Documentairemaker Kees Vlaanderen volgt in 'Het uiterste middel – Vreemdelingen in bewaring' de bewaarders en de ingesloten vreemdelingen van Detentiecentrum Rotterdam. 'Ik had me niet eerder gerealiseerd hoe belangrijk een papiertje kan zijn om te weten wie je bent.'

Het idee voor zijn nieuwe documentaire ontstond jaren geleden, vertelt Vlaanderen. In 2012 opende het Movies that Matter Film Festival in Den Haag met het indrukwekkende Special Flight, een documentaire van Fernand Melgar over een klein detentiecentrum in Zwitserland.

Na afloop sprak Vlaanderen met Eric Nijman, de toenmalige directeur van alle detentiecentra voor vreemdelingen in Nederland. "En wanneer gaan we zo’n film in Nederland maken”, vroeg hij Nijman. Deze dacht even na - filmen in een detentiecentrum was immers 'not done’, maar hij overwon zijn schroom: “Daar wil ik me wel hard voor gaan maken.”

Het heeft nog een paar jaar geduurd voordat ook de directie en medewerkers van Detentiecentrum Rotterdam en het ministerie van Veiligheid en Justitie hun aarzeling opzij zetten en voor het eerst maandenlang een camera toelieten. Met een bijzonder resultaat. 'Het uiterste middel' registreert en maakt de kijker deelgenoot van een kleine wereld, die tot nu toe niet werd gezien.

Goedemorgen
De documentaire biedt een inkijk in het dagelijkse leven van het Detentiecentrum Rotterdam, waar de bewaarders de cellen ’s ochtends openen met een fluisterend ‘goedemorgen’, waar de vreemdelingen sporten, eten en bezoek ontvangen, en waar gesprekken worden gevoerd om terugkeer naar het thuisland te bevorderen.  

“Op de afdelingen is de omgang tussen toezichthouders en ingeslotenen vaak vriendelijk", vertelt Vlaanderen. "Ik ben geen bewaarders tegengekomen die met harde hand een hardvochtig regime voeren. Sinds de ‘bajesboten’ in Rotterdam en Zaandam, waar soms meer dan zes vreemdelingen vastzaten in één cel, is er veel veranderd. Het ontmoedigingsbeleid van Rita Verdonk was erop gericht om het verblijf zo onaangenaam mogelijk te maken, in de hoop dat mensen dan sneller zouden terugkeren naar hun land. Dat bleek een misvatting. Onder zo’n streng repressief regime gaan mensen hun hakken in het zand zetten en werken ze uiteindelijk helemaal nergens meer aan mee. Het creëerde angst tussen bewakers en ingeslotenen en leidde tot veel geweldsincidenten.”

Hard van buiten, zacht van binnen
De laatste jaren is geprobeerd om die cultuur van angst en repressie te veranderen. Er werden nieuwe detentiecentra gebouwd in Rotterdam en op Schiphol. En in de omgang wordt nu gestreefd naar een ‘humane bejegening’.

Dit jaar zijn ‘nieuwe vrijheden’ ingevoerd die ingeslotenen binnen de muren van het centrum wat meer bewegingsvrijheid geven. Ze kunnen nu zonder begeleiding naar de luchtplaatsen, naar bezoek of naar de fitness. “Het resultaat is dat er veel minder geweldsincidenten zijn. ‘Hard van buiten, zacht van binnen,’ noemt de directeur van het centrum het nieuwe beleid. Het is zeker winst, ook voor de mensen die er vastzitten, maar voor hen blijft toch veel belangrijker wat niet veranderde. Ze zitten nog steeds 18 uur per dag op cel in grote onzekerheid over hun toekomst en hoe lang het gaat duren."

Who am I?
Stereotypen over bewaarders en ingeslotenen zie je niet in de documentaire terug. “Het is toch verrassend om een man van 65 jaar te spreken, die al 35 jaar in de Kinkerbuurt in Amsterdam woont en prompt werd opgepakt toen hij in het Vondelpark tegen een boom plaste. Er zitten mensen vast die als tiener hun land verlieten en inmiddels al vele tientallen jaren in Nederland of Europa leven.”

Zo ontmoette Vlaanderen Adan, een jongen uit Jemen, die al 16 jaar in Nederland is en de helft van zijn tijd heeft doorgebracht in vreemdelingendetentie. “Het was de zesde keer dat hij vastzat, zonder ooit een delict te hebben begaan. Hij was ‘gepresenteerd’ aan verschillende ambassades - Jemen, Somalië, Burundi - maar niemand wil hem hebben en in Nederland mag hij niet blijven. ‘Who am I?’ vroeg hij zich af. Ik had me niet eerder gerealiseerd hoe belangrijk een papiertje kan zijn om te weten wie je bent. Uiteindelijk werd hij na maanden detentie ook nu weer op straat gezet.”

‘Ultimum remedium’
De schattingen lopen uiteen, maar er wordt van uitgegaan dat er zo’n 100.000 illegalen in Nederland zijn. Zij mogen niet werken, geen opleiding volgen en hebben beperkt toegang tot medische zorg. Ze overleven vaak zo onzichtbaar mogelijk op straat. Van hen zit maar een heel klein deel vast in vreemdelingendetentie en het aantal loopt de laatste jaren sterk terug.

