alles bespreken. ‘Ik wil laten zien dat er meerdere visies zijn. Het gaat bij het vak Geschiedenis altijd om de waarom-vragen.’ Het doet hem goed dat als ze het hebben over het ontstaan van verschillende religies een leerling zelf tot de conclusie komt dat sommige gebruiken verschillend zijn, maar dat het in de kern eigenlijk bijna overal hetzelfde gaat.

‘Zou dat komen omdat het jodendom, het christendom en de islam bij elkaar in de buurt zijn ontstaan?’, vraagt een leerling zich af.

Etnische spanningen spelen hier veel minder dan op andere scholen, zeggen de docenten. ‘Natuurlijk zijn er leerlingen die het gevoel hebben in een spagaat te leven. Die horen bijvoorbeeld in de moskee dat homoseksualiteit niet deugt, maar krijgen hier les van een homoseksuele docent die ze gewoon aardig vinden’, zegt Van Hoogen. Ze wil hun de taal leren om op een goede manier over onderbuikgevoelens te praten.

‘Je kunt uit Oud-Zuid komen met een bak met geld of uit een achterstandswijk, maar we hebben voor iedereen dezelfde waarden: iedereen mag zijn wie hij of zij is. Dus je kan hier religieus zijn, en ook homo.’ De school trekt humanisten, maar ook veel ouders en leerlingen die kiezen voor de kleinschaligheid. ‘Maar’, benadrukt ze, ‘met de grondrechten valt niet te marchanderen en in die zin hoeven we niet met iedereen vrienden te zijn.’

‘Zeg, doe jij ook eens wat’, zegt een meisje met bruine lange haren tegen haar klasgenoot die staat te dromen. Samen zetten ze het eten klaar in de kantine. ‘Je kent iedereen’, antwoordt Khaled (14) op de vraag waarom hij voor deze school heeft gekozen. ‘Er wordt hier niet gepest’, zegt Anna (12) terwijl ze een boterham eet. Haar lip trilt een beetje als ze vertelt dat ze op de basisschool wel gepest werd. Naast haar zit Paco (12), ook hij hoort van vroegere vriendjes dat er op hun nieuwe middelbare school wel gepest wordt.

Hun lievelingsvak op school: de VVV-uren op vrijdag, oftewel: Verdiepen, Verbeteren en Verbreden. Tijdens het verbeteruur volgen leerlingen negen weken lang een vak waar ze niet zo goed in zijn, in het verdiepingsuur volgen ze juist een vak waar ze wél goed in zijn en tijdens het verbredingsuur kunnen leerlingen kiezen uit een gevarieerd programma van activiteiten die buiten het normale lesprogramma vallen. In die uren geeft de economiedocent bijvoorbeeld kickboksen, de wiskundeleraar schaken en de biologieleraar toneel.

Je kan alles worden

‘De beste mavo van Amsterdam worden, dat is ons streven’, zegt Van Hoogen. Steengoede docenten zijn daarbij essentieel: er zijn weinig mavo’s in Nederland waar zoveel eerste-graaddocenten werken. Ze ergert zich eraan dat havo/vwo de heilige graal is in onze maatschappij. ‘Dat het hier nog niet stormloopt komt omdat we geen havo hebben. Mensen kiezen nog liever een andere school, zelfs als ze weten dat die school minder geschikt is voor hun kind, als er maar een havo-afdeling bij zit.’

Van Hoogen gelooft juist dat homogeen onderwijs op een hoog niveau veel meer oplevert. ‘Op andere scholen vallen mavoleerlingen vaak tussen wal en schip: of als laagste in de keten van een scholengemeenschap of bovenaan een vmbo-school zonder echte prioriteit.’

‘In mijn mentorklas zeiden veel leerlingen in het begin: ik baal ervan dat ik naar de mavo moet, want iedereen heeft vwo en dan vinden ze mij dom’, vertelt Mentjox. ‘Als je het ze nu vraagt zijn ze blij dat ze hier op school zijn. Ze hebben zelfvertrouwen gekregen.’

Ouiam (12) zit naast haar klasgenoten op de vensterbank in de gang: ‘De sfeer hier is goed. Alle geloven zijn welkom.’ Wat ook fijn is: hier heerst nog het idee dat je alles kan worden. Damien(13): ‘Ik word drummer.’ Max (13): ‘‘Ik regisseur’.