Soms voel ik me een beetje oud. Bijvoorbeeld als ik aan jongere collega’s vertel dat Nederland ooit maar twee televisiezenders had. Het overgrote deel van de bevolking keek dagelijks naar dezelfde tv-programma’s. Van het Journaal tot Ron's Honeymoonquiz. Nu heeft bijna iedereen een paar honderd tv-kanalen en miljarden fimpjes via YouTube ter beschikking. Van een gemeenschappelijke ervaring is steeds minder sprake.
Ik moest hieraan denken toen de nieuwe regering een aantal plannen bekend maakte voor het ‘verbinden van de samenleving’. Het regeerakkoord sprak de ambitie uit dat elk schoolkind het Rijksmuseum en de Tweede Kamer moest bezoeken. Daar zou dan geleerd moeten worden wat ‘typisch Nederlandse’ waarden als democratie, vrijheid en gelijkheid inhouden. Ook werd het kennen van het Nederlandse volkslied verplicht. Toen ik dat laatste hoorde, werd ik getroffen door een bliksemschicht sarcasme. Heel goed, het Wilhelmus! En dan het liefst staand en zingend! Daarmee maken we in een klap jarenlang bezuinigen op zowel geschiedenis-, gym- als muzieklessen ongedaan!
Maar na die negatieve gedachte besloot ik dat ik de plannen eigenlijk toch wel interessant vond. Er is de afgelopen jaren veel gesproken over het gebrek aan burgerschap, en deze voorstellen probeerden in ieder geval een concrete oplossing te bieden. Maar in de Tweede Kamer was er vooral kritiek. Was er wel extra geld voor de plannen? En is het Rijksmuseum niet te ‘Amsterdams’ en te 17de eeuws? In reactie op die kritiek krabbelde de nieuwe minister van Cultuur meteen terug. De voorstellen waren slechts ‘suggesties’ en iedere school moest maar voor zichzelf bepalen welk museum bezocht zou moeten worden. Ik vond dat jammer; juist de gedachte aan dat gezamenlijke schoolreisje vond ik wel prikkelend.
In de eerste democratie ter wereld, in het Athene van 2500 jaar geleden, was zo’n gezamenlijke ervaring ook een belangrijk onderdeel van het burgerschap. In die tijd werden er jaarlijks theaterfestivals georganiseerd. Er werden tragedies gespeeld waarin koningen werden uitgebeeld die hun land autoritair bestuurden, en komedies waarin de democratische machthebbers op de hak werden genomen. De onderliggende bood- schap was klip en klaar: bewaak de waarden van de democratie en wees altijd op je hoede voor tirannie. Net als bij Ron's honeymoonquiz werden de toneelstukken door vrijwel elke Atheense burger gezien: arm, rijk, meester en slaaf.
Als de neuzen heel af en toe letterlijk dezelfde richting op staan, kan dat een goed startpunt zijn voor een debat of een goed gesprek. Het geeft focus. Zeker in onze moderne samenleving, waar we worden overspoeld met een veelheid aan beelden en meningen, is zo’n focus geen overbodige luxe. Zo’n gemeenschappelijk schoolreisje is daarbij een prima hulpmiddel. De vraag is alleen: wat is de beste plek om te be- zoeken?
Mijn voorstel: schrap Amsterdam, en ga een hele dag naar Den Haag. Begin bij het prachtige Vredespaleis, het symbool voor universele mensenrechten. Laat alle leerlingen in Nederland ervan doordrongen worden dat democratie, vrijheid en gelijkwaardigheid niet slechts ‘typisch Nederlandse’ waarden zijn, maar juist voor iedereen gelden, waar je ook ter wereld woont. Dan verplaatsen we ons naar de Tweede Kamer, en worden kinderen ook zelf gevraagd een mening te vormen over maatschappelijke onderwerpen. Daarna bezoeken we museum Escher in het Paleis, op steenworp afstand van het Binnenhof. Escher tekende zowel figuratief als abstract. Hij prikkelt de geest en stimuleert tot kritisch nadenken. De dag wordt besloten met een voorstelling van het Nationaal Theater, dat toegankelijk geëngageerd toneel maakt over het Nederland van nu. En o ja, dit gezelschap is gevestigd in de Koninklijke Schouwburg. Een prima plek om in de foyer het Wilhelmus te zingen. Het galmt er heerlijk!