We zijn een vooruitziend volk. Het virus is nog niet uitgewoed of Nederland debatteert over de toekomst. Nog niet bekomen van de intelligente vergrendeling of we beginnen over de intelligente ontsnapping. Ik zie het, ik lees het, ik begrijp het en ik probeer mee te denken. Maar emotioneel ben ik ergens anders. Mijn geest is nog in Italië.
De beelden van de lijkstapels in Bergamo laten me niet los. Ik zie de Facebook-fragmenten van zorgverleners uit Lombardije, hun wanhoop, hun uitputting, hun verdriet. Het epicentrum van de pandemie mag verschoven zijn naar de Verenigde Staten, de Britse premier mag op Intensive Care liggen, voor mij blijft Italië het dominante beeld.
Misschien is het wel omdat ik áltijd aan Italië denk. Ik hou gewoon van dat land. Lichtzinnig, politiek ontvlambaar, spilziek, ongedisciplineerd, soms vies en vuil, maar wel al duizenden jaren de krachtbouillon in onze culturele oersoep. De mensen, hun steden, hun kerken, hun maaltijden: niets in deze wereld kan daar tegenop.