“Het opsluiten van mensen die niet veroordeeld zijn voor een delict is moeilijk te rechtvaardigen. Het mag worden ingezet als ‘uiterste middel’ om te voorkomen dat iemand onderduikt als er concreet zicht is op zijn of haar uitzetting. Maar heb je daar maximaal 18 maanden voor nodig? In de praktijk is het vaak ingezet als drukmiddel: als je niet meewerkt aan je uitzetting, dan zetten we je vast in detentie.”

Het verhoudt zich volgens Vlaanderen slecht met Europese en andere verdragen voor de rechten van de mens. De druk vanuit de samenleving, van mensenrechtenorganisaties en van Europa is groot. “Ook rechters worden strenger in hun weging van het ‘uiterste middel’; waren er geen lichtere middelen mogelijk? Daar komt nog bij dat vreemdelingenbewaring veel geld kost en niet erg effectief is. In de helft van de gevallen lukt het niet om mensen uit te zetten naar het land van herkomst. Zij komen, vaak na maanden detentie, gewoon weer illegaal op straat te staan."

Waarom bestaat het dan nog? Vlaanderen vermoedt dat vreemdelingendetentie voornamelijk een symbool is geworden. “Het is een signaal van daadkracht: wie geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft moet terug, desnoods met harde hand. Daarnaast helpt het de Dienst Terugkeer en Vertrek om mensen te motiveren om mee te werken aan hun terugkeer: ‘Als je niet meewerkt, kunnen we je ook opsluiten en dwingen.’”

Verlegenheid
“Vreemdelingen zorgen voor ongemak en verlegenheid. Je ziet het nu als vluchtelingen uit Syrië en andere landen in grote aantallen een veilig heen komen zoeken. Idiote argumenten zijn kennelijk nodig om de deur dicht te mogen houden: ‘als uw dochter u lief is …’; ‘het zijn gelukzoekers die komen voor borstvergroting en facelift…’. Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten."

Hij vervolgt: "Kan je mensen die vluchten voor geweld, armoede en onderdrukking weigeren te helpen zonder je gezicht te verliezen? Dat staat op het spel en zorgt voor ongemak. Diezelfde verlegenheid is ook voelbaar bij vreemdelingendetentie. Mag je mensen opsluiten die geen misdaad hebben begaan? En kan dat op een humane manier? Is vreemdelingenbeleid mogelijk zonder pijnlijke beslissingen? We vinden dat we grenzen moeten stellen aan de hoeveelheid mensen die we toelaten in ons land, maar, zoals minister Leers van vreemdelingenzaken ooit zei: ‘Zodra het beleid een gezicht krijgt, wordt het moeilijk.’ En dat zie je hier ook.”

Paradox
Het resultaat is een paradox. Om tegemoet te komen aan de eis van de samenleving, dat vreemdelingenbewaring op een humane manier wordt uitgevoerd, moet de zelfmoord van ingeslotenen, zoals die van Dolmatov die voor veel maatschappelijke onrust zorgde, voorkomen worden.

“Natuurlijk moet dat, maar het is geen gemakkelijke opgave in een centrum waar de wanhoop onder ingeslotenen groot is en zelfmoordgedachten heel gewoon zijn. Een effectief middel om toch mensen ‘tegen zichzelf te beschermen’ is hen onder cameratoezicht te plaatsen in een kale cel. Voor mensen die lijden aan wanen en andere psychische klachten is zo’n isolatie een kwelling; daar worden ze niet beter van. Maar het voorkomt suïcide, en het helpt om te voldoen aan ons morele verlangen naar een humane benadering, ook als we ze opsluiten of terugsturen naar hun land van herkomst."

Clichés
"Ik zeg dit overigens niet met een wijzende vinger", benadrukt hij. "We hebben allemaal boter op het hoofd. Vreemdelingenbeleid is niet voor niets een fel omstreden beleidsterrein vol valkuilen en te gemakkelijke clichés. Er bestaan eenvoudigweg geen simpele oplossingen.”

Met de film hoopt hij die ingesleten clichés te doorbreken en zo het denken over vreemdelingen en vreemdelingenbeleid naar een hoger plan te tillen. "Als kijker maak je mee hoe het er in het Detentiecentrum toegaat, welke mensen er zitten en welke mensen er werken. Zo gaat de aandacht niet meteen uit naar regelgeving en het oordeel dat je daar misschien al snel over hebt, maar wordt een ander soort betrokkenheid mogelijk, die minder over wetten en meer over mensen gaat."

Het uiterste middel geeft inzicht in het dagelijkse leven in een detentiecentrum voor illegale vreemdelingen en maakt samen met de vorige films van Kees Vlaanderen de cirkel rond. Voor zijn film Het is uw land (2014) over de Dienst Terugkeer en Vertrek, ontving hij een Prix Europa - Special Commendation, de Groninger Persprijs en een nominatie voor De Tegel, prijs van de journalistiek.

Vrijdag 13 november om 20.00 uur gaat Het uiterste middel - vreemdelingen in bewaring in première in De Nieuwe Liefdein Amsterdam. Na de film volgt een gesprek met hoofdpersonen uit de film en Annemarie Busser (Amnesty International) en Monique Schippers (ministerie van Veiligheid en Justitie) en anderen over vreemdelingendetentie. Welk doel dient het (nog)?