"De afstand blijft, de helden gaan," zingt Spinvis, artiestennaam van Erik de Jong, in het nummer Wat blijft. "De vraag is of het relevant is wat je nalaat. Anders is het als iemand sterft waar je heel veel van houdt." Zo verloor Erik zijn vader, door een samenkomst van omstandigheden ligt een gedeelte van zijn as op Eriks werktafel in een Dash-zeepdoosje. "Je kan het in een mooie urn stoppen, maar eigenlijk vind ik dit nog mooier."
Het nummer Wat blijft van Spinvis werd de titelsong van het gelijknamige radioprogramma van HUMAN. Reden om de gelauwerde muzikant te spreken over de dingen die blijven en de dingen die voorbij gaan. En hij tipt het boek Donau, te winnen via de vriendenactie.
We ontmoeten De Jong tussen de repetitie en de uitvoering van Neveldieren. Samen met Saartje van Camp speelt hij in het theaterconcert oude en nieuwe nummers. In zijn muziek weet Spinvis kleine dingen groots te maken. Zoals hij zelf zegt: "De dagelijksheid ontroert me, meer nog dan mooi gestileerde dingen die we maken." Voor zijn oeuvre won hij de Zilveren Harp, de Annie M.G. Schmidtprijs en de Popprijs.
Toen je het nummer Wat blijft schreef, waar was je toen met je gedachten?
"Voor Wat blijft was de aanslag op Charlie Hebdo de aanleiding. Toen de aanslag in het nieuws was, zag ik het steegje waar de plegers in wegrenden toen ze in een auto wegvluchtte. Een paar dagen later zag ik dat steegje weer, en alles was gewoon weer normaal. Mensen liepen daar rond, aan het winkelen, kinderen die er speelden… Alsof het nooit was gebeurd. Maar die straat is er nog.
Ik dacht: die straat die blijft daar. Dat was de aanleiding voor het nummer. En als je de titel hebt dan heb je een container waar je alles in kan stoppen. Daar stop ik associaties in, maar de kern haal ik eruit. Op die manier kan iedereen een liedje anders interpreteren. Je haalt er zelf uit wat je belangrijk vindt, waar het je aan doet herinneren."
Saartje van Camp en Erik de Jong spelen het nummer Wat blijft.
Wat leerde je ook over jezelf toen je Wat blijft schreef?
"Ja, dat is een eeuwigdurend spel met jezelf. Je schrijft nooit zomaar iets op, soms kom je er pas jaren later achter waarom je dat hebt opgeschreven. En wat er op dat moment eigenlijk in je omging. Dat maakt het voor mij ook leuk.
Ik kwam erachter dat ik eigenlijk heel erg met het afscheid van mijn kinderen bezig was. Ik schreef niet letterlijk: 'Mijn kind gaat uit huis, oh wat erg'. Maar: 'Weggebracht naar busstation, gezwaaid'. Dat is een scène die ik heb meegemaakt, toen ik mijn kind naar het busstation bracht."
Dus niet alleen voor anderen, ook voor jezelf is jouw muziek multi-interpretabel.
"Klopt. En je wordt ook ouder. Een liedje als Bagagedrager is twintig jaar geleden opgenomen, maar ik was in de dertig toen ik het schreef. Nu ben ik 62, en ik ben een andere man als ik het nu zing. Dus de tekst is met me mee veranderd.
De Afsluitdijk is nu een andere Afsluitdijk dan toen. De winter op de fiets, dat je vingers koud worden, is anders geworden dan toen. Zolang een lied niet dicht zit, maar openblijft, met vraagtekens, blijft het leven. Dus het lied blijft ook veranderen, en het verandert met je mee. Dat is zeer leuk om mee te maken. Ook nummers of regels die ik nu best stom vind, waarvan ik niet begrijp waarom ik ze zo leuk vond, die vind ik niet meer leuk omdat ik ben veranderd."
Ben je ook bezig met wat je achterlaat?
"Nou, daar ben ik naar aanleiding van jouw uitnodiging voor dit interview over na gaan denken. Je weet niet wat je achterlaat. En wat hetgeen dat je achterlaat betekent, of hoe mensen ernaar kijken, dat verandert constant. Het is onderhevig aan allerlei stromingen die je nu niet kan voorzien. Dus je laat absoluut iets na, maar je weet niet hoe mensen dat gaan zien."
Is dat frustrerend?
"Nee, helemaal niet. Het is volkomen niet belangrijk. Ik schrijf eigenlijk voor mezelf, maar ook voor de levenden. Voor mensen die nu leven en ernaar luisteren. En als we er over honderd jaar allemaal niet meer zijn, dan is de muziek er misschien nog wel. Misschien zal een student muziekgeschiedenis er nog eens naar luisteren, maar hoe hij of zij dat hoort en interpreteert, dat weet je helemaal niet. En dat maakt helemaal niks uit."
Is de vraag wat blijft, dan überhaupt relevant?
"Waarom zou je eeuwig willen zijn? Dat ligt eraan ten grondslag. Maar het is anders als iemand waar je heel veel van houdt sterft. Gisteren speelden we in Delft de première van Neveldieren, en er was een man in een ziekenhuisbed. Hij was daar met familie en twee mensen van de ambulance. Het was zijn laatste wens om naar een concert van ons te gaan van. Dus ik heb na afloop met hem gesproken. Hij zei: 'Overmorgen gaan we trouwen.'
Hij was ten dode opgeschreven, nog één of twee weken had hij te leven, zei hij. Hij maakte een hele fitte indruk, was heel vrolijk op een bepaalde manier. Dat was heel indrukwekkend. Toen vroeg ik: 'Wat is je beroep’. Hij zei: ‘Ik ontwerp voor de gemeente transformatorhuisjes en dingen die voor infrastructuur gebouwd worden.' Van die objecten die je wel ziet, maar die je ook niet ziet. Ze zijn er gewoon. Maar iemand moet dat maken.
Hij had er ontzettend veel plezier in, maar ik zei: 'Je handtekening staat er niet bij.' Hij zei: 'Maar ik ben dan over een week dood, maar die gebouwtjes die staan er dan nog.' Dat is wat hij nalaat, dat is wat er van hem blijft. Zijn vriendin die zat erbij, heel droevig. Ze zei: 'Ik heb een wandeling door de stad, en ik kijk dan naar al die gebouwtjes die hij heeft gemaakt.' Jezus, dat is dan wel echt iets dat blijft. Van steen. Dat kan niemand ontkennen. En heeft zoiets poëtisch."
Heb je zelf tastbare of niet-tastbare dingen die je zijn nagelaten?
"Op mijn werkblad staat een plastic doosje met Dash-zeepballetjes. Die balletjes zijn eruit, en in het doosje zit een plastic zakje met wat as van mijn vader. Nu zou je denken; dat is ook niet erg respectvol. Maar ik ging met mijn zusje naar het crematorium om de as op te halen. En ik was bij mijn moeder om de as te brengen, toen ik zei: 'Ik wil eigenlijk een beetje as meenemen, een handje, om te hebben.' Ze zei: 'Ja, natuurlijk, maar waar wil je het in hebben? Oh, wacht, ik heb hier een zeepdoosje, dan haal ik de zeepjes eruit en kan de zak met as daarin.'
Toen ik naar huis reed lag mijn vader naast me in dat plastic doosje. Eenmaal thuis besloot ik dat ik het daarin zou laten. Want dit is hoe de dingen gaan. Je weet niet waar je het in moet doen, en dat komt dan in een plastic zeepdoosje terecht. Zo gaan de dingen. Dat vind ik echt de poëzie van het leven. De dingen die onder je ogen gebeuren. Je kan het in een mooie urn stoppen, maar eigenlijk vind ik dit nog mooier. De dagelijksheid ontroert me, veel meer dan mooi gestileerde dingen die we maken."
Vrienden van HUMAN kunnen het boek Donau van Claudio Margis winnen, waarom juist dit boek?
"Als je het hebt over 'wat blijft', dan kom je toch gauw uit op biografieën. Ik lees die graag, dat hoort ook bij mijn leeftijd. Mannen van zestig gaan biografieën lezen, dat las ik ergens. Ik heb nu veel meer verleden dan toekomst, dus dan raak je geïnteresseerd in hoe andere mensen dat hebben gedaan.
Dit boek is een biografie van een rivier. Hoe je over een mens denkt of wat er over hen bekend is, is constant onderhevig aan veranderingen. Maar een ding niet. Zoals een rivier. De Donau is de Donau. Die blijft dus echt wel. Tegelijk is een rivier een soort van abstract ding, want de rivier is het water. Maar het is heel de tijd ander water. Dus de rivier bestaat eigenlijk niet. Zo kun je een mens ook zien. Er stroomt leven door je heen, en jij bent de verpakking, de oevers van dat leven.
Ik was het boek kwijtgeraakt, maar toen jij belde dacht ik eraan. Toen ging ik heel erg zoeken, ik denk dat ik het heb uitgeleend. Ik kon het niet vinden en heb een nieuwe versie gekocht, zelfs al heb ik het wel vier keer gelezen ofzo. En als je het uit hebt, dan weet je heel veel van Europa."
Win een exemplaar van Donau
Aangeraden door Erik de Jong
Onder vrienden van HUMAN verloten we vijf exemplaren van Donau van Claudio Magris. Reageer vóór 20 april 2023 om kans te maken.
Abonneer je op onze nieuwsbrief om als eerste van alle winacties op de hoogte te zijn.